ECLI:NL:RBMNE:2025:2920
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na lekkage in winkelcentrum afgewezen; geen toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen
In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, schadevergoeding van de gedaagde, eveneens een besloten vennootschap, na lekkage in een winkelcentrum. De eiseres stelde dat de gedaagde verantwoordelijk was voor de schade die was ontstaan door vochtplekken in een trappenhuis en parkeergarage, die volgens haar het gevolg waren van een lekkage in een leiding van het gehuurde pand. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde niet tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen. De kantonrechter stelde vast dat de vochtplekken zich bevonden in ruimtes die niet tot het gehuurde behoorden en dat de gedaagde geen verplichtingen had geschonden. Bovendien was er geen aanleiding voor de gedaagde om maatregelen te nemen om de lekkage te voorkomen, aangezien de toiletvoorziening al lange tijd door de vorige huurder was aangelegd zonder eerdere problemen. De vordering tot schadevergoeding van € 17.144,39 werd afgewezen, evenals de vordering om een verklaring voor recht te geven dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten. De eiseres werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten van de gedaagde betalen, die op € 1.221,- werden begroot. De kantonrechter verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de eiseres aan deze veroordeling moest voldoen, ook als zij in hoger beroep ging.