ECLI:NL:RBMNE:2025:2778
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 25/2151. Eiser heeft op 21 maart 2025 beroep ingesteld, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 53,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet betalen van het griffierecht betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 25 maart 2025 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Deze brief is op 27 maart 2025 bezorgd, maar het griffierecht is niet ontvangen. Eiser heeft geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 22 mei 2025.