In deze zaak heeft eiser een franchiseovereenkomst gesloten met gedaagden c.s. voor het openen van een franchisevestiging in Tanger, Marokko. Eiser heeft een deel van de instapvergoeding van € 21.250,00 betaald, maar stelt dat gedaagden c.s. niet heeft voldaan aan haar wettelijke verplichtingen als franchisegever. Eiser heeft de overeenkomst daarom vernietigd en eist zijn geld terug. Gedaagden c.s. betwist dit en vordert zelfs een schadevergoeding van eiser. De kantonrechter oordeelt dat gedaagden c.s. de standstill-periode heeft geschonden door essentiële informatie niet te verstrekken, waardoor eiser de overeenkomst rechtsgeldig kon vernietigen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser tot terugbetaling van de instapvergoeding toe en wijst de vorderingen van gedaagden c.s. in reconventie af. Tevens worden de beslagkosten en proceskosten aan gedaagden c.s. opgelegd, omdat zij grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.