ECLI:NL:RBMNE:2025:2980

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
C/16/583267 / FO RK 24-1306
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering geboorteakte en adoptie van een minderjarige door verzoekster

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juli 2025 een beschikking gegeven inzake de verbetering van de geboorteakte en de adoptie van een minderjarige. Verzoekster, die in een geregistreerd partnerschap is met belanghebbende, heeft op 29 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend om de geboorteakte van hun kind, [minderjarige], te verbeteren. De geboorteakte vermeldde verzoekster ten onrechte als juridisch moeder, terwijl dit niet de bedoeling was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster en belanghebbende de intentie hadden dat verzoekster [minderjarige] zou adopteren, en dat de adoptie in het belang van het kind is. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opdracht gegeven om de geboorteakte te verbeteren en heeft de adoptie van [minderjarige] door verzoekster uitgesproken. De adoptie werkt terug tot het moment van de geboorte van [minderjarige]. De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam van het kind vastgesteld, die na de adoptie behouden blijft. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/583267 / FO RK 24-1306
verbetering geboorteakte en adoptie
Beschikking van 7 juli 2025
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende in [woonplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat mr. K.S.M. Smienk,
met als belanghebbenden
[belanghebbende],
wonende in [woonplaats] , gemeente [gemeente 1] ,
hierna te noemen: [belanghebbende] ,
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen: de ABS.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, ingediend op 29 oktober 2024;
  • de brief van 12 november 2024 van de Raad voor de Kinderbescherming;
  • de brief van 7 april 2025 van verzoekster, met daarin een wijziging van het verzoekschrift, met bijlage;
  • de brief van 16 mei 2025 van de ABS.
1.2.
Verzoekster en [belanghebbende] willen geen verwijzing naar de bevoegde rechtbank.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
Verzoekster is op [datum] 2023 in [plaats] een geregistreerd partnerschap aangegaan met [belanghebbende] .
2.2.
Tijdens dit geregistreerd partnerschap is geboren:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2025 in [geboorteplaats 1] .
2.3.
Van de geboorte van [minderjarige] is op 4 maart 2025 een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer] . Deze akte is ingeschreven in het geboorteregister van de gemeente [gemeente 2] van het jaar 2025.
2.4.
[belanghebbende] is bevallen van [minderjarige] . De zwangerschap is tot stand gekomen door middel van kunstmatige inseminatie. De donor is onbekend.
2.5.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben het ouderlijk gezag over [minderjarige] . Dit betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over [minderjarige] mogen nemen.
2.6.
Verzoekster wil [minderjarige] adopteren. [belanghebbende] staat achter dit verzoek.
2.7.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen bezwaar tegen het adoptieverzoek.
2.8.
Na de (online) geboorteaangifte heeft de ABS in de geboorteakte van [minderjarige] ook verzoekster al opgenomen als juridisch moeder.
Dit was niet de bedoeling van verzoekster en [belanghebbende] . Zij vragen daarom om verbetering van de geboorteakte van [minderjarige] , in die zin dat verzoekster als juridisch moeder wordt verwijderd van de geboorteakte, zodat verzoekster [minderjarige] alsnog kan adopteren.
2.9.
De ABS ziet geen mogelijkheid om de geboorteakte van [minderjarige] ambtshalve te verbeteren, gelet op de informatie die verzoekster en [belanghebbende] digitaal hebben verstrekt bij de geboorteaangifte.

3.De beoordeling

Conclusie
3.1.
De rechtbank zal beide verzoeken toewijzen. Hierna legt de rechtbank uit waarom zij deze beslissing neemt.
Verbetering geboorteakte
3.2.
De rechtbank zal opdracht geven voor het verbeteren van de geboorteakte van [minderjarige] , in die zin dat verzoekster als juridisch moeder van de geboorteakte van [minderjarige] wordt verwijderd. Volgens de rechtbank is er sprake van een akte die een fout bevat en die daarom moet worden verbeterd. [1] Dit wordt hieronder toegelicht.
3.3.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben voldoende aangetoond dat het hun bedoeling was dat verzoekster [minderjarige] zou adopteren. Zij hebben in oktober 2024 het verzoekschrift daarvoor ingediend bij de rechtbank. In dit verzoekschrift is beschreven dat adoptie van het kind door verzoekster in het buitenland eerder erkend zal worden dan juridisch ouderschap van rechtswege bij twee moeders. Daarom geven verzoekster en [belanghebbende] de voorkeur aan adoptie. Gelet hierop wilden zij niet dat verzoekster bij de geboorteaangifte al werd opgenomen als juridisch moeder in de geboorteakte.
3.4.
De ABS heeft de bevoegdheid om ambtshalve een akte te verbeteren, als er sprake is van een kennelijke schrijf- of spelfout of een kennelijke misslag. [2] De rechtbank begrijpt dat de ABS in deze zaak geen mogelijkheid ziet om zelf de geboorteakte te verbeteren.
De ABS mocht ervan uitgaan dat beide moeders als juridisch moeder op de geboorteakte van [minderjarige] wilden komen te staan, gelet op de stukken die zijn meegestuurd bij de (online) geboorteaangifte, waaronder de verklaring van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Omdat voor de rechtbank vaststaat dat verzoekster en [belanghebbende] van meet af aan hebben gewild dat verzoekster [minderjarige] zou adopteren – en dus nog niet als juridisch moeder op de geboorteakte zou komen te staan – is er wel sprake van een akte die een fout bevat en die kan worden verbeterd in opdracht van de rechtbank. [3] De rechtbank zal hiervoor dan ook opdracht geven.
Adoptie
3.5.
De rechtbank zal de adoptie van [minderjarige] door verzoekster uitspreken. Dit wordt hieronder toegelicht.
3.6.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat hieraan is voldaan.
3.7.
Volgens de rechtbank is de adoptie in het belang van [minderjarige] , want zij wordt door verzoekster en [belanghebbende] samen verzorgd en opgevoed.
Ook heeft verzoekster de vereiste verklaringen overgelegd, te weten:
  • de verklaring van 2 september 2024 van de heer [A] , MSc, namens de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting, waaruit blijkt dat de zwangerschap van [belanghebbende] tot stand is gekomen door kunstmatige donorbevruchting;
  • de verklaring van 26 september 2024 van [belanghebbende] , waaruit blijkt dat zij instemt met de adoptie.
Ingangsdatum
3.8.
De adoptie werkt terug tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige] , omdat de adoptie voor de geboorte van [minderjarige] is verzocht. [4]
Geslachtsnaam
3.9.
Verzoekster en [belanghebbende] hebben voor [minderjarige] de geslachtsnaam
[geslachtsnaam]gekozen. De rechtbank zal deze naamskeuze in de beslissing opnemen. [5]

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats 1] om de geboorteakte van
[minderjarige], met nummer [nummer] van het jaar 2025, te verbeteren op de volgende wijze:
Geslachtsnaam moeder : -
Voornamen moeder : -
Plaats van geboorte moeder : -
Dag van geboorte moeder : -
4.2.
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijke geslacht:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2025 in [geboorteplaats 1] , door:
[verzoekster], geboren op [geboortedatum 2] 1993 in [geboorteplaats 2] ;
4.3.
bepaalt dat de adoptie terugwerkt tot het tijdstip van de geboorte van [minderjarige] ;
4.4.
stelt vast dat verzoekster en [belanghebbende] hebben verklaard dat [minderjarige] de geslachtsnaam
[geslachtsnaam]zal dragen na de adoptie, zodat zij blijft heten:
[minderjarige].
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder)rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2025.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
2.Artikel 1:24a BW
3.Artikel 1:24 BW
4.Artikel 1:230 lid 2 BW
5.Artikel 1:5 lid 3 BW