ECLI:NL:RBMNE:2025:2796
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag na herbeoordeling door Dienst Toeslagen
In deze zaak heeft eiseres, een gedupeerde van de toeslagenaffaire, verzocht om herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Dienst Toeslagen heeft een lichte toets uitgevoerd en eiseres niet als gedupeerde aangemerkt, wat leidde tot een afwijzing van haar verzoek om compensatie. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiseres beroep ingesteld, maar beide partijen zijn niet verschenen op de zitting. Eiseres had een dag voor de zitting verzocht om uitstel, omdat zij pas op dat moment een advocaat had gevonden. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat eiseres zelf verantwoordelijk is voor tijdige inschakeling van juridische bijstand.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres geen procesbelang heeft bij haar beroep, aangezien Dienst Toeslagen inmiddels een integrale beoordeling heeft uitgevoerd en eiseres alsnog als gedupeerde is aangemerkt. Eiseres heeft het compensatiebedrag van € 30.000,- ontvangen, evenals rente. Hierdoor heeft zij geen belang meer bij de uitspraak over de lichte toets, omdat deze geen voordeel meer oplevert. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en eiseres krijgt geen griffierecht terug en heeft geen recht op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.T. Könning op 11 juni 2025.