Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in [verblijfplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van aanvullend verhoorvan aangever [slachtoffer 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
kon even niets horen. [2]
proces-verbaal van aangiftedoor [slachtoffer 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van aanvullend verhoorvan aangever [slachtoffer 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 16 mei 2025, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 mei 2025;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 september 2024, genummerd PL00900-2024291281-26, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 55, 57, 60a, 282, 285, 300 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie,
12.BESLISSING
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
- stelt daarbij een proeftijd van
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd telefonisch meldt bij Reclassering Nederland via het telefoonnummer 088 804 1102. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door een nader te bepalen zorgverlener, te bepalen door de
- 1 STK Sigarettendoos (Omschrijving: PL0900-2024291281-G3404984; PEUK 1);
- 1 STK Sigarettendoos (Omschrijving: PL0900-2024291281-G3404986; PEUK 2);
- 1 STK Sigarettendoos (Omschrijving: PL0900-2024291281-3405238; Leeg pakje sigaretten, Rood, merk: Marlboro);
- 1 STK Patroon (Omschrijving: PL0900-2024291281-G3405049);
- 1 STK Patroon (Omschrijving: PL0900-2024291281-G3405057 TWEE KNALPATRONEN INTAKT);
- 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL0900-2024291281-3405060; 10 gripzakjes);
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag € 5.093,72 bestaande uit € 93,72 materiële schade en € 5.000,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente:
- vanaf 14 september 2024 over een bedrag van € 5.000,-;
- vanaf 16 september 2024 over een bedrag van € 46,86;
- vanaf 31 oktober 2024 over een bedrag van € 46,86,
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
- vanaf 14 september 2024 over een bedrag van € 5.000,-;
- vanaf 16 september 2024 over een bedrag van € 46,86;
- vanaf 31 oktober 2024 over een bedrag van € 46,86,
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 1.799,05 bestaande uit € 299,05 materiële schade en € 1.500,- immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente:
- vanaf 14 september 2024 over een bedrag van € 1.500,-;
- vanaf 27 maart 2025 over een bedrag van € 119,-;
- vanaf 10 april 2025 over een bedrag van € 61,05;
- vanaf 21 april 2025 over een bedrag van € 119,-,
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 1.799,05 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente:
- vanaf 14 september 2024 over een bedrag van € 1.500,-;
- vanaf 27 maart 2025 over een bedrag van € 119,-;
- vanaf 10 april 2025 over een bedrag van € 61,05;
- vanaf 21 april 2025 over een bedrag van € 119,-,
- tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 27 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.