ECLI:NL:RBMNE:2025:2688

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
3 juni 2025
Zaaknummer
16.315622.24; 16.169669.23 (vord. tul) en 16.328441.22 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een verdachte voor meerdere strafbare feiten, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld, afpersing en roekeloos rijgedrag met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg.

Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2007, die op 1 oktober 2024 samen met anderen betrokken was bij een reeks ernstige strafbare feiten in Almere. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld, afpersing van geld en een auto, en het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, de slachtoffers onder bedreiging van geweld en met een vuurwapen en mes heeft gedwongen tot afgifte van geld en een auto. Tijdens de vlucht voor de politie veroorzaakte de verdachte een ernstig verkeersongeval, waarbij een van de slachtoffers blijvend letsel opliep. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 240 dagen, waarvan 104 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 100 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en oordeelde dat de verdachte een gevaar voor de samenleving vormt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een licht verstandelijke beperking en eerdere veroordelingen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.315622.24; 16.169669.23 (vord. tul) en 16.328441.22 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 juni 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2007] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte (voornaam)] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen. De inhoudelijke behandeling heeft achter gesloten deuren plaatsgevonden op 13 mei 2025 en het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 20 mei 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.L. Rinsma en van hetgeen [verdachte (voornaam)] en zijn raadsman, mr. J.A.C. van den Brink, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat [verdachte (voornaam)] :
Feit 1:
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van hun vrijheid hebben beroofd, ten gevolge waarvan [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen;
Feit 2:
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), een geldbedrag van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
Feit 3:
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag van € 560,00, welke aan [slachtoffer 1] toebehoorde;
Feit 4:
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), een auto van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gestolen met geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
Feit 5:
op 1 oktober 2024 in Almere, samen met een (of meer) ander(en), door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft gedwongen tot afgifte van een auto, welke aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorde;
Feit 6:
op 1 oktober 2024 in Almere, als bestuurder van een personenauto, zich op de [straat 1] en/of [straat 2] zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, ten gevolge waarvan bij [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel is ontstaan;
Feit 7:
op 1 oktober 2024 in Almere een vuurwapen (gaspistool) van categorie III voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte (voornaam)] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
[verdachte (voornaam)] moet worden vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde nu de door hem verrichte handelingen als afpersing moeten worden gekwalificeerd. Het wegnemen van de auto kan dus niet wettig en overtuigend worden bewezen.
De officier van justitie vindt dat het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 tenlastegelegde wel wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich ten aanzien bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3, 5 en 7 aan het oordeel van de rechtbank, waarbij de raadsman opmerkt dat onder 3 niet bewezen kan worden dat € 560,00 is weggenomen, omdat er in totaal maar € 340,00 in biljetten van € 20,00 is aangetroffen. [verdachte (voornaam)] moet worden vrijgesproken van feit 4 nu deze gebeurtenissen niet als een diefstal met geweld kunnen worden gekwalificeerd. [verdachte (voornaam)] moet ook worden vrijgesproken van feit 6 nu niet kan worden vastgesteld dat hij de bestuurder van de auto is geweest. Mocht de rechtbank tot de conclusie komen dat [verdachte (voornaam)] wel de bestuurder van de auto was, dan moet hij partieel vrijgesproken worden van het roekeloos rijden. De omstandigheden, het negeren van het stopteken en het met hoge snelheid rijden, zijn niet voldoende om van roekeloosheid te spreken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleidend
De rechtbank gaat op basis van het dossier en dat wat er besproken is op de zitting uit van de volgende feiten en omstandigheden. Op 1 oktober 2024 gaan beide aangevers ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ) naar [plaats 1] omdat zij daar met iemand hebben afgesproken om een geldbedrag op te halen in verband met de verkoop van een auto in Suriname. Op het adres dat aan hen is doorgegeven, weet niemand van de verkoop van de auto af. Aangevers willen weggaan en op dat moment stappen er twee jongens bij hen in de auto, te weten [verdachte (voornaam)] en [medeverdachte 3] . Een derde jongen, [medeverdachte 2] , blijft buiten staan. [verdachte (voornaam)] en [medeverdachte 3 (voornaam)] stellen voor om het geld voor de verkoop van de auto ergens anders op te halen. Op deze locatie stapt vervolgens medeverdachte [medeverdachte 1] in de auto. Na enige tijd wordt duidelijk dat het geld voor de verkoop van de auto niet komt en willen aangevers de verdachten weer terugbrengen naar de eerste locatie en hen daar afzetten. Op dat moment weigeren [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] om uit te stappen, en wordt [slachtoffer 2] onder bedreiging van een mes gedwongen om achter het stuur van de auto weg te gaan en achterin te gaan zitten. Aangevers moeten vervolgens hun pinpassen met pincodes aan [verdachte (voornaam)] en zijn medeverdachten afgeven waarna er verschillende keren, bij verschillende pinautomaten in [plaats 1] is gepind. Ook moet [slachtoffer 1] , onder bedreiging van een mes, al het geld uit zijn portemonnee aan de bestuurder van de auto geven. Omdat er een limiet op de bankrekeningen van de aangevers staat moet er een aantal keren worden gewacht tot er weer gepind kan worden. Al die tijd worden beide aangevers door de verschillende aanwezigen in de auto bedreigd met een mes en een vuurwapen; ook worden zij hiermee geslagen. Na ruim een uur komt de politie achter de Tesla rijden en geeft een stopteken. [verdachte (voornaam)] , van wie de rechtbank vaststelt dat hij de bestuurder van de Tesla is geweest, slaat vervolgens op de vlucht, waarbij hij met 125 kilometer per uur door een woonwijk is gereden. [verdachte (voornaam)] verliest uiteindelijk de macht over het stuur waarna de auto tegen een boom tot stilstand komt. [slachtoffer 2] blijkt er zeer ernstig aan toe te zijn en is in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Hij is blijvend halfzijdig verlamd.
Uit het dossier volgt dat er nog een vijfde persoon bij de hiervoor beschreven gebeurtenissen betrokken is geweest, die tot op heden onbekend is gebleven. Deze persoon heeft de afspraak met aangevers gemaakt en heeft tijdens de wederrechtelijke vrijheidsberoving, via de telefoon van aangever, contact gehad met de verdachten, waarbij hij onder meer de opmerking heeft gemaakt: ‘nog niet los laten na 20 min’.
De rechtbank is op grond van het voorgaande, wat volgt uit onderstaande gebezigde bewijsmiddelen, van oordeel dat er sprake is van medeplegen bij de uitvoering van de wederrechtelijke vrijheidsberoving, de afpersing van een geldbedrag en de diefstallen met geweld. [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] hebben elk een significante bijdrage geleverd aan deze feiten. De rechtbank oordeelt dat zij alle drie verantwoordelijk zijn voor het zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer 2] . [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] hielden [slachtoffer 2] gezamenlijk vast in de Tesla, die na een achtervolging door de politie uiteindelijk is gecrasht, waardoor [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De gezamenlijk uitgevoerde wederrechtelijke vrijheidsberoving vormde dus een onmisbare schakel die tot dit gevolg heeft geleid en dit gevolg, het zwaar lichamelijk letsel bij aangever [slachtoffer 2] , is dan ook aan [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] toe te rekenen.
Bewijsmiddelen [1]
Een
proces-verbaal van aangifte,houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [2]
Op dinsdag 1 oktober 2024 was ik samen met mijn broer in [plaats 1] . Wij hadden afgesproken om daar op de [straat 8] een auto te verkopen.
Een
proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [3]
Wij zijn naar het adres gegaan die wij hadden doorgekregen. De persoon met wie wij afgesproken hadden was daar niet. Wij hebben toen geappt met de vraag waar hij was. Hij zou er binnen 5 minuten zijn. Er stapten toen twee jongens in de auto. Er bleef 1 persoon buiten de auto staan. Een van de jongens in de auto vroeg ons om te bellen met de persoon met wie wij hadden afgesproken. Zij waren de mensen die het geld kwamen brengen. De jongens in de auto waren constant het betalen aan het uitstellen. Uiteindelijk stelden zij voor om het geld op te halen bij een auto waarin het geld zou liggen. De derde persoon buiten de auto was een hele jonge jongen, ongeveer 12 of 13 jaar oud. Hij werd door de andere mannen mini genoemd. Ik heb mini later wel op de tweede locatie gezien, maar ik denk dat hij met de fiets of iets degelijks erheen is gereden. Toen wij op de tweede locatie kwamen zag ik geen auto of persoon staan. We moesten toen de hoek om naar een zijstraat. Daar is een derde persoon bij ons in de auto gestapt, dit zou de persoon zijn die het geld zou hebben. Daar hebben wij ook nog een half uur gestaan, het was toen inmiddels 21.30 uur. Mijn broertje zei toen in het algemeen van dat hij zo weg moest en dat wij dit beter op een andere dag konden oplossen. De mannen wilden niet uitstappen en zij probeerden continu tijd te rekken. Toen wij terugreden naar de eerste locatie en gingen stilstaan draaide ik mij om op de stoel en zei, stap maar uit, want wij gaan weg. Toen zag ik ineens een pistool en een groot mes. De persoon de achter mij zat bleef zitten. De personen in het midden en achter mijn broertje die kwamen tussen de stoelen door naar voren. De persoon die recht achter mijn broertje zat die sloeg hem in het gezicht, met de achterkant van het mes. Hij sloeg hem daarbij boven zijn oog bij zijn neus. Ik werd op dat moment onder schot gehouden met het pistool door de jongen die in het midden zat. Zij wilden dat mijn broertje wegging achter het stuur en op de achterbank ging zitten. De jongen met het pistool ging voorin zitten achter het stuur. Op het moment dat hij naast mij zat, sloeg hij mij met het pistool in mijn gezicht. Mijn lip begon direct te bloeden. Wij zijn toen weer gaan rijden. Tijdens het rijden moesten wij onze telefoons aan de mannen laten zien. Ik moest mijn telefoon aan de bestuurder laten zien en mijn broertje moest zijn telefoon aan de mannen op de achterbank laten zien. Wij moesten de bankapp laten zien aan hen. Het pistool is daarbij naar achteren gegaan en de bestuurder had vervolgens het grote mes. We moesten al ons geld van de spaarrekening naar de normale rekening sturen. Mijn broertje had al geld op zijn normale rekening en daarmee wilden zij beginnen. We reden direct naar een pinautomaat, dit was die aan de woonboulevard in [plaats 1] . Eén van de jongens stapte uit, dit was degene die achter de bestuurder zat. De bestuurder heeft het mes in mijn gezicht gehouden en die van mijn broertje. Hij zei toen iets van als jullie uitstappen dan steek ik jullie neer. De deur ging vervolgens weer dicht en wij zijn weer gaan rijden, terwijl die jongen stond te pinnen. Wij zijn toen rondjes gaan rijden op dat industrieterrein. Op een gegeven moment zijn wij bij de pinautomaat gestopt en werd er gevraagd of het was gelukt. Hij zei toen dat hij 4 of 6000 euro had gepind. Ik zag toen ook mini, de eerdere jongen, ineens weer staan. Toen heeft hij 1 van de pinpassen aan mini gegeven. Toen zijn wij weer gaan rijden en hij is bij dezelfde pinautomaat gaan pinnen. Mini kwam terug naar de auto en zei dat het niet lukte. Volgens mij is hij toen weggegaan en weggefietst. Wij zijn toen weggereden van het industrieterrein. Ondertussen werd in de auto gezegd dat wij geld moeten overmaken naar 1 van onze rekeningen. Ik moest dus al mijn geld overmaken naar mijn broertje en ook mijn spaargeld overmaken. Alleen die passen hebben een limiet natuurlijk, dus we moesten wachten tot die limieten voorbij kwamen. Wij werden tijdens de gehele rit bedreigd. Zolang als wij aan het rijden waren werd er continu gezegd ‘we steken jullie neer’, ‘we hakken jullie vingers eraf, ‘we schieten jullie neer’. Ik was op dat moment bang en er van overtuigd dat zij dit ten uitvoer gingen brengen. Ondertussen werd ik gebeld door familie en de vriendin van mijn broertje. De jongens lazen een bericht van mijn vriendin dat ze de politie zou gaan bellen. Zij schrokken hiervan, als mijn vriendin nog een keer zou bellen moet ik opnemen en zeggen dat wij in [plaats 2] waren. Mijn ouders zijn er echter achter gekomen dat er iets mis was. Tijdens het rijden heeft de bestuurder nog een paar keer de velgen geraakt omdat hij echt niet kon rijden. Ik heb het idee dat hij geen rijbewijs had. Wij zijn toen doorgereden naar de volgende pinautomaat in de stad. Een van de jongens heeft toen een oude iPhone gepakt. Hij zei toen dat wij moesten lachten want zij gingen wat foto’s van ons maken. Dan konden ze ons nog opzoeken. Er zijn foto’s gemaakt van mijn gezicht en van mijn broertjes gezicht en van het bloed. Wij zijn toen gestopt bij de pinautomaat in de stad en is er weer eentje gaan pinnen. Hij kon toen maar iets van € 600 pinnen. Wij zijn toen weer verder gaan rijden want we moesten namelijk weer wachten tot de limiet was verhoogd. We moesten toen ook onze zakken legen om te kijken of we meer bij ons hadden. We reden op de weg dichtbij waar de aanrijding was gebeurd. We kregen toen in een keer stop politie te zien. Er raakte er eentje in paniek. Ze maakten toen het plan om te gaan rennen voor de politie. De bestuurder vond dat geen goed idee en vond dat hij wel kon rijden en is doorgereden. Wij zijn toen de woonwijk ingereden, ik keek op de snelheidsmeter en zag 90 staan, dit was toen we net aan het optrekken waren. Ik schat dat hij 100 tot 120 reed in de woonwijk. Het was glad en hij heeft de drempel niet gezien. Wij zijn toen vol over de drempel gereden en raakte in een slip. Wij zijn toen vol op een Ford Transit gereden, waarna we tegen de boom belanden. We stonden ineens stil, het ging allemaal heel snel. Mijn broertje lag bewusteloos in het midden op de achterbank.
Een
proces-verbaal van bevindingenaanvullend onderzoek camerabeelden Tesla, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [4]
Bij het uitkijken bleek dat er op 1 oktober 2024 pas vanaf 21.40 uur beelden beschikbaar waren van de Tesla.
21:42:19 uur: Ik zie dat er een persoon links achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de persoon die achter uit de Tesla stapt een zwarte jas van The North Face draagt en een grijze trainingsbroek. Dit kledingsignalement komt volledig overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] in zijn rechterhand een groot mes draagt. Ik zie bij het uitstappen van verdachte [medeverdachte 3] dat er een andere persoon aan de kant stapt om [medeverdachte 3] eruit te laten. Deze persoon
schuift vervolgens terug op de achterbank van de Tesla. Van deze persoon is alleen de linkerschoen te zien. Deze schoen komt exact overeen met de schoenen die verdachte [medeverdachte 1] .
21:42:22 uur:Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] de deur van de bestuurder van de Tesla opent
21:42:32 uur:Ik zie wel dat de Tesla heen en weer schudt. Ik zie vervolgens dat er een persoon vanaf de plek van de bestuurder uit de auto stapt
en naar de achterzijde van de auto loopt.
21:42:32 uur: Ik zie dat de deur van de bestuurder van binnenuit gesloten wordt. Ik zie dat er vervolgens nog iemand links achterin de Tesla gaat zitten. Hierdoor lijkt het alsof de andere personen op de achterbank doorgeschoven zijn. Ik zie hierbij enkel de schoen en een deel van de broek van deze persoon. Deze schoen en broek komen overeen met de kleding van de eerder omschreven verdachte [medeverdachte 3] .
21:43:03 uur: Bij het instappen is te zien dat deze persoon nog steeds het eerder omschreven mes vasthoudt.
21:43:45 uur: Ik zie dat er een persoon op een fiets rechts naast de Tesla aankomt. Deze jongen werd aan de hand van de latere camerabeelden van de Tesla door verschillende politieambtenaren herkend als zijnde [medeverdachte 2] .
21:44:03 uur:Op de camerabeelden van buiten de Tesla zie ik vervolgens geen personen meer in of uit stappen tot het voertuig om 21.44. uur vertrekt van de parkeerplaats. Hierbij is te zien dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aanfietst.
21:44:45 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aan blijft fietsen.
22:08:53 uur:Ik zie vervolgens dat de Tesla tussen 21.44 uur en 22.08 uur rondrijdt door [plaats 1] waarbij niemand in of uitstapt. Omstreeks 22.08 uur zie ik dat de Tesla tot stilstand komt en dat er een persoon links achter uit de auto stapt. Ik zie dat deze persoon qua kledingsignalement volledig overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] .
22:08:53 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] gezicht bedekkende kleding draagt en iets in zijn rechterhand heeft. Dit voorwerp lijkt op een telefoon.
22:09:00 uur: Ik zie dat [medeverdachte 3] in de richting van een Geldmaat pinautomaat loopt. Ik herken deze Geldmaat en de gebouwen in de omgeving ambtshalve als het Geldmaat pinautomaat op de [straat 3] te [plaats 1] .
22:09:47 uur: Ik zie dat de Tesla een ronde rijdt in de omgeving van het pinautomaat Ik zie hierbij dat op een gegeven moment eerder omschreven verdachte [medeverdachte 2] langs de auto rijdt op zijn fiets. Ik zie dat hij hierbij omkijkt naar de auto.
22:10:37 uur: Ik zie dat de Tesla terugrijdt in de richting van het pinautomaat op de [straat 3] in [plaats 1] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op zijn fiets achter de Tesla aanfietst.
22:10:45 uur: Ik zie op de front camera van de Tesla dat er een persoon bij het pinautomaat staat.
22:12:35 uur: Ik zie dat de Tesla naar achteren steekt waardoor de Geldmaat weer te zien is op de Front camera. Ik zie dat er nu twee personen bij de Geldmaat staan en dat de fiets van [medeverdachte 2] bij een heg geparkeerd is.
22:13:19 uur: Ik zie vervolgens dat de Tesla het pinautomaat voorbijrijdt en iets verderop naar achteren steekt. Ik zie hierbij verdachte [medeverdachte 2] in beeld komt terwijl hij bij de [locatie 3] staat en een sjaal/doek voor zijn gezicht doet. Ik zie dat hij daarna weer terug loopt richting het pinautomaat.
22:14:29 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens een ronde maakt en een minuut later weer terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 3] weer links achterin de Tesla stapt.
22:16:11 uur: Ik zie dat de Tesla hierna weer een ronde maakt en een minuut later terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] een telefoon met daarachter iets wat lijkt op pasjes overhandigd aan de bestuurder van de Tesla. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt welke overeenkomt met de jas die verdachte [verdachte] .
22:16:41 uur: Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] vervolgens weer richting het pinautomaat loopt.
22:17:41 uur: Ik zie dat de Tesla geparkeerd wordt iets voorbij het pinautomaat op de [straat 3] , voor de ingang van overdekt winkelcentrum [locatie 1] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op het linker achterraam van de Tesla klopt. Ik zie vervolgens dat hij iets overhandigd wat lijkt op een telefoon.
22:35:32 uur: Ik zie dat de Tesla door [plaats 1] rijdt. Ik zie hierbij dat de Tesla over de [straat 4] in [plaats 1] rijdt, in de buurt van het centrum van [plaats 1] - [..] .
22:46:34 uur: Ik zie dat de Tesla tussen 22.35 uur en 22.46 uur door [plaats 1] rijdt. Ik zie hierbij dat er geen personen in en uit de Tesla stappen. Ik zie om 22.46 uur dat de bestuurder van de Tesla tijdens het rijden zijn arm naar buiten steekt. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt, welke overeenkomt met de jas die verdachte [verdachte] droeg ten tijde van zijn aanhouding.
22:52:32 uur: Ik zie dat de Tesla stopt en er een persoon rechts achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 1] , droeg bij zijn aanhouding.
22:53:34 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 1] in zijn linkerhand iets vasthoudt wat lijkt op een telefoon. Ik zie vervolgens dat verdachte [medeverdachte 1] naar links uit het beeld verdwijnt, het voetgangersgebied richting de [locatie 4] (…) Zoals te zien op bovenstaande kaart bevindt de locatie van de Tesla zich in de directe omgeving van
een pinautomaat op het [straat 6] te [plaats 1] .
22:55:13 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 1] terug komt bij de Tesla en weer rechts achterin de Tesla plaatsneemt waarna de Tesla wegrijdt.
22:56:47 uur: Ik zie dat achter de Tesla een politieauto rijdt. Ik zie op de verschillende beelden dat de transparant van deze politieauto rood verlicht is met de tekst politie stop.
22:57:10 uur: Ik zie dat de Tesla niet stopt naar links afslaat en de snelheid toeneemt. Ik zie dat de Tesla de bocht niet haalt en hierbij op het ras terecht komt waarna de auto slipt en de weer terug op de weg komt.
22:57:18 uur: Ik zie dat hierop de optische signalen (zwaailichten) op de politieauto aan gaan.
22:57:25 uur: Ik zie dat de snelheid waarmee de Tesla rijdt vervolgens nog eens aanzienlijk omhoog gaat. Ik zie dat de politieauto hierdoor in de achtergrond verdwijnt. Ik zie hierbij dat de Tesla over verschillende drempels stuitert.
22:57:30 uur: Ik zie dat de Tesla begint te slippen en dat de achterkant naar rechts uitbreekt Ik zie dat de Tesla hierbij met de rechter achterkant een geparkeerde bestelbus raakt.
22:57:31 uur: Ik zie dat er vervolgens flinke schade te zien is aan de voorzijde van de witte bestelbus.
22:57:33 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens naar de andere kant van de weg schuift en met de linkerzijde tegen een boom klapt.
22:57:33 uur: Ik zie dat bij deze klap erop lijkt dat er een persoon links achter uit het voertuig wordt geslingerd.
22:57:37 uur: Ik zie dat de Tesla met de achterkant tegen een geparkeerde auto tot stilstand komt. Ik zie dat links naast het voertuig op dat moment een Fiat Panda staat. Ik zie vervolgens dat er een persoon links achter uit de Tesla klimt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen lijkt te komen met de kleding die verdachte [medeverdachte 1] droeg bij zijn aanhouding.
22:57:52 uur: Ik zie dat de politie ter plaatse komt bij de Tesla en contact probeert te maken met de inzittenden.
Een
proces-verbaal van verhoor medeverdachte[medeverdachte 2] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [5]
V: Je was die dag weggelopen en je was buiten en hoe kom je bij die jongens?
A: Ik had ze geappt wat gaan jullie doen. Ze zeiden dat ze thuis waren en dat ik
langs kon komen. Ik ken ze van de buurt in [plaats 1] van [locatie 2] . Ze vertelde dat ze
het wilde doen en toen gingen ze het doen.
V: Hoe ging dat contact en wat zeiden ze?
A: Ze zeiden dat ze een auto gingen verkopen en vroegen of ik mee ging en ik zei dat
ik ging kijken.
Een
proces-verbaal van bevindingen Snapchatmet bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [6]
Ik bekeek de geleverde informatie van snapchat en zag foto’s en een filmpje. De personen op de foto’s zijn herkend als de slachtoffers [achternaam van slachtoffer 1 en 2] . Ik herkende op filmpje slachtoffer [slachtoffer 2] . Ik zag dat zijn gezicht werd gefilmd vanaf de rechterzijde. Ik hoorde een stem en ik hoorde dat deze persoon het volgende zei:
'Nu ga je betalen jij’
'Heb je gehoord’
‘Heb je gehoord’
Ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 2] geslagen werd. Ik zag een arm komen vanuit de richting van de filmende telefoon, en ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 2] geraakt werd op het hoofd. Ik zag dat slachtoffer [slachtoffer 2] met zijn hoofd achteruit bewoog door deze klap. Ik zag en hoorde dat de persoon tijdens de klap op het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 2] voor het tweede maal 'heb je gehoord’ zei.
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 1] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [7]
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer 1] en spaarrekening [rekeningnummer 2] van aangever [slachtoffer 1] . Bij het bekijken van de transacties is te zien dat er op 1 oktober 2024, omstreeks 21.46 uur, 1.230 euro van de betaalrekening van [slachtoffer 1] werd overgeschreven naar de rekening van het andere slachtoffer [slachtoffer 2] . Daarna is te zien dat, omstreeks 21.52 uur, 9.072 euro werd overgeschreven van de spaarrekening [rekeningnummer 2] van aangever [slachtoffer 1] naar zijn betaalrekening. Vervolgens is omstreeks 22.11 uur te zien dat er twee keer 2.000 euro van de betaalrekening werd gepind bij een Geldmaat op de [straat 3] te [plaats 1] .
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [8]
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer 3] en spaarrekening [rekeningnummer 4] van slachtoffer [slachtoffer 2] . Bij het bekijken van bovenstaande transacties is t zien dat er op 1 oktober 2024, om 21.46 uur, er 1.230 euro was gestort op de rekening van [slachtoffer 2] en dit kwam van de rekening van [slachtoffer 1] . Ik zag dat tussen 22.09 uur en 22.13 uur er drie keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de [straat 3] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 4.070 euro. Ik zag dat tussen 22.31 uur en 22.32 uur er twee keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de [straat 5] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 500 euro. Ik zag dat er om 22.54 uur er geld was opgenomen bij de Geldmaat aan het [straat 6] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 300 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingen, inbeslaggenomen bedrag [medeverdachte 3] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [9]
Uit de processen-verbaal bankgegevens van aangever blijkt dat er meerdere bedragen contant zijn opgenomen bij Geldmaat op 1 oktober 2024. Dit was een bedrag van in totaal 8.870 euro, welke contant was opgenomen van de bankrekeningen van de slachtoffers. Na de aanhouding van de verdachte [medeverdachte 3] is er contant geld aangetroffen. Dit was een totaal bedrag van 8.870 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingengesprek met aangever [slachtoffer 1] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [10]
[slachtoffer 1 (voornaam)] vroeg mij tijdens dit gesprek of er al iets duidelijk was over het contante geld dat hij ten tijde van het incident had moeten afgeven onder bedreiging van een mes aan de verdachte, die op dat moment de Tesla bestuurde. [slachtoffer 1 (voornaam)] zat op dat moment op de bijrijdersstoel. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat de bestuurder, zoals gezegd, een mes in zijn richting hield en hem sommeerde al het geld dat hij bij zich had aan hem te geven. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat hij inderdaad contact geld in een portemonnee in zijn linker jaszak had en dat het een bedrag van circa 560 euro betrof, hoofdzakelijk bestaande uit biljetten van 20 euro. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat hij het geld vanwege de bedreiging aan de bestuurder gaf. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde mij dat hij zag dat de bestuurder het geld naar een van de verdachten op de achterbak van de Tesla gaf. Wie dat was kon hij niet zien.
Een
proces- verbaal van bevindingenaantreffen mes, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [11]
Ik zag dat er een groot mes lag op ongeveer een halve tot een meter afstand van de persoon. Ik zag dat het mes een hand had met daaraan een vast kartelend lamet. Ik schat dat het lamet ongeveer 30 centimeter lang was.
Een
proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict( [straat 1] [plaats 1] ) met bijlagen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [12]
Onder de andere pion en de koelkastlade zagen wij een vuurwapengelijkend voorwerp liggen. Wij zagen dat het om een voorwerp, gelijkend op een zwart handvuurwapen, type pistool, merk Walther P99 ging. Na het veilig maken van het wapen hebben wij het wapen in beslag genomen (SIN AARK8758NL).
Een
proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen,inhoudende de categorisering van het wapen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [13]
Het voorwerp met SIN AARK8758NL is een vuurwapen, gaspistool, merk Walther, model P99, kaliber 9mm P.A.K., voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit gaspistool is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen door een
loop af te schieten. De werking van dit gaspistool berust op het teweegbrengen van
een scheikundige ontploffing. Derhalve is dit gaspistool een vuurwapen in de zin
van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet
wapens en munitie.
Het
deskundigenrapport Forensisch DNA-onderzoek, opgesteld door ing. [A] , zakelijk beschreven: [14]
AASB4911NL#01 vuurwapen
AARK8758NL; binnenzijde loop; [.] - negatief
DNA profiel:
DNA kan afkomstig zijn van [verdachte]
Bewijskracht:
meer dan 1 miljard.
AASB4972NL#01
airbag AAOA2029NL: gehele binnenzijde
DNA profiel:
[verdachte]
Bewijskracht:
meer dan 1 miljard
Een
proces-verbaal Verkeersongevalanalyse, opgesteld door [B] en [C] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [15]
Samenvatting
Op dinsdag 01 oktober 2024, omstreeks 22:57 uur, heeft er een verkeersongeval plaatsgevonden op de [straat 1] te [plaats 1] waar een personenauto en meerdere geparkeerde voertuigen bij betrokken waren. Op de [straat 7] had een politieagent in een opvallend politievoertuig de bestuurder van de Tesla middels
een verlicht transparant aan de voorzijde van het voertuig een stopteken getoond. De bestuurder van de Tesla had het stopteken genegeerd en is van het opvallende politievoertuig weggereden. Op de [straat 1] gold een toegestane maximumsnelheid van 30 km per uur. Bij het, met een niet- gevalideerde snelheid van ongeveer 125 km per uur, passeren van een verkeersplateau ter hoogte van het
T-kruispunt met de [straat 2] raakte de bestuurder van de Tesla de controle over zijn voertuig kwijt. Hierbij is de Tesla tegen geparkeerde voertuigen aangebotst, in een slip geraakt en vervolgens met de linkerzijde tegen een boom aangereden. 4 seconden voor de aanrijding met de boom had de Tesla de hoogste geregistreerde (niet-gevalideerde) snelheid van 130 km per uur. Door de aanrijding met de boom is de Tesla om zijn gieras geroteerd en is één van de inzittenden van de achterbank uit het voertuig geraakt en heeft lichamelijk letsel opgelopen. De Tesla is tegen een ander geparkeerd voertuig tot stilstand gekomen.
Een
schriftelijk bescheidGeneeskundige Verklaring, opgesteld door [D] , inhoudende, zakelijk weergegeven: [16]
Medische informatie betreffende:
Voornamen: [voornaam van slachtoffer 2]
Achternaam: [achternaam van slachtoffer 2]
Uitwendig waargenomen letsel:
- hersenbloeding
- hemiparese links
- occlusie a vertebralis
- fractuur cervicaal
- buikwand ruptuur
- fors darmletsel
Geschatte duur van de genezing: jaren
Deze bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.
Vrijspraak feit 4
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat op basis van het vastgestelde feitencomplex de door [verdachte (voornaam)] en de medeverdachten gepleegde handelingen niet kunnen worden gekwalificeerd als een diefstal met geweld van de auto. De rechtbank zal [verdachte (voornaam)] dan ook vrijspreken van het onder 4 tenlastegelegde.
Bewijsoverweging feit 6
De rechtbank dient als eerste de vraag te beantwoorden of [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de auto was ten tijde van de crash en vervolgens of het rijgedrag van [verdachte (voornaam)] als roekeloos kan worden bestempeld.
Is [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de Tesla geweest?
De raadsman heeft aangevoerd dat er in het dossier onvoldoende bewijs aanwezig is om vast te stellen dat [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de Tesla is geweest. Daarnaast schetst de raadsman een alternatief scenario waarbij er in de auto kort voor de crash door de verdachten nog onderling van plek zou zijn gewisseld. Op de camerabeelden van de Tesla is twee keer een arm vanuit het raam te zien, aan de bestuurderszijde van de auto, waarvan de tweede keer slechts 10 minuten voor de crash. De mouw van de jas die de bestuurder op dat moment aan heeft, komt overeen met de jas die [verdachte (voornaam)] aan had tijdens zijn aanhouding. Ook is er DNA van [verdachte (voornaam)] aangetroffen op de geactiveerde airbags aan de bestuurderskant van de auto. [verdachte (voornaam)] heeft bij de politie en op de zitting geen verklaring afgelegd over zijn rol in de verdenkingen. Hij heeft dus ook geen (andere) verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA op de bestuurdersairbag. De suggestie van de raadsman tijdens de zitting dat er kort voor het wegrijden voor de politie en de daarop volgende crash nog van plek is gewisseld, is niet nader onderbouwd. Ook zijn daarvoor geen concrete aanknopingspunten in het dossier te vinden, terwijl het dossier wel aanknopingspunten bevat die erop duiden dat ten tijde van de crash [slachtoffer 1] voorin op de bijrijdersstoel zat en [slachtoffer 2] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] op de achterbank. Anders dan de raadsman, is de rechtbank op grond van het voorgaande van oordeel dat wel degelijk kan worden vastgesteld dat [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de auto is geweest.
Causaliteit
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van overtreding van artikel 6 Wegenverkeerswet (hierna: WVW), is allereerst vereist dat er een causaal verband bestaat tussen de gedragingen van verdachte en het ongeval. Daarbij gaat het om de vraag of het verkeersongeval redelijkerwijs als gevolg van de gedragingen aan [verdachte (voornaam)] is toe te rekenen. De rechtbank oordeelt dat dat het geval is.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte (voornaam)] de maximumsnelheid heeft overtreden. Uit het rapport van de Verkeersongevalsanalyse (hierna: VOA) volgt dat [verdachte (voornaam)] , op het moment dat de politie een stopteken gaf, van de politieauto is weggereden. Op de [straat 1] gold een toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur. [verdachte (voornaam)] reed hier echter met een snelheid van ongeveer 125 kilometer per uur, waarmee hij de maximumsnelheid met ongeveer 95 kilometer per uur heeft overschreden. Hij reed vervolgens over een verkeersplateau en raakte de controle kwijt, waarbij hij tegen verschillende geparkeerde auto’s is gebotst en daarna via een boom tegen aan auto tot stilstand is gekomen. Uit de VOA blijkt dat 4 seconden voor de aanrijding met de boom de snelheid van de auto 130 kilometer per uur was.
Door op de hiervoor beschreven manier te rijden is de Tesla tegen een boom gecrasht. De rechtbank concludeert dat het verkeersongeval redelijkerwijs het gevolg is van het handelen van [verdachte (voornaam)] en daarom aan hem kan worden toegerekend.
De mate van schuld in de zin van artikel 6 WVW
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is de vraag welke mate van schuld bij [verdachte (voornaam)] kan worden vastgesteld. Schuld, in juridische zin, kan bestaan in verschillende gradaties: van aanmerkelijk onvoorzichtig tot roekeloos, waarbij roekeloos geldt als de zwaarste vorm van schuld. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het rijgedrag van verdachte roekeloos is geweest.
Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten heeft de wetgever het begrip roekeloosheid nader ingevuld en zo het toepassingsbereik daarvan willen verbreden. Daartoe is in artikel 175, tweede lid WVW bepaald dat van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, eerste lid WVW kan worden aangemerkt. Als de verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden, hij dit opzettelijk heeft gedaan en daardoor gevaar was te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen, kan dat gedrag als roekeloos worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte (voornaam)] de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden. Gezien het in aanzienlijke mate overschrijden van de maximumsnelheid kan het niet anders dan dat [verdachte (voornaam)] dit opzettelijk heeft gedaan. Dit volgt eveneens uit de omstandigheid dat [verdachte (voornaam)] voor de politie op de vlucht was geslagen.
Om vast te stellen dat gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen te duchten was, moet het gevaar ten tijde van het handelen naar algemene ervaringsregels voorzienbaar zijn geweest. In zijn algemeenheid acht de rechtbank het voorzienbaar dat er een zeer gevaarlijke situatie kan ontstaan door het hiervoor beschreven rijgedrag in een woonwijk waar een maximumsnelheid van 30 kilometer per geldt. De rechtbank weegt hierin ook mee dat het ’s avonds laat was en dus donker was waardoor extra oplettendheid was vereist. Naar het oordeel van de rechtbank was er daardoor gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar bij de andere weggebruikers, maar ook bij de inzittenden van de auto die [verdachte (voornaam)] bestuurde. [slachtoffer 2] heeft ook daadwerkelijk zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het door [verdachte (voornaam)] gecreëerde gevaar is daarmee verwezenlijkt. De rechtbank acht dan ook bewezen dat er gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van andere weggebruikers te duchten was.
Het voorgaande betekent dat het verkeersgedrag van [verdachte (voornaam)] dat tot het ongeval heeft geleid, kan worden aangemerkt als een overtreding van artikel 5a WVW. Daarmee is de schuldgradatie van roekeloosheid, gelet op wat is bepaald in artikel 175, tweede lid, WVW, gegeven. De rechtbank oordeelt dat [verdachte (voornaam)] roekeloos heeft gereden, zoals bedoeld in artikel 6 WVW.
De rechtbank acht daarom het onder 6 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte (voornaam)] :
Feit 1:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd en beroofd gehouden, door
- een afspraak te maken met die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor het kopen van
een personenauto (Ford Ranger) en
- vervolgens in de auto van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te stappen en
- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en
- te weigeren uit de auto te stappen en
- een vuurwapen en een mes op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te richten en
- die [slachtoffer 1] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 2] met een mes in het gezicht te slaan en
- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen en een mes, te dwingen uit het voertuig te stappen en
- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en
- vervolgens met het voertuig weg te rijden en
- een mes te tonen en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zouden worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- vervolgens met dat voertuig door [plaats 1] te rijden en
- hierbij telkens die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en "We hakken jullie vingers eraf" en "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten een halfzijdige lichaamsverlamming, heeft bekomen;
Feit 2:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag dat geheel aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij hij, verdachte en zijn mededader(s) het weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels, te weten een of meer bankpassen (met bijbehorende pincode), terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door
- een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te richten en
- die [slachtoffer 1] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 2] met een mes in het gezicht te slaan en
- tijdens het rijden die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen om hun telefoons met daarop bankapps te laten zien en
- tijdens het rijden die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen om geld over te maken van hun spaarrekeningen naar hun betaalrekeningen en
- hierbij een mes te tonen en die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zouden worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- hierbij telkens die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en "We hakken jullie vingers eraf" en "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 3:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag dat geheel aan die [slachtoffer 1] toebehoorde door
- een mes op die [slachtoffer 1] te richten en
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn zakken moest leeg maken en
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij al het geld dat hij bij zich had aan hem en/of zijn mededader(s) moest geven;
Feit 5:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een personenauto (met kenteken [kenteken] ), die geheel aan die [slachtoffer 1] toebehoorde door in de auto van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te stappen en
- te weigeren uit de auto te stappen en
- een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te richten en
- die [slachtoffer 1] met een vuurwapen in het gezicht te slaan en [slachtoffer 2] met een mes in het gezicht te slaan en
- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen en een mes, te dwingen uit het voertuig te stappen en
- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen en een mes, op die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en
- vervolgens met het voertuig weg te rijden;
Feit 6:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] , als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de [straat 1] en de [straat 2] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos,
- een voor hem bedoeld stopteken van de politie te negeren en met hoge snelheid een woonwijk in te rijden, en
- (vervolgens) met een zeer hoge snelheid te rijden, te weten een maximale snelheid van 125-130 kilometer per uur, althans met een veel hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en gelet op de verkeerssituatie ter plaatse verantwoord was
- vervolgens de controle over zijn, verdachtes, voertuig te verliezen en
- daarbij tegen een of meer geparkeerde voertuigen te botsen en in een slip te raken en vervolgens tegen een boom aan te rijden, waardoor een ander genaamd [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten onder andere een schedelfractuur, een fractuur cervicaal (oftewel: een gebroken nek), een buikwand ruptuur en fors darmletsel werd toegebracht;
Feit 7:
op 1 oktober 2024 te [plaats 1] een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen (gaspistool) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk: Walther, type: P99, kaliber: 9mm pak voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte (voornaam)] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte (voornaam)] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven/beroofd houden, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
Feit 2:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld/bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 3 en feit 5:
telkens afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 6:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl de schuld bestaat in roekeloosheid en het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht;
Feit 7:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. [verdachte (voornaam)] is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte (voornaam)] ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
- een jeugddetentie van 240 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 104 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met daarbij door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) geadviseerde bijzondere voorwaarden. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren;
- een taakstraf van 100 uren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om bij de bepaling van de strafmaat mee te gaan in het advies van De Raad.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en de ernst van de feiten
[verdachte (voornaam)] heeft zich op 1 oktober 2024 samen met anderen schuldig gemaakt aan een wederrechtelijke vrijheidsberoving, diefstal met geweld van verschillende geldbedragen, afpersing van een geldbedrag en de afpersing van een auto. Daarnaast heeft [verdachte (voornaam)] zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een ernstig verkeersongeval door roekeloos rijgedrag en het voorhanden hebben van een vuurwapen.
De feiten die [verdachte (voornaam)] samen met [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] heeft gepleegd zijn bijzonder ernstig. De manier waarop beide slachtoffers gedurende ruim een uur in de auto zijn vastgehouden, waarbij zij op een hele heftige manier zijn bedreigd en zijn geslagen met een mes en een vuurwapen, moet voor hen heel beangstigend zijn geweest. Extra stuitend is dat [verdachte (voornaam)] en zijn medeverdachten het nodig vonden om dit te filmen en via Snapchat met de wereld te delen. Het doel van deze hele actie was het verkrijgen van zoveel mogelijk geld. De situatie is helemaal uit de hand gelopen op het moment dat [verdachte (voornaam)] besloot om toen de politie ten tonele verscheen niet te stoppen, maar te vluchten. [verdachte (voornaam)] reed met 125 kilometer per uur een woonwijk in waar 30 kilometer per uur was toegestaan. Door dit roekeloze rijgedrag is [verdachte (voornaam)] de controle over de auto verloren en kwam deze uiteindelijk via een boom tot stilstand. Dat er geen doden zijn gevallen is een wonder. Eén van de slachtoffers heeft wel zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Zijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn nu hij door het ongeval halfzijdig verlamd is geraakt. Uit de ter zitting voorgedragen slachtofferverklaring volgt dat de impact van de feiten tot op de dag van vandaag nog steeds voor beide slachtoffers en hun familie onbeschrijfelijk groot is.
[verdachte (voornaam)] en zijn medeverdachten hebben op een zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Naast de angstgevoelens die de slachtoffers zijn aangejaagd, veroorzaken dergelijke gewelddadige feiten gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. [verdachte (voornaam)] en zijn medeverdachten hebben zich hierbij niet bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers en hebben hun eigen belang om ‘snel geld te verdienen’ voorop gezet. Dit rekent de rechtbank [verdachte (voornaam)] zwaar aan.
[verdachte (voornaam)] heeft zich daarnaast nog schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank overweegt dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengt en bovendien de in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid versterkt. Dat die risico’s zich ook realiseren blijkt uit de omstandigheid dat [verdachte (voornaam)] een vuurwapen bij onderhavige feiten heeft gebruikt.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 17 februari 2025 betreffende verdachte. Daaruit volgt dat [verdachte (voornaam)] niet eerder voor soortelijke feiten is veroordeeld. Wel is [verdachte (voornaam)] op 19 maart 2024 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Lelystad veroordeeld voor onder andere openlijke geweldpleging. Hierbij is aan [verdachte (voornaam)] een jeugddetentie van 60de dagen, waarvan 56 dagen voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van twee jaren en daarbij verschillende bijzondere voorwaarden. [verdachte (voornaam)] is gedurende deze proeftijd opnieuw in de fout gegaan.
Bij haar beslissing houdt de rechtbank wat betreft de persoon van [verdachte (voornaam)] rekening met de volgende rapporten:
- een pro Justitia rapportage betreffende een psychologisch onderzoek van 23 december 2023, opgemaakt door twee orthopedagoog-generalisten (hierna: het pro Justitia rapport);
- een advies uitgebreid onderzoek van de Raad van 28 april 2025.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van hetgeen de onderzoeker werkzaam bij de Raad en de jeugdreclasseerder als beëdigd deskundigen op zitting hebben verklaard en toegelicht.
Uit het
pro Justitia rapportvolgt dat bij [verdachte (voornaam)] sprake is van een licht verstandelijke beperking, een ongespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis en een oppositionele-opstandige stoornis. De beperkingen in de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling zijn verklaarbaar vanuit een aanlegfactor alsook vanuit het klimaat waarin [verdachte (voornaam)] is opgegroeid. Door de ernst en de duur van de problemen is er inmiddels sprake
van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling waarbij [verdachte (voornaam)] geen contact met emoties maakt en niemand in vertrouwen neemt. Het verloop van de gebeurtenissen rondom de verschillende tenlastegelegde feiten is niet duidelijk geworden nu [verdachte (voornaam)] hier niets over heeft willen zeggen. Er kan derhalve geen uitspraak gedaan worden over het verband tussen de vastgestelde diagnose en het tenlastegelegde. Bij een bewezenverklaring wordt enige doorwerking van de gestelde stoornissen in combinatie met zijn verstandelijke beperking en als gevolg daarvan zijn sociaal emotioneel jong functioneren in het tenlastegelegde waarschijnlijk geacht. Er kan echter niet worden beschreven hoe deze hebben doorgewerkt doordat [verdachte (voornaam)] hierover niet wil verklaren.
De deskundigen hebben gelet op het voorgaande met enige voorzichtigheid een inschatting gemaakt van het risico op toekomstig gewelddadig gedrag op korte en langere termijn. Er wordt ingeschat dat wanneer [verdachte (voornaam)] strakke en duidelijke kaders ontvangt en er sprake is van 24/7 toezicht en begeleiding, de kans op recidive matig tot hoog is. Wanneer deze voorwaarden ontbreken wordt de kans op recidive hoog ingeschat. Om de kans op recidive te verminderen en voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van [verdachte (voornaam)] is het geïndiceerd om begeleiding en behandeling in te zetten in een 24-uurs voorziening waarbij bij voorkeur ook mogelijkheden zijn voor [verdachte (voornaam)] om naar dagbesteding of school te gaan. Hierbij is van belang dat er nabijheid, structuur en toezicht geboden wordt om [verdachte (voornaam)] het benodigde externe geweten te bieden en hem enerzijds de stimulans en anderzijds de grenzen te bieden die tot nu toe ontbroken hebben voor hem. Hierbij moet rekening gehouden worden met zijn licht verstandelijke beperking en daarmee samenhangend het feit dat vaardigheden ingesleten dienen te worden en met het feit dat [verdachte (voornaam)] eerst een vertrouwensrelatie moet kunnen opbouwen en dat er een motivatietraject voor behandeling moet komen.
Geadviseerd wordt de interventies, dus de bovenstaande behandeling en begeleiding, in een woonsetting en behandeling gericht op (de effecten van) vroegkinderlijke traumatisering en coping, verstoorde hechting en training gericht op middelgebruik, op te leggen in het kader van een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden waaronder inzet van een ITB Harde Kern, waarbij inzet van elektronische monitoring overwogen kan worden in het geval dat er alleen een setting voorhanden is waar het toezicht en de begeleiding minder intensief is dan wenselijk is voor [verdachte (voornaam)] .
Uit het
advies van de Raadvolgt dat het Algemeen Recidive Risico (ARR) uitkomt op hoog. Het hoge ARR kan worden verklaard nu [verdachte (voornaam)] al op jonge leeftijd eerder met politie in aanraking is geweest. Het Dynamisch Risico Profiel (DRP) komt uit op midden, wat wil zeggen dat er uit het onderzoek meerdere risicofactoren naar voren komen die de kans op herhaling vergroten.
Ten aanzien van het strafadvies sluit de Raad zich aan bij het advies uit het pro Justitia rapport, namelijk een ITB Harde Kern met een (deels) voorwaardelijke straf. Hierbij vindt de Raad het wel van belang dat er vooralsnog toezicht kan worden gehouden door middel van een enkelband. De Raad vindt dat, gezien de ernst van de verdenking, het voorwaardelijk strafdeel een voorwaardelijke jeugddetentie dient te zijn. De Raad ziet dat [verdachte (voornaam)] in de afgelopen periode de aangeboden begeleiding heeft aangepakt en ook kan erkennen dat hij begeleiding en behandeling nodig heeft. [verdachte (voornaam)] heeft daarin al stappen gezet. Het goed (blijven) begeleiden en behandelen van [verdachte (voornaam)] zal de nodige tijd kosten en daarom is het niet in zijn belang om hem in het kader van een strafoplegging terug te sturen naar de JJI. Wat betreft het onvoorwaardelijke deel adviseert de Raad om deze reden dit gelijk aan het voorarrest te laten zijn Om dezelfde reden adviseert de Raad wat betreft het strafadvies van de tenuitvoerlegging van de 56 dagen voorwaardelijke jeugddetentie de proeftijd te verlengen en nu niet ten uitvoer te leggen. De Raad vindt het gezien de ernst van de feiten passend om naast de geadviseerde (deels) voorwaardelijke jeugddetentie een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf te adviseren. [verdachte (voornaam)] heeft nog geen werk, waardoor een werkstraf ook een goede invulling van zijn dag kan zijn. In aansluiting hierop adviseert de Raad om de voorwaardelijke werkstraf van 30 uur wél ten uitvoer te leggen. Op deze manier ervaart [verdachte (voornaam)] een duidelijke consequentie van het recidiveren.
De op te leggen straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte (voornaam)] , zoals tijdens de zitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het aantal feiten, de ernst van deze feiten en de gevolgen daarvan laten meewegen. De rechtbank weegt in het nadeel van [verdachte (voornaam)] mee dat vijf van de zeven feiten met anderen zijn gepleegd, er fysiek geweld is gebruikt en dat [verdachte (voornaam)] , als bestuurder van de auto, voor de politie op de vlucht is geslagen. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat [verdachte (voornaam)] in twee proeftijden liep, wat hem er kennelijk niet van heeft weerhouden weer strafbare feiten te plegen. Als laatste zal de rechtbank ten nadele van [verdachte (voornaam)] rekening houden met zijn proceshouding. [verdachte (voornaam)] heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen en hij heeft daarmee geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Daarnaast lijkt [verdachte (voornaam)] weinig inzicht te tonen in de ernst van wat hij heeft veroorzaakt.
De rechtbank weegt ook een aantal omstandigheden in het voordeel van [verdachte (voornaam)] mee. Zo blijkt dat [verdachte (voornaam)] het goed doet bij [instelling 2] , naar school gaat en stage loopt. Ook is [verdachte (voornaam)] begonnen met een behandeling bij De [instelling 1] en stelt hij zich steeds meer open voor behandeling.
Gelet op het voorgaande doet de door de officier van justitie gevorderde straf recht aan de aard en de ernst van het bewezenverklaarde.
De rechtbank zal [verdachte (voornaam)] dan ook veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 240 dagen, met aftrek van het voorarrest. Een gedeelte van 104 dagen zal voorwaardelijk worden opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat [verdachte (voornaam)] niet terug hoeft naar de jeugdgevangenis. Met deze straf beoogt de rechtbank [verdachte (voornaam)] ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te begaan. Bovendien vindt de rechtbank het belangrijk dat [verdachte (voornaam)] de hulp en begeleiding krijgt, zoals deze in de vorm van bijzondere voorwaarden door de Raad zijn geadviseerd.
Om [verdachte (voornaam)] de consequenties van zijn strafbare gedrag te laten voelen, zal de rechtbank daarnaast ook een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 100 uren opleggen.
Uit de opgemaakte rapporten blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat [verdachte (voornaam)] wederom een misdrijf zal begaan indien de begeleiding niet onmiddellijk wordt voortgezet. Daarom zal de rechtbank bevelen dat te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Midden- Nederland, locatie Lelystad van 19 maart 2024 (parketnummer 16.169669.23) heeft [verdachte (voornaam)] een voorwaardelijke jeugddetentie van 56 (zesenvijftig) dagen opgelegd gekregen. [verdachte (voornaam)] heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. De rechtbank is echter met de deskundigen van oordeel dat het niet in het belang van [verdachte (voornaam)] is als hij weer terug zou moeten naar de JJI, nu daarmee het risico bestaat dat de nu opgestarte behandeltrajecten komen te pauzeren of zelfs komen te vervallen. De rechtbank zal daarom niet de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie gelasten maar de proeftijd verlengen met één jaar.
Daarnaast is aan [verdachte (voornaam)] bij vonnis van 21 september 2023 door de kinderrechter van de rechtbank Midden- Nederland, locatie Lelystad (parketnummer: 16.328441.22) een voorwaardelijke werkstraf van 30 uren opgelegd. De rechtbank wijst deze vordering wel toe. Dit betekent dat [verdachte (voornaam)] deze 30 uren moet gaan werken.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 6 en 175 van de Wegenverkeerswet 1994
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt [verdachte (voornaam)] daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt [verdachte (voornaam)] daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte (voornaam)] strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt [verdachte (voornaam)] tot een
jeugddetentie van 240 (tweehonderdveertig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door [verdachte (voornaam)] vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een
gedeelte van 104 (honderdenvier) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [verdachte (voornaam)] de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat [verdachte (voornaam)] :
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa eerste tot en met het derde lid van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat [verdachte (voornaam)] gedurende de proeftijd:
* mee blijft werken aan behandeling bij de [instelling 1] of een soortgelijke instelling,
zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
* meewerkt aan dagbesteding in de vorm van school of werk;
* verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang,
zoals [instelling 2] of een vergelijkbare instelling, en hierbij meewerkt aan
ambulante begeleiding;
* (behoudens verlenging) zes maanden intensieve begeleiding aanvaardt in het kader van ITB Harde Kern;
* op geen enkele wijze contact – indirect of direct – zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten ( [medeverdachte 1] , geboren op [2007] , [medeverdachte 3] , geboren op [2009] en [medeverdachte 2] , geboren op [2011] ) en de slachtoffers ( [slachtoffer 1] , geboren op [1993] en [slachtoffer 2] , geboren op [1996] );
* zich houdt aan het locatiegebod ( [adres] , [postcode] [plaats 2] ) en zich ter controle van het locatiegebodonder elektronisch toezicht zal stellen van de gecertificeerde instelling te weten [instelling 3] te [...] , zolang de jeugdreclassering dit nodig acht, voor de duur van maximaal 6 maanden;
* zich na afloop van het elektronisch toezicht houdt aan de avondklok, tussen 19:00 uur tot 07:00 uur (met uitzondering van school/werk/sport in afstemming met de jeugdreclassering en zolang dit noodzakelijk wordt
geacht door de jeugdreclassering);
* meewerkt aan het maken van een netwerkanalyse;
* meewerkt aan het hebben van een positieve vrijetijdsbesteding;
- waarbij de gecertificeerde instelling [instelling 3] te [...] opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en [verdachte (voornaam)] ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- veroordeelt [verdachte (voornaam)] tot een
taakstraf in de vorm van een werkstraf van 100 (honderd) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 50 dagen hechtenis;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.169669.23
- verlengt de proeftijd van de bij vonnis van 19 maart 2024 door de meervoudige strafkamer in de rechtbank Midden- Nederland, locatie Lelystad opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie met één jaar;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.328441.22
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad bij vonnis van 21 september 2023 opgelegde voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf van 30 uren;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door D.S. Terporten- Hop, voorzitter, tevens kinderrechter, mrs. H. den Haan en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. Hardeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 juni 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan [verdachte (voornaam)] wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] voor het kopen vaneen personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te richten en/ofdie [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen/of- (vervolgens) met dat voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten een halfzijdige lichaamsverlamming, heeft bekomen;
2.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel oft en dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, waarbij hij, verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen geldbedrag onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten een of meer bankpas(sen) (met bijbehorende pincode), in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren,terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrappingop heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te richten en/of- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- dié [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- tijdens het rijden die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen om zijn/hun telefoons met daarop bankapps te laten zien en/of- tijdens het rijden die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen om geld over te maken van zijn/hun spaarrekening(en) naar zijn/hun betaalrekening(en) en/of- naar een pinautomaat te rijden en met de pas van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een een geldbedrag te pinnen en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- langs diverse pinautomaten te rijden om (telkens) geld te pinnen en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
3.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag ter hoogte van €560,-, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel often dele aan die [slachtoffer 1] toebehoorde door- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] te richten en/of- die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij zijn zakken moest leeg maken en/of- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij al het geld dat hij bij zich had aan hem en/of zijn mededader(s) moest geven;
4.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te richten en/of- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 1]en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een personenauto (met kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] en/of een derde toebehoorde(n) door- een afspraak te maken met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] voor het kopen van een personenauto (Ford Ranger) en/of- (vervolgens) in de auto van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te stappen en/of- aan te geven dat het geld voor de koop van de personenauto (Ford Ranger) opgehaald moest worden en/of- te weigeren uit de auto te stappen en/of- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te richten en/of- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, in het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan en/of- die [slachtoffer 2] onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te dwingen uit het voertuig te stappen en/of- die [slachtoffer 2] , terwijl hij en/of zijn mededader(s) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht hield(en), te dwingen achterin het voertuig te stappen op de achterbank en/of- (vervolgens) met het voertuig weg te rijden en/of- hierbij een mes, althans een scherp en puntig voorwerp, te tonen en die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen dat als ze zouden uitstappen, zij neergestoken zou(den) worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of- (vervolgens) met het voertuig door Almere te rijden en/of- hierbij (telkens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "We steken jullie neer" en/of "We hakken jullie vingers eraf" en/of "We schieten jullie neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
6.
hij, op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de [straat 1] en/of de [straat 2] , zich zodanigheeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,- een voor hem bedoeld stopteken van de politie te negeren en met hoge snelheid een woonwijk in te rijden, en/of- (vervolgens) met een (zeer) hoge snelheid te rijden, te weten een maximale snelheid van 125-130 kilometer per uur, althans met een (veel) hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur en/of gelet op de verkeerssituatie ter plaatse verantwoord was- (vervolgens) de controle over zijn, verdachtes, voertuig te verliezen, althans zijn, verdachtes, voertuig niet, althans niet in voldoende mate onder controle te houden en/of- (daarbij) tegen een of meer geparkeerde voertuig(en) te botsen en/of in een slip te raken en/of (vervolgens) tegen een boom aan te rijden, waardoor een ander genaamd [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel, te weten onder andere een schedelfractuur, een fractuur cervicaal (oftewel: een gebroken nek), een buikwand ruptuur en fors darmletsel, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
7.
hij op of omstreeks 1 oktober 2024 te Almere, althans in Nederland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen (gaspistool) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool, namelijk een gaspistool van het merk: Walther, type: P99, kaliber: 9mm pak voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 februari 2025, genummerd MD2R024137 – Einddossier Zaak [....] - , opgemaakt door politie Eenheid Midden- Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 811. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 254
3.Pagina’s 314 t/m 316
4.Pagina’s 400, 404 t/m 428
5.Pagina 164
6.Pagina’s 460 en 461
7.Pagina’s 454 en 455
8.Pagina’s 456 en 457
9.Pagina 458
10.Pagina 518
11.Pagina 205
12.Pagina 549
13.Pagina 350
14.Pagina 685
15.Pagina 602
16.Pagina 516