Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties, met daarin ook een eis in reconventie;
- de herstelakte van [gedaagde] van 28 mei 2025;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
zelfs nog de afdruk van de bank op haar gezicht”had staan toen zij uit de auto kwam. Verder wordt beschreven dat [eiseres] scheldend tegen [C] is uitgevallen toen [C] aangaf dat zij een inspectie kwam doen en haar aansprak op het feit dat zij in de auto lag te slapen tijdens haar dienst.
“de gehele dienstaanname”in het beding op die manier moeten worden uitgelegd en die uitleg ligt ook niet voor de hand. Voor zover [gedaagde] het beding wel zo heeft bedoeld bij het opstellen daarvan, wordt dat uit de gekozen bewoording onvoldoende duidelijk en geldt de zogenaamde contra proferentem-regel. Die regel houdt in dat onduidelijkheid over de betekenis van een overeenkomst ten nadele van de opsteller wordt uitgelegd, omdat hij met een heldere woordkeuze misverstanden had kunnen voorkomen. De kantonrechter oordeelt daarom dat [gedaagde] op grond van het boetebeding alleen de laatste dienst, waarin [eiseres] slapend is aangetroffen, niet hoeft uit te betalen. De facturen voor de overige diensten van in totaal € 6.461,40 moeten in principe dus wel worden uitbetaald.