In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 15 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de toewijzing van een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) aan haar buurvrouw beoordeeld. Eiseres woont naast de vergunninghouder en heeft bezwaar gemaakt tegen de toewijzing, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest is verleend. Het primaire besluit tot toewijzing dateert van 21 september 2023, en het bestreden besluit van 21 mei 2024 heeft dit besluit gehandhaafd. Eiseres stelt dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om deel te nemen aan de hoorzitting, omdat zij geen digitale link heeft ontvangen, wat in strijd zou zijn met haar hoorrecht volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat het college niet kan aantonen dat de link is verzonden, waardoor eiseres ten onrechte niet heeft kunnen deelnemen aan de hoorzitting.
Daarnaast voert eiseres aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig is en in strijd met het motiveringsbeginsel. De rechtbank constateert dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag voor de GPP is toegewezen, en dat er geen duidelijke onderbouwing is gegeven voor de beslissing. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de GPP op inhoudelijke gronden terecht is verleend. Eiseres krijgt het door haar betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en motivering in bestuursrechtelijke besluiten.