Uitspraak
1.De procedure
- de akte overlegging producties I t/m V van [gedaagde] (d.d. 21 mei 2025).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 6 juni 2025 uitspraak gedaan. De eiseres, werkzaam als telefoniste/receptioniste bij de gedaagde B.V., is per direct vrijgesteld van haar werkzaamheden vanwege bedrijfseconomische redenen. De gedaagde heeft de functie van eiseres laten vervallen en heeft een ontslagaanvraag ingediend bij het UWV. Eiseres verzoekt de rechtbank om haar wederom toe te laten tot haar werkzaamheden en toegang te verlenen tot haar werkaccount, met een dwangsom als de gedaagde hier niet aan voldoet. De kantonrechter oordeelt dat de vraag of de functie van eiseres is vervallen, niet in dit kort geding kan worden beantwoord, aangezien deze kwestie in de ontslagprocedure bij het UWV aan de orde is. De rechter stelt vast dat de werkzaamheden van eiseres niet meer bestaan en dat er geen spoedeisend belang is om haar in afwachting van de ontslagprocedure weer aan het werk te stellen. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiseres af, maar compenseert de proceskosten, gezien de ongelukkige wijze waarop de gedaagde met eiseres heeft gecommuniceerd over haar vrijstelling.