Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van de zaak
‘Termination Confirmed’en
‘end date
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, een B.V., een overeenkomst van opdracht gesloten met gedaagde, eveneens een B.V., waarbij eiser als zzp’er werkzaamheden zou verrichten voor gedaagde's klant, Nationale Nederlanden. Eiser stelt dat gedaagde de overeenkomst niet rechtsgeldig heeft opgezegd en vordert uitbetaling van de volledige looptijd van het contract. De kantonrechter oordeelt dat de opzegging door Nationale Nederlanden niet rechtsgeldig was, omdat eiser geen contract met hen had, maar met gedaagde. De kantonrechter concludeert dat de overeenkomst op 16 september 2024 is opgezegd, en dat eiser recht heeft op uitbetaling van de uren tot en met 15 oktober 2024, wat resulteert in een bedrag van € 2.026,48 inclusief BTW. De vordering van eiser voor de volledige looptijd van het contract wordt afgewezen, evenals de vordering voor een verklaring voor recht. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van € 715,35, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.