In deze zaak heeft de eiser, een verhuurder, een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, een stichting en een persoon die gebruik maakt van een bedrijfsruimte. De eiser vordert dat de gedaagden meewerken aan het binnenlaten van een elektricien, brandveiligheidsdeskundige en constructeur, zodat een brandverzekering kan worden afgesloten. De gedaagden stellen dat de vorderingen ongegrond zijn en dat zij bereid zijn om mee te werken, maar dat de eiser hen zonder reden heeft gedagvaard. De kantonrechter heeft op 30 juni 2025 uitspraak gedaan en de vorderingen van de eiser grotendeels toegewezen. De kantonrechter oordeelt dat de eiser een spoedeisend belang heeft, omdat het pand momenteel onverzekerd is. De gedaagden zijn verplicht om toegang te verlenen voor de noodzakelijke inspecties en werkzaamheden, en de kantonrechter heeft bepaald dat de eiser recht heeft op een dwangsom van € 1.000,- per dag indien de gedaagden niet voldoen aan de veroordeling. De proceskosten zijn toegewezen aan de eiser, die grotendeels in het gelijk is gesteld.