Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 11 april 2025, waarvan de griffier aantekeningen van heeft gemaakt,
- de pleitnota van [eiser] ,
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
"hamas, hamas, joden aan het gas".[eiser] wordt aangehouden en naar het politiebureau overgebracht. Hier erkent [eiser] wat hij heeft gezegd. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak afgedaan met een strafbeschikking, waarbij aan [eiser] een boete is opgelegd van € 390,00. [eiser] heeft de boete betaald.
4.De beoordeling
- i) de beroepsprocedure niet met voldoende rechtswaarborgen omkleed is;
- ii) er een wanverhouding bestaat tussen de verschillende overtredingen en sancties;
- iii) de commissie geen rekening heeft gehouden met de aard en ernst van de overtreding; en
- iv) de commissie bij haar beoordeling de persoonlijke omstandigheden van [eiser] niet heeft betrokken.
“De commissie stelt de excuses van [eiser] op prijs, maar merkt op dat het niet afdoet aan de gedane uitspraken van [eiser] . Daarbij maakt het tevens niet uit of de uitspraken gericht waren tot zijn vrienden, omdat de uitspraak op zichzelf nog steeds discriminerend van karakter is jegens een specifieke bevolkingsgroep.”
“De commissie (…) geen omstandigheden(ziet)
die rechtvaardigen om van deze termijn af te wijken”is in dit verband onvoldoende.