Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 14 producties;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
Bijlagenlijst:
- De brief van 10 februari 2022 met 7 bijlagen (digitaal)
- De verslagen van de gesprekken met collegae [chirurg-oncoloog 1] en [chirurg-oncoloog 2] met als bijlage een brief van haar van 22 nov 2019 met relevante informatie betreffende overleg radioloog chirurg over de representativiteit van biopten, en [chirurg-oncoloog 2]
- De door [overledene] zelfgemaakte status van 3 mei 2022
MT-1- [ziekenhuis 1] _echografie_8Juni_2015
1) Naar aanleiding van uw conceptrapport heb ik de bijlagelijst met medische stukken opgevraagd die aan u zijn verstrekt. Hieruit blijkt dat u niet beschikt over het poliklinisch dossier en de cd-rom met beeldvormend materiaal. Is dit juist? Wilt u deze, of andere stukken alsnog ontvangen?” Op 6 september 2022 heeft [oncologisch-chirurg 1] het volgende geantwoord aan [medisch adviseur] : “
1. Ik wil stukken onder 1 niet ontvangen”. [gedaagde] leidt daaruit af dat hij de stukken niet wil ontvangen, omdat hij ze niet wil zien. Naar het oordeel van de rechtbank is het waarschijnlijk dat [oncologisch-chirurg 1] daarmee heeft willen zeggen dat hij al over de cd-rom met beeldvormend materiaal beschikte, die bij de eigen status van [overledene] was verstrekt.
mevr [overledene] en haar echtgenoot waren goed voorbereid, met goed inzicht in het ziekteproces,diagnostiek en behandeling .Zij hadden een eigen status gemaakt, zeer goed gedocumenteerd en inzichtelijk geanalyseerd. Van deze status heb ik dankbaar gebruikgemaakt met uitslagen van radiologie pathologie en verslagen van gesprekken met diverse specialisten.” [gedaagde] heeft niet duidelijk kunnen maken dat dit anders begrepen had moeten worden dan [oncologisch-chirurg 1] daarmee het poliklinisch dossier heeft bedoeld. Naar het oordeel van de rechtbank is het dus niet juist dat [oncologisch-chirurg 1] niet zou hebben beschikt over alle relevante medische informatie.
“ De richtlijnen zijn in consensus door NABON( nationaal borstkanker overleg nederland) van de integrale kankercentra NL vastgelegd in samenspraak met de wetenschappelijke verenigingen vastgelegd en op internet (iknl) te vinden. Afwijken van de richtlijn kan als mdo daar argumenten voor geeft dan wel vangnetten zoals hier: controle 6 maanden Ipv BOB verwijzing. ln de richtlijn staat tav twijfel aan representativiteit biopt: 5 biopten richtlijn internet ikn”. De twee overige punten die de voorzieningenrechter heeft gebruikt ter onderbouwing, zullen hierna in overweging 3.26 en verder worden besproken.
Mijn medisch adviseur geeft aan dat volgens de betreffende richtlijn inderdaad wordt geadviseerd om 5 biopten af te nemen.” Er hadden dus 5 biopten genomen moeten worden omdat er twijfel was over de representativiteit van de twee afgenomen biopten, en dat is niet gebeurd.
Het aantal biopten en de mate van representativiteit, waarop de pathologie-uitslag is gebaseerd
[…]
Zelfs is niet uit te sluiten dat een snelgroeiende kanker na controle op 14 januari 2016 is ontstaan.” Dat nu niet kan worden vastgesteld of de tumor kwaadaardig was, is het gevolg van de fouten die [gedaagde] heeft gemaakt. Daardoor bestaat nu onzekerheid over de causaliteit. De rechtbank ziet in deze omstandigheden aanleiding om voorshands aan te nemen dat de tumor al kwaadaardig was in 2015 en 2016. [gedaagde] mag tegenbewijs leveren tegen dit voorshandse oordeel. Dit betekent dat de rechtbank toelaat dat [gedaagde] bewijst dat de tumor van [overledene] nog niet kwaadaardig was bij de controles in 2015 en 2016. Als [gedaagde] dat niet kan, dan komt dat voor haar risico. Dan gaat de rechtbank er vanuit dat de tumor kwaadaardig was en dat [gedaagde] geheel aansprakelijk is voor de schade die [eisers c.s] . heeft geleden.
4.De beslissing
woensdag 23 april 2025voor uitlating door [gedaagde] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
meitot en met
julidan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,