Uitspraak
[handelsnaam 1] , [handelsnaam 2]en
[handelsnaam 3],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, ging het om een geschil tussen twee vuurwerkhandelaren over de betaling van een openstaande factuur. De eiseres, een B.V. gevestigd in Almere, had in december 2023 vuurwerk geleverd aan de gedaagde partij, die een bedrag van € 2.456,65 nog niet had betaald. De eiseres had in totaal rekeningen gestuurd ter waarde van € 45.966,08, waarvan € 43.509,43 was voldaan. De gedaagde stelde dat hij ontevreden was over de levering, maar hij had geen schadevergoeding gevorderd en de gemaakte afspraken stonden niet ter discussie. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich aan de gemaakte afspraken moest houden en dat hij het openstaande bedrag moest betalen.
De kantonrechter beoordeelde ook de vordering van de eiseres tot betaling van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres had een bedrag van € 178,04 aan wettelijke rente gevorderd, maar de kantonrechter corrigeerde dit bedrag tot € 101,96, berekend vanaf de datum waarop de gedaagde in verzuim was. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 368,50 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten van in totaal € 1.206,12. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moest betalen, ook als hij in hoger beroep ging.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en administratie tussen ondernemers, vooral in een hectische periode zoals de vuurwerkverkoop. De kantonrechter wees erop dat het aan de gedaagde was om zijn administratie op orde te houden en dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij recht had op enige schadevergoeding. Het vonnis werd uitgesproken op 5 februari 2025.