Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de woningstichting Veenvesters een kort geding aangespannen tegen een gedaagde huurder, die weigert mee te werken aan noodzakelijke renovatiewerkzaamheden aan haar huurwoning. De gedaagde, die sinds 2007 de woning huurt, heeft medische bezwaren geuit tegen de werkzaamheden, maar de kantonrechter oordeelt dat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar gezondheid in gevaar komt. De woningstichting heeft een spoedeisend belang bij de uitvoering van de werkzaamheden, die deel uitmaken van een groter onderhoudsproject. De kantonrechter heeft het wrakingsverzoek van de gedaagde afgewezen en de vorderingen van Veenvesters toegewezen. De gedaagde moet medewerking verlenen aan de werkzaamheden en de woning tijdelijk ontruimen. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.358,47.