Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met een productie, die op 5 juni 2025 is betekend;
- het emailbericht met bijlagen van [de vrouw] van 19 juni 2025.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. De man vorderde vervangende toestemming om met zijn kinderen naar Iran te reizen, terwijl de vrouw hiertegen bezwaar maakte. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de man afgewezen, omdat hij van oordeel is dat het niet in het belang van de kinderen is om naar Iran te reizen, gezien de onveilige situatie in het land en het negatieve reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de man onvoldoende argumenten heeft aangedragen om de toestemming te rechtvaardigen, ondanks het negatieve reisadvies. De man is veroordeeld in de proceskosten van de vrouw, omdat hij de procedure onnodig heeft voortgezet. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van de kinderen en de noodzaak voor partijen om sterke argumenten te presenteren in situaties met een negatief reisadvies.