ECLI:NL:RBMNE:2025:2861

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 mei 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
23/1646
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een huisverbod en de verlenging daarvan door de burgemeester in het kader van de veiligheid van de betrokkenen

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen een tijdelijk huisverbod dat door de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug is opgelegd en verlengd. Het huisverbod houdt in dat eiser niet in de woning van zijn moeder mag verblijven en dat er een contactverbod is opgelegd. De burgemeester heeft het huisverbod in eerste instantie opgelegd op 17 april 2023 voor een periode van 10 dagen, welke later is verlengd tot 15 mei 2023. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij hij stelt dat er onvoldoende feitelijke grondslag is voor het huisverbod en dat er niet zorgvuldig onderzoek is verricht. De rechtbank heeft het beroep op 30 mei 2025 behandeld en uiteindelijk ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om het huisverbod op te leggen, gezien de ernst van de situatie en het risico voor de veiligheid van de moeder van eiser. De rechtbank concludeert dat het huisverbod en de verlenging daarvan gerechtvaardigd zijn, en dat de burgemeester de belangen van de moeder zwaarder mocht laten wegen dan die van eiser. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 23/1646 en UTR 23/1719

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 mei 2025 in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. R. Schreudering),
en

de burgemeester van de gemeente Utrechtse Heuvelrug

(gemachtigde: mr. T. van Dulst, E. Willemsen en K. van de Veen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [moeder] uit [plaats] (de moeder van eiser)
(gemachtigde: mr. J.R.A. Röschlau).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen een tijdelijk huisverbod en de verlenging van dit huisverbod. Het huisverbod houdt in dat eiser niet in de woning van zijn moeder mag verblijven. Het huisverbod houdt ook een contactverbod in met zijn moeder.
1.1.
De burgemeester heeft bij besluit van 17 april 2023 een huisverbod voor de duur van 10 dagen – tot 27 april 2023 – aan eiser opgelegd voor de woning aan de [adres] te [plaats] . De burgemeester heeft bij besluit van 25 april 2023 het huisverbod verlengd met 18 dagen tot 15 mei 2023.
1.2.
Eiser heeft een verzoek om voorlopige voorziening tegen het huisverbod ingediend. De voorzieningenrechter heeft hier bij uitspraak van 1 mei 2023 op beslist en geoordeeld dat het contactverbod tussen eiser en zijn moeder in zoverre wordt geschorst dat contact tussen hen is toegestaan in het bijzijn van de hulpverlening. [1]
1.3.
De burgemeester heeft op 28 april 2023 stukken overgelegd die betrekking hebben op de zaak, hierbij heeft de burgemeester voor een deel van de stukken verzocht om beperkte kennisname. Bij beslissing van 2 mei 2023 heeft de geheimhoudingskamer van de rechtbank geoordeeld dat de beperkte kennisname zoals verzocht gerechtvaardigd is en het verzoek toegewezen. Eiser heeft toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 3 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, de gemachtigde van verweerder en eisers moeder.
1.5.
De rechtbank heeft op 3 augustus 2023 ter zitting het onderzoek geschorst om verweerder in de gelegenheid te stellen om nadere stukken in te dienen. De burgemeester heeft dit gedaan op 13 september 2023.
1.6.
De burgemeester heeft op 11 september 2023 een verklaring overgelegd van [A] , [functie] van Heuvelrug Medisch Centrum. Voor deze verklaring heeft de burgemeester een beroep gedaan op artikel 8:29 van de Awb. Bij beslissing van 19 december 2023 is ook dit beroep door de rechtbank gerechtvaardigd geacht. Eiser heeft toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb.
1.7.
Eisers moeder heeft de rechtbank gevraagd om opnieuw op een zitting te worden gehoord.
1.8.
De rechtbank heeft het beroep op 29 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, de gemachtigden van de burgemeester, eisers moeder en de gemachtigde van de moeder.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het juridisch kader voor het opleggen van het huisverbod
3. De burgemeester kan aan een persoon een huisverbod opleggen als uit feiten of omstandigheden blijkt dat diens aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die met hem in de woning wonen of als op grond van feiten en omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat. [2]
3.1.
Artikel 2 van het Besluit tijdelijk huisverbod bepaalt dat de burgemeester bij de afweging of een huisverbod wordt opgelegd uitsluitend let op feiten en omstandigheden die in de bijlage bij het Besluit zijn opgenomen. De burgemeester laat zich verder adviseren door deskundigen die, voor hun oordeel of bij (mogelijk) huiselijk geweld een huisverbod moet worden opgelegd, een Risico-taxatie instrument Huiselijk Geweld (RiHG) invullen.
3.2.
Het opleggen van een huisverbod is een ingrijpend instrument waarvan de toepassing zeer grote gevolgen heeft voor het privéleven van alle betrokkenen. De bevoegdheid om zo’n huisverbod op te leggen, is daarom beperkt tot situaties waarin voldoende grond aanwezig is om aan te nemen, of ernstig te vermoeden, dat zich een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen voordoet. Als dat het geval is, moet de burgemeester zorgvuldig overwegen of aanwending van de bevoegdheid nodig is. De rechter beoordeelt of de aangevoerde omstandigheden zo ernstig zijn, dat in het voorliggende geval een bevoegdheid tot opleggen van een huisverbod bestond. Als dat het geval is, wordt de afweging van de burgemeester om vervolgens van die bevoegdheid gebruik te maken verder door de bestuursrechter terughoudend getoetst. Dit volgt uit vaste rechtspraak. [3]
Het huisverbod en de verlenging
4. De burgemeester heeft het opleggen van het huisverbod gebaseerd op de beschrijving van de situatie ter plaatse van 16 april 2023, het RiHG en het proces-verbaal van bevindingen voor een beslissing huisverbod. Het startsein voor het onderzoek naar huiselijk geweld kwam van de huisarts en Veilig Thuis. Uit het risicotaxatie-instrument Huiselijk geweld komt het volgende naar voren:
  • De politie kan vijf jaren terugkijken in de mutaties en in alle jaren zijn er registraties van ruzie en huiselijk geweld. Dit beeld wordt bevestigd door gesprekken met Veilig Thuis, een politiemedewerker en een ambtenaar van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
  • Er zijn bij eiser signalen wijzend op verslaving of excessief gebruik van softdrugs, te weten dagelijks wietgebruik;
  • Er is sprake van (in ernst toenemende) bedreiging en lichamelijk geweld;
  • De intimidatie is zwaar, het geweld is willekeurig en achterblijfster is niet weerbaar;
  • De zwaarte en frequentie van het geweld nemen toe;
  • Het slachtoffer vreest toekomstig geweld;
  • Eiser ontkent het geweld en beschuldigt achterblijfster (eisers moeder) van de omstandigheden;
  • Eiser is werkloos en heeft financiële problemen, waaronder schulden;
  • Het sociale leven van achterblijfster wordt strikt beperkt door eiser;
  • Achterblijfster heeft geen zeggenschap binnenshuis.
Zoals uit het RiHG blijkt, wordt gekeken naar ‘de (mogelijke) pleger van huiselijk geweld’, ‘het verloop van het incident’ en ‘de (gezins)achtergrond’. Volgens het RiHG scoort eiser op de onderdelen ‘de (mogelijke) pleger van huiselijk geweld’ en ‘verloop van het incident’ een hoog risico en op ‘de (gezins)achtergrond’ een risico.
4.1.
Het zorgadvies voor het verlengen/intrekken van een tijdelijk huisverbod beschrijft de stand van zaken na het huisverbod en constateert dat het risico nog niet is afgenomen.
Waarom is eiser het niet eens met het huisverbod?
5. Eiser is het niet eens met de oplegging en de verlenging van het huisverbod. Volgens hem is er onvoldoende feitelijke grondslag aanwezig om het huisverbod op te leggen, is er onvoldoende zorgvuldig onderzoek verricht en is het besluit onvoldoende gemotiveerd. Eiser heeft nooit fysiek of psychisch geweld tegen zijn moeder gebruikt. Er zijn ook geen stukken waaruit blijkt dat dit wel zo is, en uit het besluit blijkt niet op basis waarvan is vastgesteld dat sprake is geweest van langdurige en/of veelvuldige mishandeling. Er is sprake van psychische problematiek bij zijn moeder en ook van drank- en drugsproblematiek. Gedurende herbelevingen en paniek- en agressie-aanvallen heeft zij uit paniek de politie gebeld en aangegeven dat zij door eiser werd mishandeld. De politie is meermalen op deze meldingen afgekomen en telkens is gebleken dat het ging om waanbeelden en ideeën.
Waarom is eisers moeder het niet eens met het huisverbod?
6. Eisers moeder is het ook niet eens met de oplegging en de verlenging van het huisverbod aan haar zoon. Zij heeft op de zitting van 3 augustus 2023 verklaard dat de politie en anderen haar verklaringen verdraaid hebben of verkeerd hebben begrepen en dat in de verklaringen onjuiste en onware informatie staat. Zij ontkent de feiten en omstandigheden die de burgemeester aan het huisverbod ten grondslag legt.
Medische onderbouwing
7. Eiser en zijn moeder hebben medische informatie overgelegd om te onderbouwen dat verklaringen van eisers moeder onder invloed van een psychische stoornis zijn gedaan. Zo verklaart een GZ-psycholoog op 25 juli 2023 dat er sprake is van posttraumatische stress die leidt tot herbelevingen bij eisers moeder. Een klinisch-geriater schrijft in zijn brief van 1 februari 2024 dat er bij eisers moeder sprake is van cognitieve problematiek en stemmingsklachten in combinatie met PTSS.
Vertrouwelijk overgelegde stukken
8. De rechtbank heeft, met toestemming van partijen, kennisgenomen van de (gedeelten van) stukken waarover de rechtbank de verzoeken om geheimhouding heeft toegewezen.
Was de burgemeester bevoegd?
9. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester bevoegd was om een huisverbod op te leggen. Op basis van de stukken die door de burgemeester zijn overgelegd vindt de rechtbank dat er ten tijde van oplegging van het besluit op zijn minst een ernstig vermoeden bestond dat zich een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van de moeder van eiser voordeed. De rechtbank leidt uit die stukken af dat er al langere tijd sprake is van fysieke en geestelijke mishandeling van de moeder door eiser. Uit het proces-verbaal van bevindingen van de politie, dat op ambtsbelofte is opgemaakt, blijkt dat eisers moeder tussen 30 mei 2020 en 4 april 2023 verschillende keren contact gezocht heeft met de politie met onder andere de klacht dat haar zoon haar terroriseert, dat zij wordt geslagen en uitgescholden en dat zij haar uit vrees voor haar zoon uit haar appartement is gevlucht. Daarbij komt dat uit de stukken blijkt dat het sociale leven van de moeder door eiser strikt wordt beperkt. Zo vermeldt de mutatie van 14 februari 2023 dat eiser de telefoon en e-mail van zijn moeder controleert en dat bezoek niet binnengelaten mag worden omdat hij overdag slaapt. De moeder is kwetsbaar en weet niet hoe ze hiermee om moet gaan. Eiser woonde ten tijde van oplegging van het huisverbod bij haar, maar dit wilde zij niet. Hij staat daar niet ingeschreven. De moeder wil dat er hulp voor eiser komt en dat hij niet meer bij haar in de woning komt. Eiser lijkt het probleem niet te zien. Hij verklaart dat zijn moeder gek is, niet voor zichzelf kan zorgen en dat hij haar mantelzorger is.
10. Zowel eiser als zijn moeder ontkennen in deze procedure dat er sprake is geweest van huiselijk geweld. Onder verwijzing naar de overgelegde medische informatie betogen zij dat de verklaringen van eisers moeder onder invloed van een psychische stoornis zijn gedaan en daarom niet voor waar kunnen worden gehouden. Eisers moeder stelt dat de politie en anderen haar verklaringen verdraaien. De rechtbank volgt deze stellingen niet. Uit de overgelegde informatie kan worden afgeleid dat de psychische gezondheid van eisers moeder complexer is dan bekend was voordat het huisverbod werd gegeven. De overgelegde informatie maakt echter niet aannemelijk dat aan de verklaringen van eisers moeder over een langere periode geen betekenis kan worden gehecht. De informatie waarop het huisverbod is gebaseerd bestaat niet alleen uit verklaringen van eisers moeder, maar ook uit verklaringen en waarnemingen van derden. De burgemeester heeft de verklaringen van eisers moeder, zowel ten tijde van het huisverbod als achteraf terugkijkend naar het opgelegde huisverbod, dan ook niet anders hoeven opvatten. De rechtbank ziet ook geen grond voor de beschuldiging dat verklaringen van eisers moeder verdraaid zijn door de politie. Daarnaast merkt de rechtbank nog op dat het, gelet op de aard van een huisverbod dat altijd in spoedeisende situaties wordt opgelegd, niet is vereist dat de juistheid van de aan het huisverbod ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden onomstotelijk vaststaat. Het opleggen van een huisverbod heeft tot doel een time-out te geven ter voorkoming van verdere escalaties en om hulpverlening in te roepen die (in dit geval) eiser en zijn moeder kan begeleiden bij hun problemen. [4] Uit de stukken blijkt dat dat ook het doel was dat de burgemeester met het huisverbod nastreefde.
Mocht de burgemeester het huisverbod opleggen?
11. De burgemeester heeft ook gebruik mogen maken van zijn bevoegdheid om het huisverbod op te leggen. Daarbij is het doel van het huisverbod van belang: het waarborgen van de veiligheid van de moeder en het geven van een time-out om hulpverlening voor haar en eiser. De burgemeester heeft, gelet op dat doel, aan het belang van de moeder doorslaggevend gewicht mogen toekennen en het belang van eiser om geen huisverbod opgelegd te krijgen minder zwaar mogen laten wegen. Daarbij heeft de burgemeester gewicht kunnen toekennen aan de omstandigheid dat eiser niet op het adres van zijn moeder staat ingeschreven en eisers moeder in een ouderencomplex woont en eiser daar niet mag wonen.
Verlenging huisverbod
12. Een huisverbod kan op grond van artikel 9, eerste lid, van de Wth worden verlengd als de dreiging van het gevaar, of het ernstige vermoeden daarvan, zich voortzet.
13. De rechtbank is van oordeel dat de eerder omschreven dreiging ten tijde van de verlenging van het huisverbod nog steeds bestond. Op het moment van de verlenging van het huisverbod was de hulpverlening voor eiser en zijn moeder namelijk nog niet op gang gekomen. Eiser had wel contact met de gemeente en het wijkteam, maar dit was slechts om ervoor te zorgen dat hij een woonplek heeft. De problemen die hij met zijn moeder heeft herkent hij niet, en hij had daarom geen hulpvraag. De rechtbank is het met de burgemeester eens dat het feit dat eiser de ernst van de situatie niet inziet en de schuld bij zijn moeder neerlegt, maakt dat het risico op herhaling groot is en het gevaar ten tijde van de verlenging van het huisverbod nog niet geweken was.
14. De burgemeester heeft ook in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot verlenging gebruik kunnen maken. De burgemeester heeft ook bij de verlenging doorslaggevend gewicht mogen toekennen aan de veiligheid van de moeder.

Conclusie en gevolgen

15. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de burgemeester het huisverbod mocht opleggen en verlengen. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2025.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

2.Artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth).
3.Zie bijvoorbeeld de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 augustus 2022,
4.Zie bijvoorbeeld Afdeling 2 februari 2022 (