ECLI:NL:RBMNE:2025:2759
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 25/890. Eiser heeft op 29 januari 2025 beroep ingesteld, maar heeft het vereiste griffierecht van € 53,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet betalen van het griffierecht betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 5 maart 2025 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief is op 7 maart 2025 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard en deze beslissing is openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.