Uitspraak
1.De procedure
- de verzetdagvaarding, die wordt beschouwd als conclusie van antwoord, met productie 1 en een incidentele vordering,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de eiser, [geopposeerde], een huurprijsvermindering van 40% vanwege gebreken in de huurwoning die hij van [opposant] huurt. De eiser stelt dat de woning veel gebreken vertoont, waaronder een niet functionerend slot, schade aan de voordeur, slechte verlichting in de hal, lekkages, en andere tekortkomingen die het huurgenot verminderen. De gedaagde, [opposant], betwist de gebreken en stelt dat deze onvoldoende zijn onderbouwd en voor rekening van de huurder komen. De kantonrechter heeft de door de eiser gestelde gebreken beoordeeld en vastgesteld dat sommige gebreken inderdaad een tekortkoming van de verhuurder opleveren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurprijs met 40% moet worden verminderd over de periode van 11 september 2024 tot 19 mei 2025, omdat de meeste gebreken tijdens de mondelinge behandeling waren opgelost. De vordering tot het oplossen van de gebreken en de schadevergoeding zijn afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelt dat de gebreken inmiddels zijn verholpen. De kantonrechter heeft het verstekvonnis van 29 januari 2025 vernietigd en de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen.