4.3Het oordeel van de rechtbank
Inleidend
De rechtbank gaat op basis van het dossier en dat wat er besproken is op de zitting uit van de volgende feiten en omstandigheden. Op 1 oktober 2024 gaan beide aangevers ( [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ) naar [plaats 1] omdat zij daar met iemand hebben afgesproken om een geldbedrag op te halen in verband met de verkoop van een auto in Suriname. Op het adres dat aan hen is doorgegeven, weet niemand van de verkoop van de auto af. Aangevers willen weggaan en op dat moment stappen er twee jongens bij hen in de auto, te weten [verdachte (voornaam)] en [medeverdachte 3] . Een derde jongen, [medeverdachte 2] , blijft buiten staan. [verdachte (voornaam)] en [medeverdachte 3 (voornaam)] stellen voor om het geld voor de verkoop van de auto ergens anders op te halen. Op deze locatie stapt vervolgens medeverdachte [medeverdachte 1] in de auto. Na enige tijd wordt duidelijk dat het geld voor de verkoop van de auto niet komt en willen aangevers de verdachten weer terugbrengen naar de eerste locatie en hen daar afzetten. Op dat moment weigeren [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] om uit te stappen, en wordt [slachtoffer 2] onder bedreiging van een mes gedwongen om achter het stuur van de auto weg te gaan en achterin te gaan zitten. Aangevers moeten vervolgens hun pinpassen met pincodes aan [verdachte (voornaam)] en zijn medeverdachten afgeven waarna er verschillende keren, bij verschillende pinautomaten in [plaats 1] is gepind. Ook moet [slachtoffer 1] , onder bedreiging van een mes, al het geld uit zijn portemonnee aan de bestuurder van de auto geven. Omdat er een limiet op de bankrekeningen van de aangevers staat moet er een aantal keren worden gewacht tot er weer gepind kan worden. Al die tijd worden beide aangevers door de verschillende aanwezigen in de auto bedreigd met een mes en een vuurwapen; ook worden zij hiermee geslagen. Na ruim een uur komt de politie achter de Tesla rijden en geeft een stopteken. [verdachte (voornaam)] , van wie de rechtbank vaststelt dat hij de bestuurder van de Tesla is geweest, slaat vervolgens op de vlucht, waarbij hij met 125 kilometer per uur door een woonwijk is gereden. [verdachte (voornaam)] verliest uiteindelijk de macht over het stuur waarna de auto tegen een boom tot stilstand komt. [slachtoffer 2] blijkt er zeer ernstig aan toe te zijn en is in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Hij is blijvend halfzijdig verlamd.
Uit het dossier volgt dat er nog een vijfde persoon bij de hiervoor beschreven gebeurtenissen betrokken is geweest, die tot op heden onbekend is gebleven. Deze persoon heeft de afspraak met aangevers gemaakt en heeft tijdens de wederrechtelijke vrijheidsberoving, via de telefoon van aangever, contact gehad met de verdachten, waarbij hij onder meer de opmerking heeft gemaakt: ‘nog niet los laten na 20 min’.
De rechtbank is op grond van het voorgaande, wat volgt uit onderstaande gebezigde bewijsmiddelen, van oordeel dat er sprake is van medeplegen bij de uitvoering van de wederrechtelijke vrijheidsberoving, de afpersing van een geldbedrag en de diefstallen met geweld. [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] hebben elk een significante bijdrage geleverd aan deze feiten. De rechtbank oordeelt dat zij alle drie verantwoordelijk zijn voor het zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer 2] . [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] hielden [slachtoffer 2] gezamenlijk vast in de Tesla, die na een achtervolging door de politie uiteindelijk is gecrasht, waardoor [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De gezamenlijk uitgevoerde wederrechtelijke vrijheidsberoving vormde dus een onmisbare schakel die tot dit gevolg heeft geleid en dit gevolg, het zwaar lichamelijk letsel bij aangever [slachtoffer 2] , is dan ook aan [verdachte (voornaam)] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] toe te rekenen.
Een
proces-verbaal van aangifte,houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 1 oktober 2024 was ik samen met mijn broer in [plaats 1] . Wij hadden afgesproken om daar op de [straat 8] een auto te verkopen.
Een
proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij zijn naar het adres gegaan die wij hadden doorgekregen. De persoon met wie wij afgesproken hadden was daar niet. Wij hebben toen geappt met de vraag waar hij was. Hij zou er binnen 5 minuten zijn. Er stapten toen twee jongens in de auto. Er bleef 1 persoon buiten de auto staan. Een van de jongens in de auto vroeg ons om te bellen met de persoon met wie wij hadden afgesproken. Zij waren de mensen die het geld kwamen brengen. De jongens in de auto waren constant het betalen aan het uitstellen. Uiteindelijk stelden zij voor om het geld op te halen bij een auto waarin het geld zou liggen. De derde persoon buiten de auto was een hele jonge jongen, ongeveer 12 of 13 jaar oud. Hij werd door de andere mannen mini genoemd. Ik heb mini later wel op de tweede locatie gezien, maar ik denk dat hij met de fiets of iets degelijks erheen is gereden. Toen wij op de tweede locatie kwamen zag ik geen auto of persoon staan. We moesten toen de hoek om naar een zijstraat. Daar is een derde persoon bij ons in de auto gestapt, dit zou de persoon zijn die het geld zou hebben. Daar hebben wij ook nog een half uur gestaan, het was toen inmiddels 21.30 uur. Mijn broertje zei toen in het algemeen van dat hij zo weg moest en dat wij dit beter op een andere dag konden oplossen. De mannen wilden niet uitstappen en zij probeerden continu tijd te rekken. Toen wij terugreden naar de eerste locatie en gingen stilstaan draaide ik mij om op de stoel en zei, stap maar uit, want wij gaan weg. Toen zag ik ineens een pistool en een groot mes. De persoon de achter mij zat bleef zitten. De personen in het midden en achter mijn broertje die kwamen tussen de stoelen door naar voren. De persoon die recht achter mijn broertje zat die sloeg hem in het gezicht, met de achterkant van het mes. Hij sloeg hem daarbij boven zijn oog bij zijn neus. Ik werd op dat moment onder schot gehouden met het pistool door de jongen die in het midden zat. Zij wilden dat mijn broertje wegging achter het stuur en op de achterbank ging zitten. De jongen met het pistool ging voorin zitten achter het stuur. Op het moment dat hij naast mij zat, sloeg hij mij met het pistool in mijn gezicht. Mijn lip begon direct te bloeden. Wij zijn toen weer gaan rijden. Tijdens het rijden moesten wij onze telefoons aan de mannen laten zien. Ik moest mijn telefoon aan de bestuurder laten zien en mijn broertje moest zijn telefoon aan de mannen op de achterbank laten zien. Wij moesten de bankapp laten zien aan hen. Het pistool is daarbij naar achteren gegaan en de bestuurder had vervolgens het grote mes. We moesten al ons geld van de spaarrekening naar de normale rekening sturen. Mijn broertje had al geld op zijn normale rekening en daarmee wilden zij beginnen. We reden direct naar een pinautomaat, dit was die aan de woonboulevard in [plaats 1] . Eén van de jongens stapte uit, dit was degene die achter de bestuurder zat. De bestuurder heeft het mes in mijn gezicht gehouden en die van mijn broertje. Hij zei toen iets van als jullie uitstappen dan steek ik jullie neer. De deur ging vervolgens weer dicht en wij zijn weer gaan rijden, terwijl die jongen stond te pinnen. Wij zijn toen rondjes gaan rijden op dat industrieterrein. Op een gegeven moment zijn wij bij de pinautomaat gestopt en werd er gevraagd of het was gelukt. Hij zei toen dat hij 4 of 6000 euro had gepind. Ik zag toen ook mini, de eerdere jongen, ineens weer staan. Toen heeft hij 1 van de pinpassen aan mini gegeven. Toen zijn wij weer gaan rijden en hij is bij dezelfde pinautomaat gaan pinnen. Mini kwam terug naar de auto en zei dat het niet lukte. Volgens mij is hij toen weggegaan en weggefietst. Wij zijn toen weggereden van het industrieterrein. Ondertussen werd in de auto gezegd dat wij geld moeten overmaken naar 1 van onze rekeningen. Ik moest dus al mijn geld overmaken naar mijn broertje en ook mijn spaargeld overmaken. Alleen die passen hebben een limiet natuurlijk, dus we moesten wachten tot die limieten voorbij kwamen. Wij werden tijdens de gehele rit bedreigd. Zolang als wij aan het rijden waren werd er continu gezegd ‘we steken jullie neer’, ‘we hakken jullie vingers eraf, ‘we schieten jullie neer’. Ik was op dat moment bang en er van overtuigd dat zij dit ten uitvoer gingen brengen. Ondertussen werd ik gebeld door familie en de vriendin van mijn broertje. De jongens lazen een bericht van mijn vriendin dat ze de politie zou gaan bellen. Zij schrokken hiervan, als mijn vriendin nog een keer zou bellen moet ik opnemen en zeggen dat wij in [plaats 2] waren. Mijn ouders zijn er echter achter gekomen dat er iets mis was. Tijdens het rijden heeft de bestuurder nog een paar keer de velgen geraakt omdat hij echt niet kon rijden. Ik heb het idee dat hij geen rijbewijs had. Wij zijn toen doorgereden naar de volgende pinautomaat in de stad. Een van de jongens heeft toen een oude iPhone gepakt. Hij zei toen dat wij moesten lachten want zij gingen wat foto’s van ons maken. Dan konden ze ons nog opzoeken. Er zijn foto’s gemaakt van mijn gezicht en van mijn broertjes gezicht en van het bloed. Wij zijn toen gestopt bij de pinautomaat in de stad en is er weer eentje gaan pinnen. Hij kon toen maar iets van € 600 pinnen. Wij zijn toen weer verder gaan rijden want we moesten namelijk weer wachten tot de limiet was verhoogd. We moesten toen ook onze zakken legen om te kijken of we meer bij ons hadden. We reden op de weg dichtbij waar de aanrijding was gebeurd. We kregen toen in een keer stop politie te zien. Er raakte er eentje in paniek. Ze maakten toen het plan om te gaan rennen voor de politie. De bestuurder vond dat geen goed idee en vond dat hij wel kon rijden en is doorgereden. Wij zijn toen de woonwijk ingereden, ik keek op de snelheidsmeter en zag 90 staan, dit was toen we net aan het optrekken waren. Ik schat dat hij 100 tot 120 reed in de woonwijk. Het was glad en hij heeft de drempel niet gezien. Wij zijn toen vol over de drempel gereden en raakte in een slip. Wij zijn toen vol op een Ford Transit gereden, waarna we tegen de boom belanden. We stonden ineens stil, het ging allemaal heel snel. Mijn broertje lag bewusteloos in het midden op de achterbank.
Een
proces-verbaal van bevindingenaanvullend onderzoek camerabeelden Tesla, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bij het uitkijken bleek dat er op 1 oktober 2024 pas vanaf 21.40 uur beelden beschikbaar waren van de Tesla.
21:42:19 uur: Ik zie dat er een persoon links achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de persoon die achter uit de Tesla stapt een zwarte jas van The North Face draagt en een grijze trainingsbroek. Dit kledingsignalement komt volledig overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] in zijn rechterhand een groot mes draagt. Ik zie bij het uitstappen van verdachte [medeverdachte 3] dat er een andere persoon aan de kant stapt om [medeverdachte 3] eruit te laten. Deze persoon
schuift vervolgens terug op de achterbank van de Tesla. Van deze persoon is alleen de linkerschoen te zien. Deze schoen komt exact overeen met de schoenen die verdachte [medeverdachte 1] .
21:42:22 uur:Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] de deur van de bestuurder van de Tesla opent
21:42:32 uur:Ik zie wel dat de Tesla heen en weer schudt. Ik zie vervolgens dat er een persoon vanaf de plek van de bestuurder uit de auto stapt
en naar de achterzijde van de auto loopt.
21:42:32 uur: Ik zie dat de deur van de bestuurder van binnenuit gesloten wordt. Ik zie dat er vervolgens nog iemand links achterin de Tesla gaat zitten. Hierdoor lijkt het alsof de andere personen op de achterbank doorgeschoven zijn. Ik zie hierbij enkel de schoen en een deel van de broek van deze persoon. Deze schoen en broek komen overeen met de kleding van de eerder omschreven verdachte [medeverdachte 3] .
21:43:03 uur: Bij het instappen is te zien dat deze persoon nog steeds het eerder omschreven mes vasthoudt.
21:43:45 uur: Ik zie dat er een persoon op een fiets rechts naast de Tesla aankomt. Deze jongen werd aan de hand van de latere camerabeelden van de Tesla door verschillende politieambtenaren herkend als zijnde [medeverdachte 2] .
21:44:03 uur:Op de camerabeelden van buiten de Tesla zie ik vervolgens geen personen meer in of uit stappen tot het voertuig om 21.44. uur vertrekt van de parkeerplaats. Hierbij is te zien dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aanfietst.
21:44:45 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] achter de Tesla aan blijft fietsen.
22:08:53 uur:Ik zie vervolgens dat de Tesla tussen 21.44 uur en 22.08 uur rondrijdt door [plaats 1] waarbij niemand in of uitstapt. Omstreeks 22.08 uur zie ik dat de Tesla tot stilstand komt en dat er een persoon links achter uit de auto stapt. Ik zie dat deze persoon qua kledingsignalement volledig overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 3] .
22:08:53 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 3] gezicht bedekkende kleding draagt en iets in zijn rechterhand heeft. Dit voorwerp lijkt op een telefoon.
22:09:00 uur: Ik zie dat [medeverdachte 3] in de richting van een Geldmaat pinautomaat loopt. Ik herken deze Geldmaat en de gebouwen in de omgeving ambtshalve als het Geldmaat pinautomaat op de [straat 3] te [plaats 1] .
22:09:47 uur: Ik zie dat de Tesla een ronde rijdt in de omgeving van het pinautomaat Ik zie hierbij dat op een gegeven moment eerder omschreven verdachte [medeverdachte 2] langs de auto rijdt op zijn fiets. Ik zie dat hij hierbij omkijkt naar de auto.
22:10:37 uur: Ik zie dat de Tesla terugrijdt in de richting van het pinautomaat op de [straat 3] in [plaats 1] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op zijn fiets achter de Tesla aanfietst.
22:10:45 uur: Ik zie op de front camera van de Tesla dat er een persoon bij het pinautomaat staat.
22:12:35 uur: Ik zie dat de Tesla naar achteren steekt waardoor de Geldmaat weer te zien is op de Front camera. Ik zie dat er nu twee personen bij de Geldmaat staan en dat de fiets van [medeverdachte 2] bij een heg geparkeerd is.
22:13:19 uur: Ik zie vervolgens dat de Tesla het pinautomaat voorbijrijdt en iets verderop naar achteren steekt. Ik zie hierbij verdachte [medeverdachte 2] in beeld komt terwijl hij bij de [locatie 3] staat en een sjaal/doek voor zijn gezicht doet. Ik zie dat hij daarna weer terug loopt richting het pinautomaat.
22:14:29 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens een ronde maakt en een minuut later weer terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 3] weer links achterin de Tesla stapt.
22:16:11 uur: Ik zie dat de Tesla hierna weer een ronde maakt en een minuut later terugkeert in de omgeving van het pinautomaat. Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] een telefoon met daarachter iets wat lijkt op pasjes overhandigd aan de bestuurder van de Tesla. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt welke overeenkomt met de jas die verdachte [verdachte] .
22:16:41 uur: Ik zie hierbij dat verdachte [medeverdachte 2] vervolgens weer richting het pinautomaat loopt.
22:17:41 uur: Ik zie dat de Tesla geparkeerd wordt iets voorbij het pinautomaat op de [straat 3] , voor de ingang van overdekt winkelcentrum [locatie 1] . Ik zie dat verdachte [medeverdachte 2] op het linker achterraam van de Tesla klopt. Ik zie vervolgens dat hij iets overhandigd wat lijkt op een telefoon.
22:35:32 uur: Ik zie dat de Tesla door [plaats 1] rijdt. Ik zie hierbij dat de Tesla over de [straat 4] in [plaats 1] rijdt, in de buurt van het centrum van [plaats 1] - [..] .
22:46:34 uur: Ik zie dat de Tesla tussen 22.35 uur en 22.46 uur door [plaats 1] rijdt. Ik zie hierbij dat er geen personen in en uit de Tesla stappen. Ik zie om 22.46 uur dat de bestuurder van de Tesla tijdens het rijden zijn arm naar buiten steekt. Ik zie hierbij dat de bestuurder van de Tesla een gewatteerde jas draagt, welke overeenkomt met de jas die verdachte [verdachte] droeg ten tijde van zijn aanhouding.
22:52:32 uur: Ik zie dat de Tesla stopt en er een persoon rechts achter uit de Tesla stapt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen met de kleding die verdachte [medeverdachte 1] , droeg bij zijn aanhouding.
22:53:34 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 1] in zijn linkerhand iets vasthoudt wat lijkt op een telefoon. Ik zie vervolgens dat verdachte [medeverdachte 1] naar links uit het beeld verdwijnt, het voetgangersgebied richting de [locatie 4] (…) Zoals te zien op bovenstaande kaart bevindt de locatie van de Tesla zich in de directe omgeving van
een pinautomaat op het [straat 6] te [plaats 1] .
22:55:13 uur: Ik zie dat verdachte [medeverdachte 1] terug komt bij de Tesla en weer rechts achterin de Tesla plaatsneemt waarna de Tesla wegrijdt.
22:56:47 uur: Ik zie dat achter de Tesla een politieauto rijdt. Ik zie op de verschillende beelden dat de transparant van deze politieauto rood verlicht is met de tekst politie stop.
22:57:10 uur: Ik zie dat de Tesla niet stopt naar links afslaat en de snelheid toeneemt. Ik zie dat de Tesla de bocht niet haalt en hierbij op het ras terecht komt waarna de auto slipt en de weer terug op de weg komt.
22:57:18 uur: Ik zie dat hierop de optische signalen (zwaailichten) op de politieauto aan gaan.
22:57:25 uur: Ik zie dat de snelheid waarmee de Tesla rijdt vervolgens nog eens aanzienlijk omhoog gaat. Ik zie dat de politieauto hierdoor in de achtergrond verdwijnt. Ik zie hierbij dat de Tesla over verschillende drempels stuitert.
22:57:30 uur: Ik zie dat de Tesla begint te slippen en dat de achterkant naar rechts uitbreekt Ik zie dat de Tesla hierbij met de rechter achterkant een geparkeerde bestelbus raakt.
22:57:31 uur: Ik zie dat er vervolgens flinke schade te zien is aan de voorzijde van de witte bestelbus.
22:57:33 uur: Ik zie dat de Tesla vervolgens naar de andere kant van de weg schuift en met de linkerzijde tegen een boom klapt.
22:57:33 uur: Ik zie dat bij deze klap erop lijkt dat er een persoon links achter uit het voertuig wordt geslingerd.
22:57:37 uur: Ik zie dat de Tesla met de achterkant tegen een geparkeerde auto tot stilstand komt. Ik zie dat links naast het voertuig op dat moment een Fiat Panda staat. Ik zie vervolgens dat er een persoon links achter uit de Tesla klimt. Ik zie dat de kleding van deze persoon overeen lijkt te komen met de kleding die verdachte [medeverdachte 1] droeg bij zijn aanhouding.
22:57:52 uur: Ik zie dat de politie ter plaatse komt bij de Tesla en contact probeert te maken met de inzittenden.
Een
proces-verbaal van verhoor medeverdachte[medeverdachte 2] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Je was die dag weggelopen en je was buiten en hoe kom je bij die jongens?
A: Ik had ze geappt wat gaan jullie doen. Ze zeiden dat ze thuis waren en dat ik
langs kon komen. Ik ken ze van de buurt in [plaats 1] van [locatie 2] . Ze vertelde dat ze
het wilde doen en toen gingen ze het doen.
V: Hoe ging dat contact en wat zeiden ze?
A: Ze zeiden dat ze een auto gingen verkopen en vroegen of ik mee ging en ik zei dat
ik ging kijken.
Een
proces-verbaal van bevindingen Snapchatmet bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik bekeek de geleverde informatie van snapchat en zag foto’s en een filmpje. De personen op de foto’s zijn herkend als de slachtoffers [achternaam van slachtoffer 1 en 2] . Ik herkende op filmpje slachtoffer [slachtoffer 2] . Ik zag dat zijn gezicht werd gefilmd vanaf de rechterzijde. Ik hoorde een stem en ik hoorde dat deze persoon het volgende zei:
'Nu ga je betalen jij’
'Heb je gehoord’
‘Heb je gehoord’
Ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 2] geslagen werd. Ik zag een arm komen vanuit de richting van de filmende telefoon, en ik zag en hoorde dat slachtoffer [slachtoffer 2] geraakt werd op het hoofd. Ik zag dat slachtoffer [slachtoffer 2] met zijn hoofd achteruit bewoog door deze klap. Ik zag en hoorde dat de persoon tijdens de klap op het hoofd van slachtoffer [slachtoffer 2] voor het tweede maal 'heb je gehoord’ zei.
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 1] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer 1] en spaarrekening [rekeningnummer 2] van aangever [slachtoffer 1] . Bij het bekijken van de transacties is te zien dat er op 1 oktober 2024, omstreeks 21.46 uur, 1.230 euro van de betaalrekening van [slachtoffer 1] werd overgeschreven naar de rekening van het andere slachtoffer [slachtoffer 2] . Daarna is te zien dat, omstreeks 21.52 uur, 9.072 euro werd overgeschreven van de spaarrekening [rekeningnummer 2] van aangever [slachtoffer 1] naar zijn betaalrekening. Vervolgens is omstreeks 22.11 uur te zien dat er twee keer 2.000 euro van de betaalrekening werd gepind bij een Geldmaat op de [straat 3] te [plaats 1] .
Een
proces-verbaal van bevindingen, onderzoek betaalrekening en spaarrekening [slachtoffer 2] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van bovenstaande informatie zijn de transacties opgevraagd van de betaalrekening [rekeningnummer 3] en spaarrekening [rekeningnummer 4] van slachtoffer [slachtoffer 2] . Bij het bekijken van bovenstaande transacties is t zien dat er op 1 oktober 2024, om 21.46 uur, er 1.230 euro was gestort op de rekening van [slachtoffer 2] en dit kwam van de rekening van [slachtoffer 1] . Ik zag dat tussen 22.09 uur en 22.13 uur er drie keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de [straat 3] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 4.070 euro. Ik zag dat tussen 22.31 uur en 22.32 uur er twee keer geld was opgenomen bij de Geldmaat aan de [straat 5] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 500 euro. Ik zag dat er om 22.54 uur er geld was opgenomen bij de Geldmaat aan het [straat 6] te [plaats 1] . Dit was voor een totaal bedrag van 300 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingen, inbeslaggenomen bedrag [medeverdachte 3] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Uit de processen-verbaal bankgegevens van aangever blijkt dat er meerdere bedragen contant zijn opgenomen bij Geldmaat op 1 oktober 2024. Dit was een bedrag van in totaal 8.870 euro, welke contant was opgenomen van de bankrekeningen van de slachtoffers. Na de aanhouding van de verdachte [medeverdachte 3] is er contant geld aangetroffen. Dit was een totaal bedrag van 8.870 euro.
Een
proces-verbaal van bevindingengesprek met aangever [slachtoffer 1] , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1 (voornaam)] vroeg mij tijdens dit gesprek of er al iets duidelijk was over het contante geld dat hij ten tijde van het incident had moeten afgeven onder bedreiging van een mes aan de verdachte, die op dat moment de Tesla bestuurde. [slachtoffer 1 (voornaam)] zat op dat moment op de bijrijdersstoel. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat de bestuurder, zoals gezegd, een mes in zijn richting hield en hem sommeerde al het geld dat hij bij zich had aan hem te geven. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat hij inderdaad contact geld in een portemonnee in zijn linker jaszak had en dat het een bedrag van circa 560 euro betrof, hoofdzakelijk bestaande uit biljetten van 20 euro. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde dat hij het geld vanwege de bedreiging aan de bestuurder gaf. [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaarde mij dat hij zag dat de bestuurder het geld naar een van de verdachten op de achterbak van de Tesla gaf. Wie dat was kon hij niet zien.
Een
proces- verbaal van bevindingenaantreffen mes, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat er een groot mes lag op ongeveer een halve tot een meter afstand van de persoon. Ik zag dat het mes een hand had met daaraan een vast kartelend lamet. Ik schat dat het lamet ongeveer 30 centimeter lang was.
Een
proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict( [straat 1] [plaats 1] ) met bijlagen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Onder de andere pion en de koelkastlade zagen wij een vuurwapengelijkend voorwerp liggen. Wij zagen dat het om een voorwerp, gelijkend op een zwart handvuurwapen, type pistool, merk Walther P99 ging. Na het veilig maken van het wapen hebben wij het wapen in beslag genomen (SIN AARK8758NL).
Een
proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen,inhoudende de categorisering van het wapen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het voorwerp met SIN AARK8758NL is een vuurwapen, gaspistool, merk Walther, model P99, kaliber 9mm P.A.K., voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit gaspistool is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen door een
loop af te schieten. De werking van dit gaspistool berust op het teweegbrengen van
een scheikundige ontploffing. Derhalve is dit gaspistool een vuurwapen in de zin
van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet
wapens en munitie.
Het
deskundigenrapport Forensisch DNA-onderzoek, opgesteld door ing. [A] , zakelijk beschreven:
AASB4911NL#01 vuurwapen
AARK8758NL; binnenzijde loop; [.] - negatief
DNA profiel:
DNA kan afkomstig zijn van [verdachte]
Bewijskracht:
meer dan 1 miljard.
AASB4972NL#01
airbag AAOA2029NL: gehele binnenzijde
DNA profiel:
[verdachte]
Bewijskracht:
meer dan 1 miljard
Een
proces-verbaal Verkeersongevalanalyse, opgesteld door [B] en [C] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Samenvatting
Op dinsdag 01 oktober 2024, omstreeks 22:57 uur, heeft er een verkeersongeval plaatsgevonden op de [straat 1] te [plaats 1] waar een personenauto en meerdere geparkeerde voertuigen bij betrokken waren. Op de [straat 7] had een politieagent in een opvallend politievoertuig de bestuurder van de Tesla middels
een verlicht transparant aan de voorzijde van het voertuig een stopteken getoond. De bestuurder van de Tesla had het stopteken genegeerd en is van het opvallende politievoertuig weggereden. Op de [straat 1] gold een toegestane maximumsnelheid van 30 km per uur. Bij het, met een niet- gevalideerde snelheid van ongeveer 125 km per uur, passeren van een verkeersplateau ter hoogte van het
T-kruispunt met de [straat 2] raakte de bestuurder van de Tesla de controle over zijn voertuig kwijt. Hierbij is de Tesla tegen geparkeerde voertuigen aangebotst, in een slip geraakt en vervolgens met de linkerzijde tegen een boom aangereden. 4 seconden voor de aanrijding met de boom had de Tesla de hoogste geregistreerde (niet-gevalideerde) snelheid van 130 km per uur. Door de aanrijding met de boom is de Tesla om zijn gieras geroteerd en is één van de inzittenden van de achterbank uit het voertuig geraakt en heeft lichamelijk letsel opgelopen. De Tesla is tegen een ander geparkeerd voertuig tot stilstand gekomen.
Een
schriftelijk bescheidGeneeskundige Verklaring, opgesteld door [D] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Medische informatie betreffende:
Voornamen: [voornaam van slachtoffer 2]
Achternaam: [achternaam van slachtoffer 2]
Uitwendig waargenomen letsel:
- hersenbloeding
- hemiparese links
- occlusie a vertebralis
- fractuur cervicaal
- buikwand ruptuur
- fors darmletsel
Geschatte duur van de genezing: jaren
Deze bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.
Vrijspraak feit 4
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat op basis van het vastgestelde feitencomplex de door [verdachte (voornaam)] en de medeverdachten gepleegde handelingen niet kunnen worden gekwalificeerd als een diefstal met geweld van de auto. De rechtbank zal [verdachte (voornaam)] dan ook vrijspreken van het onder 4 tenlastegelegde.
Bewijsoverweging feit 6
De rechtbank dient als eerste de vraag te beantwoorden of [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de auto was ten tijde van de crash en vervolgens of het rijgedrag van [verdachte (voornaam)] als roekeloos kan worden bestempeld.
Is [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de Tesla geweest?
De raadsman heeft aangevoerd dat er in het dossier onvoldoende bewijs aanwezig is om vast te stellen dat [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de Tesla is geweest. Daarnaast schetst de raadsman een alternatief scenario waarbij er in de auto kort voor de crash door de verdachten nog onderling van plek zou zijn gewisseld. Op de camerabeelden van de Tesla is twee keer een arm vanuit het raam te zien, aan de bestuurderszijde van de auto, waarvan de tweede keer slechts 10 minuten voor de crash. De mouw van de jas die de bestuurder op dat moment aan heeft, komt overeen met de jas die [verdachte (voornaam)] aan had tijdens zijn aanhouding. Ook is er DNA van [verdachte (voornaam)] aangetroffen op de geactiveerde airbags aan de bestuurderskant van de auto. [verdachte (voornaam)] heeft bij de politie en op de zitting geen verklaring afgelegd over zijn rol in de verdenkingen. Hij heeft dus ook geen (andere) verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA op de bestuurdersairbag. De suggestie van de raadsman tijdens de zitting dat er kort voor het wegrijden voor de politie en de daarop volgende crash nog van plek is gewisseld, is niet nader onderbouwd. Ook zijn daarvoor geen concrete aanknopingspunten in het dossier te vinden, terwijl het dossier wel aanknopingspunten bevat die erop duiden dat ten tijde van de crash [slachtoffer 1] voorin op de bijrijdersstoel zat en [slachtoffer 2] , [medeverdachte 3 (voornaam)] en [medeverdachte 1] op de achterbank. Anders dan de raadsman, is de rechtbank op grond van het voorgaande van oordeel dat wel degelijk kan worden vastgesteld dat [verdachte (voornaam)] de bestuurder van de auto is geweest.
Causaliteit
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van overtreding van artikel 6 Wegenverkeerswet (hierna: WVW), is allereerst vereist dat er een causaal verband bestaat tussen de gedragingen van verdachte en het ongeval. Daarbij gaat het om de vraag of het verkeersongeval redelijkerwijs als gevolg van de gedragingen aan [verdachte (voornaam)] is toe te rekenen. De rechtbank oordeelt dat dat het geval is.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte (voornaam)] de maximumsnelheid heeft overtreden. Uit het rapport van de Verkeersongevalsanalyse (hierna: VOA) volgt dat [verdachte (voornaam)] , op het moment dat de politie een stopteken gaf, van de politieauto is weggereden. Op de [straat 1] gold een toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur. [verdachte (voornaam)] reed hier echter met een snelheid van ongeveer 125 kilometer per uur, waarmee hij de maximumsnelheid met ongeveer 95 kilometer per uur heeft overschreden. Hij reed vervolgens over een verkeersplateau en raakte de controle kwijt, waarbij hij tegen verschillende geparkeerde auto’s is gebotst en daarna via een boom tegen aan auto tot stilstand is gekomen. Uit de VOA blijkt dat 4 seconden voor de aanrijding met de boom de snelheid van de auto 130 kilometer per uur was.
Door op de hiervoor beschreven manier te rijden is de Tesla tegen een boom gecrasht. De rechtbank concludeert dat het verkeersongeval redelijkerwijs het gevolg is van het handelen van [verdachte (voornaam)] en daarom aan hem kan worden toegerekend.
De mate van schuld in de zin van artikel 6 WVW
De volgende vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is de vraag welke mate van schuld bij [verdachte (voornaam)] kan worden vastgesteld. Schuld, in juridische zin, kan bestaan in verschillende gradaties: van aanmerkelijk onvoorzichtig tot roekeloos, waarbij roekeloos geldt als de zwaarste vorm van schuld. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het rijgedrag van verdachte roekeloos is geweest.
Met de Wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten heeft de wetgever het begrip roekeloosheid nader ingevuld en zo het toepassingsbereik daarvan willen verbreden. Daartoe is in artikel 175, tweede lid WVW bepaald dat van roekeloosheid in elk geval sprake is als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, eerste lid WVW kan worden aangemerkt. Als de verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden, hij dit opzettelijk heeft gedaan en daardoor gevaar was te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen, kan dat gedrag als roekeloos worden aangemerkt.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte (voornaam)] de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden. Gezien het in aanzienlijke mate overschrijden van de maximumsnelheid kan het niet anders dan dat [verdachte (voornaam)] dit opzettelijk heeft gedaan. Dit volgt eveneens uit de omstandigheid dat [verdachte (voornaam)] voor de politie op de vlucht was geslagen.
Om vast te stellen dat gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen te duchten was, moet het gevaar ten tijde van het handelen naar algemene ervaringsregels voorzienbaar zijn geweest. In zijn algemeenheid acht de rechtbank het voorzienbaar dat er een zeer gevaarlijke situatie kan ontstaan door het hiervoor beschreven rijgedrag in een woonwijk waar een maximumsnelheid van 30 kilometer per geldt. De rechtbank weegt hierin ook mee dat het ’s avonds laat was en dus donker was waardoor extra oplettendheid was vereist. Naar het oordeel van de rechtbank was er daardoor gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar bij de andere weggebruikers, maar ook bij de inzittenden van de auto die [verdachte (voornaam)] bestuurde. [slachtoffer 2] heeft ook daadwerkelijk zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het door [verdachte (voornaam)] gecreëerde gevaar is daarmee verwezenlijkt. De rechtbank acht dan ook bewezen dat er gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van andere weggebruikers te duchten was.
Het voorgaande betekent dat het verkeersgedrag van [verdachte (voornaam)] dat tot het ongeval heeft geleid, kan worden aangemerkt als een overtreding van artikel 5a WVW. Daarmee is de schuldgradatie van roekeloosheid, gelet op wat is bepaald in artikel 175, tweede lid, WVW, gegeven. De rechtbank oordeelt dat [verdachte (voornaam)] roekeloos heeft gereden, zoals bedoeld in artikel 6 WVW.
De rechtbank acht daarom het onder 6 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.