In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 mei 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot het opmaken van een overlijdensakte voor een persoon die is overleden tijdens de Tweede Wereldoorlog. De zaak werd ingeleid door de Officier van Justitie (OVJ), die op 27 maart 2025 een verzoekschrift indiende. De betrokkene, geboren in 1927, is overleden in 1942 als gevolg van het neerstorten van een Duits militair vliegtuig op twee woonhuizen in [plaats], waarbij tien burgers om het leven kwamen, waaronder de betrokkene. Er was geen overlijdensakte opgemaakt, wat aanleiding gaf tot het verzoek van de OVJ om de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand (ABS) opdracht te geven om de registers van de burgerlijke stand aan te vullen en alsnog een overlijdensakte op te maken.
De rechtbank heeft het verzoek van de OVJ toegewezen. Op basis van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie de aanvulling van een register van de burgerlijke stand gelasten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de noodzakelijke gegevens voor het opmaken van de overlijdensakte aanwezig zijn, ondanks het ontbreken van een formele akte. De rechtbank heeft de ABS opdracht gegeven om de overlijdensakte op te maken en deze in te schrijven in het overlijdensregister van de gemeente [gemeente 1]. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.