ECLI:NL:RBMNE:2025:3301

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
UTR 24/7422
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag persoonsgebonden budget op grond van de Wmo na gebruik van blokkeringsrecht door eiseres

In deze zaak heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente Utrecht, als verweerder, heeft een deskundigenadvies aangevraagd om de ondersteuningsbehoefte van eiseres vast te stellen. Echter, eiseres heeft gebruik gemaakt van haar blokkeringsrecht, waardoor verweerder niet in staat was om de benodigde hulp naar aard en omvang vast te stellen. Dit heeft geleid tot de afwijzing van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat het gebruik van het blokkeringsrecht nadelige gevolgen heeft voor de beoordeling van de aanvraag. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht geen maatwerkvoorziening heeft verstrekt, aangezien de ondersteuningsbehoefte niet goed in kaart kon worden gebracht door het ontbreken van noodzakelijke informatie. Eiseres heeft aangevoerd dat haar medische klachten zijn onderschat en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar haar situatie. De rechtbank concludeert echter dat het risico van het niet delen van informatie door eiseres voor haar rekening komt. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een onafhankelijk deskundige te benoemen, omdat de informatie die eiseres heeft verstrekt niet voldoende was om haar aanvraag te beoordelen. De uitspraak is gedaan op 10 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/7422

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S. Maachi),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: mr. E. Chahid).

Inleiding en procesverloop

1. Eiseres heeft een aanvraag gedaan voor individuele begeleiding gedurende 135 uur en 30 minuten per week in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Wmo (2015). [1]
2. Verweerder heeft besloten om advies te vragen aan Argonaut. Met het besluit van 30 november 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet op gesprek is gekomen bij Argonaut. Hiertegen heeft eiseres bezwaar gemaakt.
3. In de bezwaarfase heeft verweerder overlegd met (de zoon van) eiseres en afgesproken is dat alsnog een advies bij Argonaut wordt aangevraagd en dat verweerder over gaat tot een volledige heroverweging.
4. Vervolgens heeft Argonaut per e-mail van 24 september 2024 aan verweerder bericht dat het door hen opgestelde advies niet met verweerder gedeeld mag worden, omdat eiseres van het blokkeringsrecht gebruik heeft gemaakt.
5. Met het besluit van 8 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder het primaire besluit herzien en de aanvraag van eiseres om inhoudelijke redenen afgewezen. Hiertegen heeft eiseres beroep ingesteld.
6. De rechtbank heeft het beroep op 25 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben de zoon van eiseres en haar gemachtigde deelgenomen, evenals de gemachtigde van verweerder.

Bestreden besluit

7. Verweerder stelt zich op het standpunt dat terecht niet is overgegaan tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening. Voor een goede beoordeling van de aanvraag van eiseres moet haar ondersteuningsbehoefte worden vastgesteld. In eerste instantie is dit niet zorgvuldig gedaan, hiervoor geldt namelijk een stappenplan dat het buurtteam niet heeft uitgevoerd. [2] Om de ondersteuningsbehoefte toch goed in kaart te brengen heeft verweerder besloten een deskundigenadvies te vragen bij Argonaut. Eiseres is het echter niet eens met het door Argonaut opgestelde advies. Zij vindt dat het verslag te sterk afwijkt van de feitelijke constateringen van de medewerker van Argonaut bij het huisbezoek. Eiseres heeft van haar blokkeringsrecht gebruik gemaakt, waardoor verweerder geen inzage in het advies heeft gekregen. Dit terwijl het oordeel van een onafhankelijk deskundige juist nodig is om de ondersteuningsbehoefte vast te stellen. Verweerder kan doordat eiseres van het blokkeringsrecht gebruik heeft gemaakt ook niet zelf vaststellen of het onderzoek van Argonaut zorgvuldig heeft plaatsgevonden.

Beroepsgronden

8. Eiseres voert aan dat haar medische klachten zijn onderschat en dat haar ten onrechte geen maatwerkvoorziening is verstrekt. Verweerder heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de (on)mogelijkheden van eiseres, terwijl er wel actuele informatie van behandelaren aanwezig is. Eiseres voelde zich genoodzaakt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, omdat wat gezegd is tijdens het huisbezoek niet overeenkomt met wat staat beschreven in het medisch advies van Argonaut. Ook is er volgens eiseres discrepantie tussen de bevindingen van de behandelaren en die van de medisch adviseur van Argonaut. Om deze reden vraagt eiseres de rechtbank een onafhankelijk deskundige te benoemen om advies uit te brengen. Daarnaast is volgens eiseres sprake van een formeel gebrek, omdat met het primaire besluit ten onrechte niet inhoudelijk op het bezwaar is ingegaan. Verweerder had daarom het bezwaar gegrond moeten verklaren met toekenning van de proceskosten.

Beoordeling door de rechtbank

9. De rechtbank zal allereerst ingaan op het formele standpunt van eiseres dat het bezwaar reeds gegrond had moeten worden verklaard met vergoeding van proceskosten, omdat met het primaire besluit ten onrechte geen inhoudelijke beoordeling heeft plaatsgevonden.
Inhoudelijk ligt voor of verweerder met het bestreden besluit kon beslissen dat de ondersteuningsbehoefte van eiseres niet goed in kaart te brengen is, doordat zij van haar blokkeringsrecht gebruik heeft gemaakt. In het verlengde hiervan gaat het erom of terecht niet is overgegaan tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening.
Heroverweging in bezwaar en proceskosten
10. De rechtbank overweegt dat verweerder in het kader van de volledige heroverweging in bezwaar na een correcte buiten behandelingstelling alsnog nadere gegevens mag betrekken en een inhoudelijk besluit mag nemen. Er is alleen ruimte voor een vergoeding van proceskosten in bezwaar als het primaire besluit is herroepen (of had moeten worden herroepen) wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. [3] Daarvan is geen sprake. Op 14 september 2023 is door het buurtteam telefonisch contact opgenomen met de zoon van eiseres en meegedeeld dat men informatie en advies wilde inwinnen bij een arts van Argonaut. Uit het dossier volgt dat de zoon van eiseres van mening was dat het proces om zorg te regelen te lang duurde. Op pagina 5 van de procesbeschrijving van het buurtteam is onder meer opgenomen:
“Toen meneer van mening was dat het dossier ten onrechte was gesloten, weigerde hij verder mee te werken.”Ook is op pagina 6 opgenomen:
“De zoon was boos en weigerde een gesprek met het Buurtteam. Hij gaf aan dat hij alles moest laten bezinken en tijd nodig had. Hierbij gaf hij aan dat hij binnen drie maanden contact zou opnemen met het Buurtteam. Meneer was op de hoogte dat de aanvraag buiten behandeling gesteld zou worden.”De rechtbank concludeert dat verweerder in deze context en gelet op de mededelingen van de zoon van eiseres (onder meer over het niet mee willen werken) over kon gaan tot een buiten behandelingstelling. De beroepsgrond slaagt niet.
Benodigde medewerking en blokkeringsrecht
11. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat eiseres gebruik heeft gemaakt van het blokkeringsrecht. Dit houdt in dat eiseres het recht heeft te beslissen dat geen mededeling mag worden gedaan aan anderen over gegevens die voortvloeien uit een medisch onderzoek naar haar gezondheidssituatie. [4] Het gebruikmaken van dit blokkeringsrecht kan echter wel nadelige gevolgen hebben voor een aanvraag op grond van de Wmo. Op grond van artikel 2.3.8, derde lid van de Wmo is de betrokkene verplicht om aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de Wmo. Uit vast rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat het blokkeringsrecht geen afbreuk doet aan de uit deze bepaling voortvloeiende verplichting. Het is aan de betrokkene om een afweging te maken of hij al dan niet gebruik maakt van het blokkeringsrecht met de gevolgen van dien. [5] Eiseres heeft gebruik gemaakt van het blokkeringsrecht en daarmee niet de medewerking verleend die redelijkerwijs nodig was om haar aanvraag te beoordelen.
Hetgeen eiseres wel aan medische informatie heeft verstrekt maakt dit niet anders. Voor het vaststellen van de benodigde hulp naar aard en omvang is van belang te kunnen vaststellen welke problematiek leidend is. Verweerder beargumenteert terecht dat de verpleegkundige en het CIZ elkaar tegenspreken. Zo schrijft het CIZ in de brief van 27 maart 2023 dat er geen regieproblemen zijn voortkomend uit ziekteproblemen en geen noodzaak tot vierentwintiguurszorg in de nabijheid, terwijl dit volgens de verpleegkundige juist wel het geval is. Verder is er onduidelijkheid over de psychiatrische problematiek. Het buurtteam verwijst naar de mededeling van de huisarts dat de psychiatrische problematiek stabiel is, maar er is geen informatie beschikbaar van een eerdere behandelaar. Ook is er geen diagnose van een psychiater of behandelbeloop van psychiatrische klachten aanwezig. Hierdoor is de situatie van eiseres niet inzichtelijk met als gevolg dat het buurteam diagnoses/klachten of beperkingen niet objectief kan vaststellen. Het buurtteam kan dit niet vaststellen omdat zij agogisch geschoold zijn. Dit maakt dat een arts die hiervoor opgeleid is de medische situatie van eisers dient te beoordelen. De rechtbank concludeert dat verweerder aan het niet delen van de bevindingen van de deskundige van Argonaut de conclusie mocht verbinden dat een eventueel recht op een maatwerkvoorziening (en aard en omvang hiervan) niet deugdelijk is vast te stellen. De beroepsgronden slagen niet.
Benoeming deskundige door de rechtbank
12. De rechtbank overweegt dat uit het voorgaande volgt dat als gevolg van het inroepen van het blokkeringsrecht door eiseres verweerder onvoldoende informatie had om de aanvraag van eiseres te beoordelen. Ook kon verweerder hierdoor niet beoordelen of het advies van de arts van Argonaut aan de zorgvuldigheidseisen voldeed en dus ook niet of eventueel een andere deskundige moest worden geraadpleegd. Dit komt voor risico van eiseres en maakt niet dat het beginsel van equality of arms is geschonden. De rechtbank ziet hierin geen reden om een onafhankelijk deskundige te benoemen.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat partijen tijdens de zitting afspraken hebben gemaakt over de wijze waarop een andere deskundige dan Argonaut zal worden benaderd om advies uit te brengen.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Zij krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Wet maatschappelijke ondersteuning.
2.Het stappenplan is geformuleerd in uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 21 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:819 en van 11 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2182.
3.Artikel 7:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4.Op grond van artikel 7:464, tweede lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek.
5.Zie bijvoorbeeld de de uitspraak van 24 oktober 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2020.