Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift (met bijlagen) van de vader, binnengekomen op 30 september 2024;
- het verweerschrift (met bijlagen) van de moeder met daarin een aantal zelfstandige verzoeken;
- het verweerschrift (met bijlagen) van de vader op de zelfstandige verzoeken van de moeder;
- de brief (met bijlagen) van de moeder van 3 april 2025;
- de brief (met bijlagen) van de vader van 10 april 2025.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] . [minderjarige] woont bij de moeder.
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de moeder is;
- [minderjarige] drie van de vier weekenden per maand bij de vader verblijft (te weten: het eerste en het derde weekend van vrijdag 19.00 uur tot maandag 19.00 uur, en het tweede weekend van vrijdag 19.00 uur tot zaterdag 19.00 uur) en gedurende twee aaneengesloten weken in de zomervakantie en de helft van de overige vakantie- en feestdagen;
- [minderjarige] het ene jaar haar verjaardag bij de vader viert en het andere jaar bij de moeder;
- de overdracht van [minderjarige] steeds plaatsvindt in Zwolle;
- partijen elkaar schriftelijk (via e-mail of Whatsapp) op de hoogte houden over het wel en wee van [minderjarige] ;
- de vader aan de moeder een bedrag van € 254,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen, met ingang van 11 april 2024. Na de wettelijke indexering (jaarlijkse verhoging) bedraagt de kinderalimentatie in 2025 € 270,51 per maand.
- waarbij geldt dat na een cyclus van vier weken aansluitend de volgende cyclus van vier weken begint te lopen en de overdracht steeds plaatsvindt in Zwolle;
- dat vanaf het moment dat [minderjarige] naar school gaat, de aanvang van donderdagavond wordt gewijzigd naar vrijdagavond 19.00 uur;
- dat in week 1 van ieder jaar steeds weer wordt gestart met de eerste periode van vier weken;
- dat de vakantie- en feestdagenregeling nader wordt gespecificeerd, zoals de vader heeft weergegeven in randnummer 18 van zijn verzoekschrift (en voor wat de kerstvakantie betreft in zijn brief van 10 april 2025);
- dat wordt bepaald dat de overdracht – op incidentele basis – door vader wordt overgedragen aan zijn naasten;
- dat aan hem vervangende toestemming wordt verleend voor een vakantie met [minderjarige] van 14 juli tot 1 augustus naar Italië of Frankrijk;
- dat wordt bepaald dat de ouder die [minderjarige] overdraagt ervoor zorgt dat haar ID-bewijs wordt meegegeven.
- de zorgregeling te wijzigen en vast te stellen dat [minderjarige] tot 25 augustus 2025 eens in de veertien dagen van donderdagavond 19.00 uur tot zondagavond 17.00 uur bij de vader verblijft en de overige dagen bij de moeder, waarbij de overdracht plaatsvindt in Harderwijk;
- de zorgregeling te wijzigen en vast te stellen dat [minderjarige] vanaf 25 augustus 2025 eens in de veertien dagen van vrijdag 19.00 uur tot zondagavond 17.00 uur bij de vader verblijft en de overige dagen bij de moeder, waarbij de overdracht plaatsvindt in Harderwijk;
- de verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen zoals de moeder heeft verzocht in randnummer 17 van het verweerschrift en voor wat betreft de kerstvakantie zoals is opgenomen in randnummer 3 van de brief van de moeder van 3 april 2025, waarbij de overdracht plaatsvindt in Harderwijk;
- aan de moeder vervangende toestemming te verlenen voor inschrijving van [minderjarige] op “Basisschool [schoolnaam] ” aan de [adres] in [plaats] .
- € 678,- per maand van 16 mei 2024 tot 5 augustus 2024 € 695;
- € 818,- per maand van 5 augustus 2024 tot 1 januari 2025 € 836,-;
- € 1.046,- per maand van 1 januari 2025 tot 25 augustus 2025 € 1.052,-;
- € 800,- per maand van 25 augustus 2025 tot 18 oktober 2025;
- € 835,- per maand vanaf 18 oktober 2025.
3.De beoordeling
tot 6 februari 2026in afwachting van een rapportage over het verloop en de uitkomst van de hulpverlening.
- waarbij geldt dat na een cyclus van vier weken aansluitend de volgende cyclus van vier weken begint te lopen en dat in week 1 van ieder jaar steeds wordt gestart met de eerste periode van vier weken;
- waarbij geldt dat de vader [minderjarige] op donderdagavond om 19.00 uur in Harderwijk ophaalt en de moeder [minderjarige] op zondag om 17.00 uur in Zwolle ophaalt.
- waarbij geldt dat na een cyclus van vier weken aansluitend de volgende cyclus van vier weken begint te lopen en dat in week 1 van ieder jaar steeds wordt gestart met de eerste periode van vier weken;
- waarbij geldt dat de vader [minderjarige] op vrijdagavond om 19.00 uur in Harderwijk ophaalt en de moeder [minderjarige] op zondag om 17.00 uur in Zwolle ophaalt.
- in week 1 en 2, bij de moeder;
- in week 3 en 4, bij de vader;
- in week 5, bij de moeder;
- in week 6, bij de vader.
- in week 1 en 2, bij de vader;
- in week 3 en 4, bij de moeder;
- in week 5, bij de vader;
- in week 6, bij de moeder.
4.De beslissing
- waarbij geldt dat na een cyclus van vier weken aansluitend de volgende cyclus van vier weken begint te lopen en dat in week 1 van ieder jaar steeds wordt gestart met de eerste periode van vier weken;
- waarbij geldt dat de vader [minderjarige] op donderdagavond om 19.00 uur in Harderwijk ophaalt en de moeder [minderjarige] op zondag om 17.00 uur in Zwolle ophaalt.
- waarbij geldt dat na een cyclus van vier weken aansluitend de volgende cyclus van vier weken begint te lopen en dat in week 1 van ieder jaar steeds wordt gestart met de eerste periode van vier weken;
- waarbij geldt dat de vader [minderjarige] op vrijdagavond om 19.00 uur in Harderwijk ophaalt en de moeder [minderjarige] op zondag om 17.00 uur in Zwolle ophaalt.
- in week 1 en 2, bij de moeder;
- in week 3 en 4, bij de vader;
- in week 5, bij de moeder;
- in week 6, bij de vader.
- in week 1 en 2, bij de vader;
- in week 3 en 4, bij de moeder;
- in week 5, bij de vader;
- in week 6, bij de moeder.
uiterlijk op 6 februari 2026of zoveel eerder als mogelijk, de rapportage over het verloop en de uitkomst van het traject aan de rechtbank te sturen;
uiterlijk binnen twee wekente informeren, als de Raad een schriftelijk advies nodig vindt, dan verzoekt de rechtbank de Raad een schriftelijk advies bij de rechtbank in te dienen
uiterlijk binnen zes maanden;
uiterlijk binnen twee wekente reageren op de rapportage van de hulpverlener(s) en daarbij aan te geven of zij een nadere zitting nodig vinden.