ECLI:NL:RBMNE:2025:2641
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk na einduitspraak in hoofdzaak
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 21 mei 2025 een wrakingsverzoek ingediend, nadat op 14 mei 2025 in de hoofdzaak een einduitspraak was gedaan door mr. A.R. Creutzberg. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek te laat is ingediend, aangezien de einduitspraak in de hoofdzaak al had plaatsgevonden. Verzoeker heeft niet voldoende onderbouwd waarom hij meent dat de rechter partijdig of vooringenomen is. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. Daarnaast heeft de wrakingskamer aangegeven dat, zelfs als het verzoek ontvankelijk zou zijn, het verzoek niet zou worden ingewilligd, omdat de wrakingskamer niet bevoegd is om vonnissen door te sturen aan derden of te beslissen over proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 28 mei 2025 door de meervoudige kamer van de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad.