ECLI:NL:RBMNE:2025:2764
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 25/718. Eiser heeft op 22 januari 2025 beroep ingesteld, maar heeft het vereiste griffierecht van € 53,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet betalen van het griffierecht betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden. De rechtbank heeft eiser op 20 maart 2025 een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd geïnformeerd over de betalingstermijn voor het griffierecht. Deze brief is op 22 maart 2025 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.