ECLI:NL:RBMNE:2025:3300

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
UTR 24/6697
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor Wlz-zorg op basis van onvoldoende medische onderbouwing

In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd door verweerder in eerste instantie buiten behandeling gesteld, omdat deze niet zou voldoen aan de criteria voor Wlz-zorg. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, waarna verweerder besloot de aanvraag alsnog in behandeling te nemen, maar de aanspraak op Wlz-zorg werd afgewezen. Eiseres is in beroep gegaan tegen deze afwijzing. De rechtbank heeft op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoet aan de strikte criteria voor Wlz-zorg, ondanks dat er sprake is van psychiatrische en lichamelijke aandoeningen. De rechtbank concludeert dat er geen behoefte is aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Eiseres heeft onvoldoende medische onderbouwing gepresenteerd om haar claim te staven. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op de gevraagde zorg en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/6697

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S. Maachi),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg

(gemachtigde: mr. J.E. Koedood).

Procesverloop

1. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wlz. [1] Verweerder heeft deze aanvraag in eerste instantie met het besluit van 6 december 2023 (het primaire besluit) buiten behandeling gesteld. De reden hiervoor is dat de aanvraag niet zou gaan over zorg waarover verweerder kan indiceren. Ook zou uit de nieuwe medische gegevens niet blijken dat de situatie van eiseres is veranderd. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt.
2. Met het besluit van 26 september 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder beslist dat eiseres in zoverre gelijk krijgt dat de aanvraag wel in behandeling had moeten worden genomen. Om deze reden is voor het indienen van het bezwaarschrift een bedrag van € 597,- aan proceskosten vergoed. Eiseres krijgt echter geen gelijk als het gaat over de aanspraak op Wlz-zorg. Zij voldoet volgens verweerder niet aan de criteria hiervoor. Hiertegen heeft eiseres beroep ingesteld.
3. De rechtbank heeft het beroep op 25 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben de zoon van eiseres en haar gemachtigde deelgenomen, evenals de gemachtigde van verweerder.

Bestreden besluit

4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres geen recht heeft op Wlz-zorg, omdat zij niet aan de daarvoor geldende strikte criteria voldoet, [2] ondanks dat verweerder wel vindt dat sprake is van de grondslagen psychiatrische stoornis, lichamelijke handicap en somatische aandoening.
5. Verweerder neemt echter niet aan dat er in het geval van eiseres behoefte is aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Er is vastgesteld dat geen sprake is van een behoefte aan voortdurende begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg voortkomend uit de lichamelijke en somatische stoornissen.
Eiseres benadrukt ernstige regieproblemen als gevolg van een psychiatrische stoornis. Deze regieproblemen, althans de mate waarin eiseres claimt dat deze aanwezig zijn, kunnen echter niet geobjectiveerd worden op basis van de beschikbare gegevens. Er is niet vastgesteld dat voor eiseres voortdurend begeleiding of overname van taken nodig is. Eiseres wordt in staat geacht om op relevante momenten hulp in te roepen. Ernstig nadeel voor eiseres kan voorkomen worden door middel van geplande zorg. Eiseres is verder niet aangewezen op permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel. Er is namelijk geen sprake van een noodzaak tot een acute medische interventie (zoals wel het geval bij bijvoorbeeld continu verstikkingsgevaar, ernstig probleemgedrag of continu risico op epileptische insulten).
6. Verweerder komt niet meer toe aan het beoordelen van de vraag of de huidige zorgvraag blijvend is, omdat al niet aan alle voorwaarden wordt voldaan voor Wlz-zorg.

Beroepsgronden

7. Eiseres voert aan dat het onderzoek onzorgvuldig is en dat verweerder haar klachten en beperkingen heeft onderschat. Zij lijdt aan een groot aantal fysieke en psychische klachten waardoor zij wel aan de criteria voor zorg op grond van Wlz voldoet. Er is sprake van volledige afhankelijkheid voor het uitvoeren van activiteiten in het dagelijks leven, waaronder het voorzien in de eigen persoonlijke verzorging (douchen, eten, drinken) en het huishouden. De aandoeningen zijn langdurig aanwezig en progressief van aard. Er zijn geen behandelmogelijkheden meer die de klachten kunnen verminderen en de zelfredzaamheid vergroten.
8. Volgens eiseres is 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig en/of permanent toezicht vanwege haar grote hulpafhankelijkheid en het feit dat zij onvoldoende regie heeft over haar leven. Zij kan het moment dat de klachten optreden niet zelf regisseren en is bovendien niet zelf in staat om hulp in te roepen in een noodsituatie. De huisarts en wijkverpleegkundige hebben meermaals verklaard dat eiseres niet zelfredzaam is en niet zelf kan alarmeren. Er is sprake van zelfverwaarlozing, maar door interventie van de zoon wordt voorkomen dat eiseres verder afglijdt naar een gevaarlijke situatie.

Basisvoorwaarden voor Wlz-zorg

9. Om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wlz moet aan drie cumulatieve criteria worden voldaan: [3]
- er moet sprake zijn van een grondslag;
- vanwege deze grondslag moet er behoefte zijn aan permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid om ernstige nadeel te voorkomen;
- de zorgbehoefte moet blijvend zijn (van niet voorbijgaande aard).
10. Met een zogeheten grondslag wordt bedoeld een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een psychische stoornis of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. [4]
11. De definitie van permanent toezicht in de Wlz is dat er een noodzaak is tot onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel. [5]
12. Met een behoefte tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid wordt bedoeld de situatie dat iemand zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel te voorkomen. [6] Het kan hierbij gaan om fysieke problemen waardoor iemand voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft of om zware regieproblemen waardoor iemand voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
13. Van ernstig nadeel is sprake als iemand:
- zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
- zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
- ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
- ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt. [7]

Beoordeling door de rechtbank

14. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat sprake is van een ‘grondslag’ die vereist is voor Wlz zorg. Partijen verschillen van mening over beantwoording van de vraag of 24 uur per dag permanent toezicht noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen.
Zorgvuldigheid van het onderzoek
15. De rechtbank overweegt dat verweerder een medisch deskundige heeft geraadpleegd. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad), mag een bestuursorgaan dat bij de besluitvorming gebruik maakt van een advies van een medisch adviseur in het algemeen afgaan op dat advies, mits is gebleken dat dit advies volledig is en op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Het ligt op de weg van de verzekerde om medische stukken te overleggen die aan het medisch advies doen twijfelen. [8] Het is tussen partijen niet in geschil dat de (op dat moment) door eiseres verstrekte medische informatie door de door verweerder geraadpleegde medisch deskundige is beoordeeld. De gemachtigde van eiseres heeft dit ter zitting bevestigd en benoemd dat het geschil zich toespitst op de vraag of het juiste gewicht is toegekend aan de medische informatie. De aangevoerde beroepsgronden zijn daarbij vrijwel alleen van juridische aard. Er is enkel één nieuwe brief in de beroepsfase overgelegd van de huisarts van 20 september 2024. Dit betreft echter een brief naar aanleiding van een spreekuur op 20 september 2024 waar de zoon van eiseres en zijn vriendin aanwezig waren. De huisarts heeft toen eiseres niet zelf gezien en hij baseert zich in de brief niet op eigen bevindingen, maar verwijst naar informatie van de wijkverpleegkundige van 31 juli 2023 en van de ergotherapeut van 14 december 2023. Deze informatie was al aanwezig en is door de medisch adviseur van verweerder betrokken bij het advies. De rechtbank concludeert dat eiseres geen twijfel heeft gezaaid aan de volledigheid en zorgvuldigheid van het onderzoek. De beroepsgrond slaagt niet.
Permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid om ernstige nadeel te voorkomen
16. De medisch adviseur van verweerder heeft op 8 juli 2024 een medisch advies uitgebracht. Zij heeft navraag gedaan over of eiseres in staat is te alarmeren. De wijkverpleegkundige heeft geantwoord dat eiseres onder omstandigheden kan alarmeren. Op de vraag of zich weleens een situatie heeft voorgedaan waarin eiseres had moeten alarmeren heeft de wijkverpleegkundige geantwoord dat eiseres zou kunnen vallen op een moment dat ze geen telefoon bij zich heeft. De medisch adviseur schrijft in het medisch advies dat het vervelend kan zijn als eiseres is gevallen en zij geen hulp kan inroepen als zij geen telefoon bij zich heeft, dit kan echter niet als een ernstig nadeel binnen de Wlz kan worden aangemerkt. Zij schrijft dat eiseres eventueel een alarmknop om de nek kan dragen. Ter zitting heeft verweerder hieraan toegevoegd dat deze optie nog niet door eiseres is uitgeprobeerd. De medisch adviseur heeft daarnaast navraag gedaan over de paniekaanvallen van eiseres. De huisarts heeft geantwoord dat hij niet weet wat er gebeurt als eiseres gespannen raakt bij onverwachte situaties. Het is zijn verwachting dat als eiseres geen of beperkte hulp zou krijgen de zelfzorg, het organiseren van maaltijden en het huishouden vastlopen. Dit is volgens de medisch adviseur planbare zorg, daarbij heeft de huisarts de paniekaanvallen niet zelf geobjectiveerd maar baseert hij zich op wat hij heeft vernomen. De medisch adviseur stelt vast dat eiseres veel zorg nodig heeft maar dat het hierbij niet gaat om Wlz-zorg, omdat zij niet aan de strikte voorwaarden hiervoor voldoet.
17. De rechtbank concludeert dat de medisch adviseur op heldere wijze heeft gemotiveerd waarom eiseres niet in aanmerking komt voor Wlz-zorg. Van belang hierbij is dat dit een zeer vergaande vorm van zorg is waar strikte voorwaarden voor gelden. De medische stukken die eiseres heeft overgelegd zijn meegewogen door de medisch adviseur. Voorts stelt de rechtbank vast dat eiseres weliswaar uitgebreide beroepsgronden heeft ingediend, maar deze zijn met name juridisch van aard inhoudende wat de toetsingscriteria zijn en dat daar volgens eiseres aan wordt voldaan. Dit is naar het oordeel van de rechtbank niet een afdoende (medische) onderbouwing voor het standpunt van eiseres dat zij behoefte heeft aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De beroepsgronden slagen niet.
Verzoek om een onafhankelijk deskundige in te schakelen
18. Eiseres heeft in beroep verzocht een onafhankelijk medisch deskundige te benoemen. De rechtbank overweegt dat het arrest Korošec [9] waar eiseres naar verwijst in deze situatie niet meebrengt dat de rechtbank uit het oogpunt van equility of arms gehouden is een medisch deskundige te benoemen. [10] In dit geval heeft de medisch deskundige van verweerder alle beschikbare informatie bij de beoordeling betrokken. De benodigde twijfel aan het oordeel van de deskundige ontbreekt, zodat er geen aanleiding is een deskundige te benoemen.

Conclusie en gevolgen

19. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Zij krijgt daarom geen vergoeding van het griffierecht of de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Wet langdurige zorg (de Wlz).
2.Artikel 3.2.1, eerste lid en tweede lid, van de Wlz.
3.Artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz.
4.Artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz.
5.Artikel 3.2.1, tweede lid, onder b, van de Wlz.
6.Artikel 3.2.1, eerste lid, onder b, van de Wlz.
7.Artikel 3.2.1, tweede lid, onder c, van de Wlz.
8.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 10 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7639 r.o. 4.4.
9.EHRM 8 oktober 2015, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212.
10.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 10 april 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:559 r.o. 4.4.