Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 10 van [gedaagde c.s.] ;
- de mondelinge behandeling van 13 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eisende partij] ; en
- de pleitnota van [gedaagde c.s.]
2.De kern van het geschil
[gedaagde c.s.] vindt van niet. Volgens [gedaagde c.s.] voldoet [eisende partij] niet aan het vonnis, waardoor dwangsommen verschuldigd zijn.
3.De beoordeling
Volgens [gedaagde c.s.] leiden de overtredingen door [eisende partij] tot een verbeurd bedrag van € 11.400,-. Dit ziet op de periode vanaf de datum van betekening van het Vonnis op 20 januari 2025 tot en met 17 maart 2025. Op 17 maart 2025 is ook de geluiddempende omkasting om de warmtepomp geplaatst. Na 17 maart 2025 heeft [gedaagde c.s.] geen hinder ondervonden. Of dit ligt aan de geluiddempende omkasting is volgens [gedaagde c.s.] onduidelijk, omdat het volgens hem ook zo kan zijn dat sindsdien de warmtepomp niet meer of beperkt is gebruikt. Of de omkasting voldoende effect heeft, moet volgens [gedaagde c.s.] blijken bij kouder weer als de warmtepomp weer (intensief) gebruikt wordt.