ECLI:NL:RBMNE:2025:2953
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep niet tijdig beslissen en recht op dwangsom in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door N. Baas, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, vertegenwoordigd door H. Smit. Eiser had op 15 december 2022 een omgevingsvergunning verkregen voor het plaatsen van een dakopbouw. Echter, een buurman, [A], maakte bezwaar tegen deze vergunning. Eiser stelde het college in gebreke omdat er geen beslissing op het bezwaar was genomen. Op 16 januari 2024 heeft eiser een beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen door het college. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het college uiteindelijk op 26 maart 2024 een beslissing op het bezwaar had genomen, na de indiening van het beroep. Hierdoor had eiser geen procesbelang meer bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank concludeerde dat eiser geen recht had op een dwangsom, omdat hij niet de aanvrager was van het te laat genomen besluit. Wel werd vastgesteld dat eiser recht had op een proceskostenvergoeding, omdat het college na het beroep alsnog een besluit had genomen. De rechtbank heeft het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eiser, waarbij de proceskosten zijn vastgesteld op € 453,50, rekening houdend met de eenvoudige aard van de zaak. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.