ECLI:NL:RBMNE:2025:2765

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
6 juni 2025
Zaaknummer
C/16/577716 / FO RK 24-836
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omgangsregeling en informatieregeling voor een minderjarige onder voogdij

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 juni 2025 een beschikking gegeven in een familierechtelijke kwestie. De moeder, die geen gezag heeft over haar minderjarige kind, verzoekt om een omgangsregeling en een informatieregeling met betrekking tot haar kind, dat onder voogdij staat van een gecertificeerde instelling, SAVE. De rechtbank oordeelt dat het recht van de moeder op bescherming van haar gezinsleven, zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM, meebrengt dat zij recht heeft op informatievoorziening door de voogd over haar kind. De rechtbank stelt vast dat de moeder recht heeft op informatie over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind, conform artikel 1:377b BW.

De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder beoordeeld en een omgangsregeling vastgesteld waarbij het kind wekelijks van vrijdag uit school tot zondagavond bij de moeder verblijft. Daarnaast is er een informatieregeling vastgesteld waarbij de moeder eens per drie maanden schriftelijke informatie ontvangt over de ontwikkeling van haar kind. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om maandelijks informatie te ontvangen afgewezen, omdat de informatie over de ontwikkeling van het kind in grote lijnen voldoende is met de vastgestelde regeling.

De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van het kind en de moeder, en benadrukt dat de voogd, SAVE, verantwoordelijk is voor het toezicht op de omgang en de informatievoorziening. De rechtbank heeft ook aangegeven dat als er zich gewichtige gebeurtenissen voordoen, SAVE de moeder daarover moet informeren. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door partijen worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/577716 / FO RK 24-836
Omgang en informatie
Beschikking van 11 juni 2025
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. S.A. van den Broek,
tegen
Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland,
gevestigd in [.] ,
hierna te noemen: de Raad,
met als belanghebbende:
de gecertificeerde instelling
Samen Veilig Midden-Nederland,
gevestigd in [.] ,
hierna te noemen: SAVE.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank verwijst voor de procedure tot 5 februari 2025 naar de beschikking van die datum. De rechtbank heeft daarna de volgende stukken ontvangen:
  • een bericht van SAVE van 4 maart 2025;
  • een bericht van de moeder van 19 maart 2025.
1.2.
De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 23 mei 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder (via een videoverbinding), bijgestaan door haar advocaat;
  • een vertegenwoordiger van SAVE: [A] (via een videoverbinding);
  • een vertegenwoordiger van de Raad: [B] .
1.3.
[minderjarige (voornaam)] heeft op 18 november 2024 (voorafgaand aan de vorige mondelinge behandeling) met de rechter gesproken. In dit gesprek heeft [minderjarige (voornaam)] zijn mening gegeven over het verzoek.

2.Waar de procedure over gaat

De feiten
2.1.
De moeder is getrouwd geweest met de heer [C] (hierna te noemen: de vader).
2.2.
De moeder en de vader hebben samen drie kinderen: [D (voornaam)] , [E (voornaam)] en [minderjarige (voornaam)] . Alleen
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2011 in [geboorteplaats] , is nog minderjarig.
2.3.
[minderjarige (voornaam)] woont op een woongroep van [organisatie 1] .
2.4.
Bij beschikking van 12 juni 2018 heeft de rechtbank het gezag van de moeder en de vader over [minderjarige (voornaam)] (en [D (voornaam)] en [E (voornaam)] ) beëindigd. De rechtbank heeft toen SAVE benoemd tot voogd.
2.5.
Bij beschikking van 31 januari 2020 heeft de rechtbank de verzoeken van de moeder om haar in het gezag te herstellen en om een (begeleide) omgangsregeling met de kinderen vast te stellen, afgewezen.
De verzoeken
2.6.
De moeder heeft in deze procedure verschillende verzoeken gedaan. Bij beschikking van 5 februari 2025 heeft de rechtbank de verzoeken van de moeder over het gezag, de hoofdverblijfplaats en de benoeming van een bijzondere curator voor [minderjarige (voornaam)] afgewezen. De rechtbank heeft de beslissing over de verzochte omgangsregeling en informatieregeling aangehouden. De moeder heeft het verzoek met betrekking tot [E (voornaam)] ingetrokken omdat [E (voornaam)] inmiddels meerderjarig is.
2.7.
De rechtbank moet nu dus nog een beslissing nemen over de volgende verzoeken van de moeder:
  • dat er een omgangsregeling geldt tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] waarbij [minderjarige (voornaam)] wekelijks van vrijdag uit school tot zondagavond 20.00 uur na het eten, en elke woensdag op donderdag en gedurende de schoolvakanties bij de moeder verblijft, en waarbij het [minderjarige (voornaam)] vrij staat om tussentijds telefonisch en per Whatsapp contact te onderhouden met de moeder;
  • dat SAVE tenminste eens per maand en zoveel vaker als in de praktijk noodzakelijk zal blijken te zijn, de moeder per e-mail alle informatie stuurt die relevant is in het kader van de verzorging en opvoeding van [minderjarige (voornaam)] .

3.De beoordeling

De conclusie
3.1.
De rechtbank zal de volgende beslissingen nemen.
Over de omgang tussen [minderjarige (voornaam)] en de moeder:
  • [minderjarige (voornaam)] is wekelijks bij de moeder van vrijdag uit school tot zondagavond 20.00 uur (na het eten);
  • SAVE bepaalt voor iedere vakantie na overleg met de moeder en de [organisatie 1] op welke tijdstippen [minderjarige (voornaam)] tijdens de vakantie bij de moeder verblijft.
Over de informatieregeling:
  • SAVE verstrekt de moeder één keer in de drie maanden schriftelijke informatie over de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] . Deze informatie kan staan in het verslag van een evaluatie door SAVE en de [organisatie 1] .
  • als er zich tussentijds gewichtige gebeurtenissen voordoen, zal SAVE de moeder daarover tussentijds informeren,. Het gaat dan bijvoorbeeld over een bijzondere ontwikkeling op het gebied van school, jeugdhulp of gezondheid.
De rechtbank zal deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Het anders of meer verzochte zal de rechtbank afwijzen.
Hierna legt de rechtbank deze beslissing uit.
De huidige situatie
3.2.
[minderjarige (voornaam)] woont bij [organisatie 1] in [plaats 1] . Dit is een woongroep voor jongeren. Ondanks dat [minderjarige (voornaam)] het moeilijk vindt om mensen te vertrouwen, heeft hij met drie groepsleiders een vertrouwensband opgebouwd. Dat is positief. Doordeweeks gaat [minderjarige (voornaam)] naar het [school] in [plaats 2] . In een kleine klas krijgt hij zowel praktisch als theoretisch onderwijs. Ook leert hij daar om zelfstandiger te worden. [minderjarige (voornaam)] doet het zo goed op school dat hij binnenkort misschien kan uitstromen naar een andere vorm van onderwijs.
3.3.
[minderjarige (voornaam)] wil ondernemer worden. Momenteel houdt hij zich bezig met het doorverkopen van spullen. Die spullen koopt hij in via het internet. De rechtbank heeft van SAVE begrepen dat [minderjarige (voornaam)] een aantal keer in conflict is geraakt met kopers. [minderjarige (voornaam)] had namelijk spullen doorverkocht die kapot of nep bleken te zijn waardoor verschillende kopers boos op [minderjarige (voornaam)] zijn geworden. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt met [minderjarige (voornaam)] om deze incidenten te voorkomen. [minderjarige (voornaam)] houdt zich tot nu toe aan deze afspraken.
3.4.
[minderjarige (voornaam)] verblijft verder al enige tijd, volgens de moeder zeker het afgelopen halfjaar, elk weekend van vrijdag uit school tot zondagavond bij de moeder. SAVE heeft hierover opgemerkt dat zij nu geen grote zorgen heeft over dit verblijf van [minderjarige (voornaam)] bij de moeder. Wel wil SAVE meer zicht hebben op de situatie bij de moeder omdat SAVE twijfels heeft over de mate van zelfbepalend gedrag van [minderjarige (voornaam)] bij de moeder thuis, en over het feit dat [minderjarige (voornaam)] mogelijk het gevoel heeft dat hij voor de moeder moet zorgen (in plaats van andersom). SAVE heeft de organisatie [organisatie 2] bereid gevonden om de situatie te observeren. SAVE wil de resultaten van deze observaties afwachten voor zij een definitief standpunt inneemt over (de uitbreiding van) de omgang tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] .
De omgang
3.5.
De rechtbank kan op verzoek van de moeder een omgangsregeling vastleggen tussen [minderjarige (voornaam)] en de moeder op grond van artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek.
3.6.
De rechtbank vindt het in belang van de moeder en [minderjarige (voornaam)] dat er nu duidelijkheid komt over de omgang. Daarom legt zij een omgangsregeling vast. De rechtbank heeft begrepen dat [minderjarige (voornaam)] het fijn vindt om in de weekenden bij de moeder te zijn. Over deze weekenden heeft SAVE geen concrete grote zorgen geuit. SAVE heeft, los van de incidenten met betrekking tot de verkoop van spullen, geen melding gemaakt over zorgelijk gedrag van [minderjarige (voornaam)] . Omdat de omgang tijdens de weekenden geen negatieve weerslag op [minderjarige (voornaam)] lijkt te hebben, en [minderjarige (voornaam)] en de moeder behoefte hebben aan duidelijkheid, vindt de rechtbank het wenselijk voor [minderjarige (voornaam)] om vast te leggen dat [minderjarige (voornaam)] in de weekenden bij de moeder verblijft van vrijdag uit school tot zondagavond 20.00 uur (na het eten).
3.7.
De rechtbank kan nu niet beoordelen of verdere uitbreiding van de omgang in het belang is van [minderjarige (voornaam)] . Daarom legt de rechtbank daar nu niets over vast. Het is aan SAVE om te beoordelen of uitbreiding in het belang is van [minderjarige (voornaam)] . SAVE kan in die afweging ook de resultaten van de observaties van [organisatie 2] betrekken. Als uit die observaties blijkt dat het contact tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] op een andere manier vormgegeven moet worden, kan SAVE daarover afspraken maken met de moeder en [minderjarige (voornaam)] . Dat kan bijvoorbeeld gaan om een uitbreiding van de omgang. Lukt dat niet, dan kan SAVE daarover een verzoek indienen bij de rechtbank.
3.8.
Ten aanzien van de vakanties heeft de rechtbank begrepen dat het SAVE, [organisatie 1] en de moeder lukt om samen afspraken te maken over het duur van het verblijf van [minderjarige (voornaam)] bij de moeder tijdens de vakanties. De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige (voornaam)] dat dat in het vervolg ook zo plaatsvindt. Als de moeder, [organisatie 1] en SAVE er niet uitkomen, dan beslist SAVE als voogd van [minderjarige (voornaam)] over de omgang tijdens de vakanties.
De informatieregeling
3.9.
Een recht op informatie en consultatie van een ouder zonder gezag terwijl het kind onder voogdij staat van een gecertificeerde instelling, is niet in de wet geregeld. De rechtbank is van oordeel dat het recht van de moeder op bescherming van haar gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM meebrengt dat zij recht heeft op informatievoorziening door SAVE over [minderjarige (voornaam)] op dezelfde wijze als een ouder zonder gezag recht heeft op informatievoorziening over het kind door de ouder met gezag. Dit laatste is geregeld in artikel 1:377b van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank zal het verzoek van de moeder om een maandelijkse informatieregeling dan ook beoordelen naar de maatstaf van artikel 1:377b BW. Daarin staat dat het gaat om informatie over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind.
3.10.
De rechtbank zal een informatieregeling vaststellen die inhoudt dat de moeder eens per drie maanden schriftelijke informatie van SAVE ontvangt over de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] . Deze informatie kan staan in het verslag van de evaluatie door SAVE en de [organisatie 1] . Op de zitting heeft SAVE gezegd dat de moeder bij deze evaluaties aanwezig kan zijn. De rechtbank wijst erop dat de moeder, ook als zij niet bij de evaluatie aanwezig is, recht heeft op de schriftelijke informatie. Nu het gaat om gewichtige aangelegenheden met betrekking tot [minderjarige (voornaam)] vindt de rechtbank informatieverstrekking eens per drie maanden voldoende en wijst zij het verzoek van de moeder om maandelijks schriftelijke informatie over [minderjarige (voornaam)] te ontvangen af. Dit omdat de informatie gaat over de grote lijnen van [minderjarige (voornaam)] ontwikkeling. Als er zich tussentijds gewichtige gebeurtenissen voordoen, zal SAVE de moeder tussentijds moeten informeren. Dit heeft SAVE tijdens de zitting ook toegezegd. Het gaat dan bijvoorbeeld over een bijzondere ontwikkeling op het gebied van school, jeugdhulp of gezondheid.
3.11.
Tijdens de zitting is verder besproken dat de moeder wekelijks een begeleider van [organisatie 1] spreekt als die [minderjarige (voornaam)] bij de moeder brengt. Van deze begeleider en van [minderjarige (voornaam)] zelf kan de moeder horen hoe de afgelopen week voor [minderjarige (voornaam)] is geweest. Voor die informatievoorziening hoeft SAVE niet te zorgen.
De uitvoerbaarheid bij voorraad
3.12.
De rechtbank verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
Hierna volgt de beslissing. De rechtbank gebruikt hierbij de begrippen uit de wet.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
stelt een omgangsregeling tussen de moeder en [minderjarige (voornaam)] vast die het volgende inhoudt:
  • [minderjarige (voornaam)] is wekelijks bij de moeder van vrijdag uit school tot zondagavond 20.00 uur (na het eten);
  • SAVE bepaalt voor iedere vakantie na overleg met de moeder en de [organisatie 1] op welke tijdstippen [minderjarige (voornaam)] tijdens de vakantie bij de moeder verblijft;
4.2.
stelt een informatieregeling tussen SAVE en de moeder vast, die het volgende inhoudt:
  • SAVE verstrekt de moeder één keer in de drie maanden schriftelijke informatie over de ontwikkeling van [minderjarige (voornaam)] . Deze informatie kan staan in het verslag van een evaluatie door SAVE en de [organisatie 1] .
  • als er zich tussentijds gewichtige gebeurtenissen voordoen, zal SAVE de moeder daarover tussentijds informeren; het gaat dan bijvoorbeeld over een bijzondere ontwikkeling op het gebied van school, jeugdhulp of gezondheid;
4.3.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het anders of meer verzochte af.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. G.L.M. Urbanus, (kinder)rechter in samenwerking met de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
LNvA