Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 23 december 2024,
2.De kern van de zaak
[eiseres] wordt afgewezen. Deze beslissing wordt hierna uitgelegd.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiseres, een B.V., betaling van € 914,19 plus rente en kosten van gedaagde, eveneens een B.V. Eiseres stelt dat gedaagde schoenspanners heeft besteld en dat vier verzonden facturen onbetaald zijn gebleven. Gedaagde erkent slechts één bestelling te hebben gedaan en deze te hebben betaald, maar betwist de vier andere bestellingen en stelt dat zij deze niet heeft ontvangen. De kantonrechter heeft op 28 mei 2025 uitspraak gedaan en gaf gedaagde gelijk, waardoor de vordering van eiseres werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de vier bestellingen zijn geleverd aan gedaagde. Eiseres had de bewijslast om aan te tonen dat de bestellingen zijn ontvangen, maar heeft dit niet gedaan. Hierdoor is de vordering van eiseres niet opeisbaar verklaard. Tevens werd eiseres in de proceskosten veroordeeld, inclusief een forfaitair bedrag voor verletkosten van gedaagde, die niet door een gemachtigde werd bijgestaan. De beslissing is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat gedaagde dit niet had verzocht.