Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.de besloten vennootschap [gedaagde sub 1] B.V.,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De kern van de zaak en de beslissing
3.De beoordeling van de vorderingen
"bovenop de offerte goedkeuring zit". Als ze die dag niets zou horen, realiseerde zij zich dat [gedaagde sub 1] op 23 februari 2024 zou starten met de werkzaamheden. Uiteindelijk heeft [eiseres] de offerte pas op 10 februari 2024 getekend.
€ 500,- qua arbeid. Het gaat dan om het voeren van overleg met [eiseres] via Whatsapp en ter plaatse. De kosten voor het inkopen en leggen van de buizen begroot de rechtbank op nihil, omdat [gedaagde sub 1] in de akte na eisvermeerdering schrijft dat zij veel van dit soort materiaal op voorraad heeft dat zij niet speciaal voor een klant hoeft aan te schaffen. Het is de rechtbank daardoor niet duidelijk of en hoeveel buizen [gedaagde sub 1] daadwerkelijk heeft geplaatst en welke kosten daarmee zijn gemoeid. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] voor in totaal € 2.500,- aan geleden verlies schade heeft geleden.
€ 10.039,70 =) € 12.539,07 aan [gedaagde sub 1] verschuldigd is. Dit brengt dit mee dat [gedaagde sub 1] van de ontvangen aanbetaling een bedrag van (€ 46.089,10 minus € 12.539,07 =) € 33.550,03 nog terug dient te betalen aan [eiseres] .
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
4.De beslissing
€ 4.118,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [eiseres] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet zij
€ 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening, en te vermeerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van betaling,