ECLI:NL:RBMNE:2025:2823
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering IVA-uitkering op basis van WIA en beoordeling van duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 mei 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar een IVA-uitkering toe te kennen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiseres had aanvankelijk geen WIA-uitkering gekregen per 12 december 2022, maar het Uwv was voornemens haar een WGA-uitkering toe te kennen. Eiseres betwistte dit en stelde dat zij recht had op een IVA-uitkering omdat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. De verzekeringsarts bezwaar en beroep van het Uwv volgde deze stelling niet en concludeerde dat eiseres wel volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was.
Tijdens de zitting op 26 februari 2025 was alleen de gemachtigde van het Uwv aanwezig, terwijl eiseres en haar gemachtigde niet verschenen. De rechtbank besloot de zitting door te laten gaan, ondanks een laat ingediend uitstelverzoek van de gemachtigde. De rechtbank overwoog dat het Uwv zijn besluiten over arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen, en dat eiseres moet onderbouwen dat deze rapporten niet zorgvuldig zijn tot stand gekomen.
De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft geweigerd eiseres een IVA-uitkering toe te kennen. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts voldoende heeft aangetoond dat eiseres niet uitbehandeld is en dat er nog behandelmogelijkheden zijn die haar situatie kunnen verbeteren. De persoonlijke omstandigheden van eiseres, zoals de zorg voor haar zoon, mogen geen rol spelen in de beoordeling van de duurzaamheid van haar beperkingen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en het Uwv hoeft geen proceskosten of griffierecht te vergoeden.