Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder, binnengekomen op 18 december 2024;
- het verweerschrift met bijlagen van de vader met daarin een aantal zelfstandige verzoeken van 20 februari 2025;
- het bericht met bijlagen van de vader van 24 maart 2025;
- het verweerschrift van met bijlagen op de zelfstandige verzoeken van de moeder van 24 maart 2025;
- het bericht met bijlagen van de vader van 25 maart 2025;
- het bericht met bijlagen van de moeder van 27 maart 2025.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland (hierna te noemen: de Raad), vertegenwoordigd door H. van Eeden.
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2014 in [geboorteplaats] .
- te bepalen dat de vader de zorgregeling, zoals bepaald in het vonnis van 14 april 2021 nakomt, met dien verstande dat de vader de kinderen in de eerste maand alleen in het weekend (in de oneven weken) heeft van vrijdag 17.30 uur tot zondag 18.30 uur en dat daarna de oude regeling weer zal worden hervat zijnde de ene week van woensdag na het werk van de vader (17:00/17:30 uur) tot vrijdag 18:30 uur en de andere week van woensdag na het werk van de vader (17:00/17:30 uur) tot zondag 18:30 uur bij de vader;
- een vakantieregeling te bepalen met de volgende inhoud:
- te bepalen dat de vader gehouden is tot nakoming van de tussen partijen overeengekomen en in het vonnis van 14 april 2021 bevestigde verplichting tot betaling van kinderalimentatie aan de moeder en de vader te veroordelen om met ingang van 1 januari 2021 € 261,- per kind per maand (geïndexeerd per 1 januari 2025 € 320,37) aan de moeder te voldoen, althans een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
- te bepalen dat de vader aan de moeder dient te voldoen een bedrag van € 15.600,12 aan achterstallige kinderalimentatie, te verhogen met de maandelijkse kinderalimentatie met ingang van 1 mei 2025.
- een zorgregeling vast te stellen waarin de kinderen in de even weekenden naar hun vader gaan van vrijdag 16.30 uur tot zondag 16.30 uur waarbij de vader de kinderen haalt en terugbrengt of de kinderen zelf tussen de ouders heen en weer fietsen. Wanneer de moeder met de kinderen op zomervakantie wil waarbij het weekend van de vader in die vakantie valt zullen deze weekenden komen te vervallen met als voorwaarde dat de moeder dit minimaal drie maanden van tevoren aangeeft;
- met ingang van het indienen van deze zelfstandige verzoeken (i.e. 20 februari 2025) de kinderalimentatie te stellen op een bedrag van € 55,- per kind per maand, ter zitting verhoogd tot € 62 per kind per maand.
3.De beoordeling
€ 46.352,80. Dit is hoger dan de officiële winst uit onderneming van de vader over de jaren 2023 en 2024. De vader heeft gesteld dat dit komt omdat hij zich voor een hoger dagloon had verzekerd. Wat hier ook van zij, deze winst uit onderneming komt de rechtbank nogal laag voor gelet op het tekort aan stukadoors en tegelzetters in de bouwbranche en gezien het veel hogere inkomen van de vader bij zijn vorige werkgever. In 2019 had de vader daar een bruto jaarloon van € 69.683,- en in 2020 zelfs een bruto jaarloon van € 92.335,-. Ook zijn de bedrijfskosten binnen de onderneming van de vader voor een stukadoor en tegelzetter behoorlijk hoog, ongeveer de helft van de omzet. De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de winst uit onderneming door de vader enigszins gedrukt is. De rechtbank acht daarentegen wel aannemelijk dat de vader een zwakke mentale gezondheid heeft, niet erg stressbestending is en beschadigd uit de relatie(breuk) is gekomen. Dit blijkt voldoende uit de stukken in het dossier, waaronder productie 12 en productie 34 van de zijde van de vader. Dit verlaagt zijn verdiencapaciteit. De rechtbank zal daarom niet uitgaan van een verdiencapaciteit die vergelijkbaar is met het inkomen van de vader over de jaren 2019 en 2020. De gestelde winst uit onderneming van nog geen € 30.000,- acht de rechtbank voor een stukadoor en tegelzetter dan wel weer erg laag. Alles afwegend en in aanmerking nemend de plicht van de vader om mede in de vrij hoge behoefte van de kinderen te voorzien, zal de rechtbank, in aansluiting bij de verzekerde hoogte van het inkomen, rekenen met een winst uit onderneming van € 45.000,- per jaar. De vader laat de zorg al grotendeels over aan de moeder. Dan ligt het op zijn weg zijn uiterste best te doen om in ieder geval financieel zo veel mogelijk bij te dragen. Rekening houdend met de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek (in 2025 voor het laatst), de MKB-vrijstelling en de premie voor arbeidsongeschiktheid/ziektekostenverzekering is het netto besteedbaar inkomen van de vader dan € 2.888,- per maand.
voorlopig€ 261,- per kind per maand aan kinderalimentatie zal betalen. De vader was daarmee al begonnen vanaf 1 januari 2021 en is daarmee doorgegaan tot en met februari 2022. Het bedrag van € 261,- was gebaseerd op een berekening die de toenmalige advocaat van de vader had gemaakt op basis van zijn bruto inkomen in 2020, te weten € 90.368,- en de toenmalige ten laste van de vader komende kosten. Daaruit kwam een draagkrachtruimte van € 2.240,-. Aannemelijk is dat het woord ‘voorlopig’ in de alimentatieovereenkomst erop duidt dat de hoogte van de alimentatie gekoppeld was aan de draagkracht van de vader. Een redelijke uitleg van die overeenkomst brengt ook met zich mee dat een wijziging in de draagkracht
van meer dan geringe betekenisbetekent dat partijen in overleg een herberekening dienden te maken. De advocaten van partijen hebben daar wel per e-mail over gecorrespondeerd maar dit is niet al te soepel verlopen en partijen zijn er dus niet uitgekomen. De vader heeft eenzijdig het te betalen bedrag gewijzigd en de moeder heeft erg lang gewacht met het vorderen van nakoming. Uit de correspondentie tussen partijen kan de rechtbank echter onvoldoende afleiden dat de moeder met de verlaging heeft ingestemd of daarin heeft berust.
- in 2022 € 266,- per kind per maand;
- in 2023 € 275,- per kind per maand;
- in 2024 € 292,- per kind per maand.
€ 2.136,- aan kinderalimentatie betaald aan de moeder. Hij moet over 2023 daarom nog een bedrag van € 4.464,- betalen aan de moeder aan achterstallige kinderalimentatie.
€ 2.136,- aan kinderalimentatie betaald aan de moeder. Hij moet over 2024 daarom nog een bedrag van € 4.872,- betalen aan de moeder aan achterstallige kinderalimentatie.
4.De beslissing
- de kinderen verblijven in de even weekenden van vrijdag 16.30 uur tot zondag 16.30 uur bij de vader, waarbij de vader de kinderen ophaalt en terugbrengt of de kinderen zelf van en naar de vader fietsen;
- indien de moeder met de kinderen op zomervakantie gaat waarbij het weekend van de vader in die vakantie valt zullen deze weekenden komen te vervallen met als voorwaarde dat de moeder dit minimaal drie maanden van tevoren aangeeft;
28 mei 2025.