ECLI:NL:RBMNE:2025:3297
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep inzake inzage politiegegevens op grond van artikel 25 Wpg met motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek
Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J. van Vegchel en mr. P.M.L. van der Schot, een beroep heeft ingesteld tegen de korpschef van politie. Eiser verzocht om inzage in politiegegevens die over hem zijn verwerkt in de periode van 1997 tot 2008, gerelateerd aan onderzoeken naar [eiseres] B.V. De korpschef heeft het verzoek deels toegewezen, maar ook een deel van de inzage geweigerd op grond van artikel 27 van de Wet politiegegevens (Wpg). Eiser was het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de korpschef geen nieuwe zoekslag hoeft te verrichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek was in het bestreden besluit, maar deze gebreken zijn hersteld door aanvullende motivering en inzage in extra stukken tijdens de zitting. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet in zijn belangen is geschaad en heeft de proceskosten voor de door een derde verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.814,-, naast het griffierecht van € 187,- dat de korpschef moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.