In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De aanvraag werd afgewezen op 24 juli 2023, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsgeschikt werd geacht. Het Uwv handhaafde deze beslissing na bezwaar op 2 september 2024. De rechtbank behandelde de zaak op 26 februari 2025, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van het Uwv aanwezig waren.
De rechtbank toetst of het Uwv zijn besluit zorgvuldig heeft genomen, met name of de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende zijn onderbouwd. Eiseres betoogt dat haar psychische klachten, waaronder een posttraumatische stressstoornis (PTSS), niet adequaat zijn meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeert dat het onderzoek van de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig is uitgevoerd en dat er voldoende informatie beschikbaar was om tot een oordeel te komen. Eiseres heeft geen nieuwe medische gegevens over haar PTSS overgelegd die de beoordeling van het Uwv zouden kunnen ondermijnen.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de WIA-uitkering. De rechtbank wijst erop dat eiseres de mogelijkheid heeft om een herbeoordeling aan te vragen bij het Uwv zodra er nieuwe medische informatie beschikbaar is. De proceskosten en het griffierecht worden niet vergoed, aangezien het beroep ongegrond is verklaard.