ECLI:NL:RBMNE:2025:3304

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
11699794 ME VERZ 25-67
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een billijke vergoeding en transitievergoeding

In deze zaak heeft de verzoeker, een groepsleider, een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verwerende partijen, onder toekenning van een billijke vergoeding en een transitievergoeding. De verzoeker is sinds 10 oktober 2018 in dienst bij de verwerende partijen en is sinds 2 september 2024 arbeidsongeschikt. De verwerende partijen hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsrelatie geen vruchtbare toekomst meer heeft, omdat de verwerende partijen niet voldoen aan hun re-integratieverplichtingen. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen en de verwerende partijen veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 5.516,00 en een billijke vergoeding van € 36.309,80. Daarnaast zijn de verwerende partijen ook veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, en zijn zij verplicht om loonstroken te verstrekken. De proceskosten zijn voor rekening van de verwerende partijen, die overwegend ongelijk hebben gekregen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Toevoeging: [verzoeker] , kr. toev.nr. 4QN6621, d.d. 9 januari 2025
Zittingsplaats Almere
Zaaknummer / rekestnummer: 11699794 \ ME VERZ 25-67 AW/1583
Beschikking van 8 juli 2025
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. M.J. Hamer,
tegen

1.[verweerder sub 1] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[verweerster sub 2], vennoot van verweerster sub 1,
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[verweerster sub 3], vennoot van verweerster sub 1,
wonende te [woonplaats 2]
verwerende partijen,
hierna samen te noemen: [verweerders c.s] .,
niet verschenen.
De zaak in het kort
In deze zaak heeft [verzoeker] een verzoek gedaan tot ontbinding van de arbeidovereenkomst tussen partijen, onder toekenning van onder meer een billijke vergoeding en een transitievergoeding. [verweerders c.s] . heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek.
De kantonrechter wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe omdat er omstandigheden zijn die meebrengen dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve na korte tijd behoort te eindigen. [verweerders c.s] . wordt veroordeeld tot betaling van een transtitievergoeding en een billijke vergoeding omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Voor toewijzing van de verzochte immateriale schadevergoeding ziet de kantonrechter geen aanleiding. De loonvordering en nevenvorderingen zijn eveneens toewijsbaar.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden.
1.2.
Op 1 juli 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. [verzoeker] , haar gemachtigde en de jobcoach, [A] , zijn verschenen. [verweerders c.s] . is niet verschenen. [verzoeker] en haar gemachtigde hebben hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1994, is sinds 10 oktober 2018 in dienst bij [verweerders c.s] . De functie van [verzoeker] is groepsleider met een loon van € 2.155,14 bruto per maand.
2.2.
[verzoeker] is sinds 2 september 2024 arbeidsongeschikt.
2.3.
Aan verzoeken van [verzoeker] en de gemachtigde van [verzoeker] om de arbodienst in te schakelen heeft [verweerders c.s] . geen gehoor gegeven.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
I. de tussen [verweerders c.s] . en [verzoeker] bestaande arbeidsovereenkomst per heden te ontbinden;
II. aan [verzoeker] een transitievergoeding toe te kennen van € 5.516,00 bruto;
III. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 5.516,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na heden;
IV. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van deze beschikking aan [verzoeker] te betalen een billijke vergoeding van € 36.309,80 bruto en € 10.000,00 aan smartengeld, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na heden;
V. [verweerders c.s] . hoofdelijk te verplichten de bepalingen van de toepasselijke cao na te komen;
VI. te bepalen voor recht dat het salaris van [verzoeker] vanaf 1 januari 2019 verhoogd en geïndexeerd dient te worden volgens de toepasselijke cao's vanaf 2019;
VII. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen tot het verstrekken van loonstroken vanaf 1 januari 2018 tot en met heden, in de lijn met de bepalingen uit de cao, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 5.000,00;
VIII. te bepalen voor recht dat [verweerders c.s] . hoofdelijk aansprakelijk is voor het achterstallige salaris wanneer na ontvangst van de loonstroken blijkt dat [verweerders c.s] . niet het volledige salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering heeft voldaan;
IX. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het achterstallige salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering binnen dertig dagen na heden;
X. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over het achterstallige salaris te vermeerderen met vakantiegeld en eindejaarsuitkering binnen veertien dagen vanaf de datum dat [verweerders c.s] . in verzuim was met de volledige betaling van het salaris;
XI. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen tot betaling binnen veertien dagen na heden van € 7.341,01 bruto, zijnde de opgebouwde maar niet opgenomen vakantie-uren te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na heden en te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf veertien dagen na heden;
XII. [verweerders c.s] . hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Aan haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft [verzoeker] het volgende ten grondslag gelegd. [verweerders c.s] . komt de re-integratieverplichtingen niet na. In plaats van re-integreren gaf [verweerders c.s] . aan [verzoeker] te willen ontslaan en eiste zij dat [verzoeker] opleidingskosten en door [verweerders c.s] . gemaakte kosten zou terugbetalen. [verweerders c.s] . handelt daarmee ernstig verwijtbaar. [verweerders c.s] . belemmert [verzoeker] in haar herstel. Daarnaast betaalt [verweerders c.s] . het salaris van [verzoeker] niet dan wel te laat. Zij verstrekt geen jaaropgaves en geen loonstroken. Ook past zij de jaarlijkse cao verhogingen niet toe.
[verzoeker] is een kwetsbaar persoon. Zij ontvangt een Wajong uitkering. De Jobcoach heeft alle zeilen bij moeten zetten om het leed van [verzoeker] te verzachten en te voorkomen dat de klachten van [verzoeker] toenamen, wat haar verder zou belemmeren op de arbeidsmarkt.
3.3.
[verweerders c.s] . heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat [verweerders c.s] . behoorlijk is opgeroepen. De rechtbank heeft [verweerders c.s] . per aangetekend schrijven van 21 mei 2025, verzonden naar het vestigingsadres van [verweerders c.s] . aan de [adres] te [plaats] (conform KVK-uittreksel van 21 april 2025), opgeroepen om te verschijnen op de mondelinge behandeling van 1 juli 2025 om 9.00 uur in het gerechtsgebouw op het adres Stationsplein 15 te Lelystad. De gemachtigde van [verzoeker] heeft een afschrift van het verzoekschrift en een kopie van de oproepingsbrief van 21 mei 2025 op 11 juni 2025 per deurwaardersexploot betekend aan [verweerder sub 1] en aan haar vennoten [verweerster sub 2] en [verweerster sub 3] en hen opgeroepen voor de mondelinge behandeling van 1 juli 2025. [verweerders c.s] . is daarmee naar behoren opgeroepen, maar is desondanks niet verschenen. Dit betekent dat er geen verweer van [verweerders c.s] . bekend is.
4.2.
Bij gebreke van een verweer tegen de verzoeken en op basis van de door [verzoeker] overgelegde stukken wordt in rechte uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [verzoeker] .
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
4.3.
Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
4.4.
Uit de processtukken en het verhandelde ter zitting is de kantonrechter genoegzaam gebleken dat de arbeidsrelatie geen vruchtbare toekomst meer heeft. [verweerders c.s] . voldoet niet aan haar re-integratieverplichtingen. [verzoeker] heeft hier zorgen over. Dit belemmert [verzoeker] in haar herstel, wat een invloed heeft op haar welzijn. [verweerders c.s] . heeft dit onweersproken gelaten. Zij heeft zich ook niet tegen de ontbinding verzet. Er is derhalve sprake van een zodanige omstandigheid dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen, zodat het verzoek van [verzoeker] zal worden toegewezen en de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671c lid 1 en 2 onder a BW zal worden ontbonden. De arbeidsovereenkomst zal met ingang van vandaag worden ontbonden.
Transitievergoeding
4.5.
[verzoeker] verzoekt om toekenning van een transitievergoeding van € 5.516,00 bruto. Ingevolge artikel 7:673 lid 1 sub b onder 2 BW kan een transitievergoeding bij een werknemersverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst enkel worden toegekend indien er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werkgever zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat.
4.6.
[verzoeker] heeft aangevoerd dat de ernstige verwijtbaarheid van [verweerders c.s] . allereerst is gelegen in het niet willen laten re-integreren van [verzoeker] . [verzoeker] heeft een paar keer gevraagd wat zij kon doen, maar [verweerders c.s] . wilde nergens aan meewerken. De jobcoach begeleid [verzoeker] vanuit het UWV. Zij is bij [verweerders c.s] . geweest, maar werd daar onbeschoft te woord gestaan. Re-integratie was niet mogelijk. [verweerders c.s] . heeft [verzoeker] verder onder druk gezet om weer aan het werk te gaan, handelde niet in overeenstemming met de cao voor wat betreft het indexeren van het salaris, plaatste [verzoeker] niet in de juiste salaristrede, verstrekte geen loonstroken en te laat de jaaropgave en betaalde het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering niet uit. [verweerders c.s] . betwist dit niet. [verweerders c.s] . kan hiervan een ernstig verwijt worden gemaakt. De gevorderde transitievergoeding zal dan ook worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 9 augustus 2025.
Billijke vergoeding en immateriële schadevergoeding
4.7.
Voor de toekenning van een billijke vergoeding geldt ingevolge artikel 7:671c lid 2 aanhef en onder b BW dezelfde maatstaf als die voor de transitievergoeding.
4.8.
Het verzoek van [verzoeker] tot toekenning van een billijke vergoeding wordt eveneens toegewezen, omdat hiervoor is geoordeeld dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
4.9.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd. [1] De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan ook worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
4.10.
De kantonrechter zal een billijke vergoeding toekennen van € 36.309,80. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen. [verzoeker] zal uit dienst treden terwijl zij ziek is. Door het handelen van [verweerders c.s] . heeft zij niet kunnen re-integreren. [verzoeker] is acht maanden ziek. Tot het moment dat zij twee jaar ziek zou zijn, zou zij in totaal aan salaris ontvangen € 36.309,80 bruto. Door het handelen van [verweerders c.s] . is niet duidelijk of [verzoeker] had kunnen re-integreren of dat zij de volledige twee jaar ziek zou zijn. De kantonrechter ziet in dit geval en ook omdat [verweerders c.s] . hier geen verweer tegen heeft gevoerd, geen aanleiding om de verzochte billijke vergoeding ter grootte van hetgeen [verzoeker] zou hebben verdient als zij de volledige twee ziektejaren in dienst zou zijn gebleven, te matigen.
4.11.
Voor toekenning van de gevorderde immateriële schadevergoeding van € 10.000,00 ziet de kantonrechter geen aanleiding. Weliswaar kan onder omstandigheden naast een billijke vergoeding plaats zijn voor (im)materiële schadevergoeding maar dan zal sprake moeten zijn van feiten en omstandigheden die niet al bij de begroting van de billijke vergoeding zijn meegenomen. Daarvan is geen sprake. De ernst van de verwijtbaarheid en het handelen van [verweerders c.s] . zijn meegenomen in de toekenning van de billijke vergoeding.
4.12.
[verweerders c.s] . zal dus worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 36.309,80 bruto. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf veertien dagen na heden.
Cao, loonstroken, salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering
4.13.
Op grond van de cao dient [verweerders c.s] . jaarlijks het salaris van [verzoeker] met één trede te verhoging. Voor [verzoeker] is echter niet na te gaan of [verweerders c.s] . dit ook heeft gedaan omdat [verweerders c.s] . geen loonstroken verstrekt.
4.14.
[verzoeker] heeft gevorderd dat [verweerders c.s] . haar loonstroken verstrekt vanaf 1 januari 2018 tot en met heden op basis van het uurloon zoals voorgeschreven in de cao en als hieruit blijkt dat [verweerders c.s] . te weinig salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering heeft voldaan, verzoekt [verzoeker] om uitbetaling daarvan binnen 30 dagen na heden, vermeerderd met wettelijke rente en wettelijke verhoging. [verzoeker] verzoekt om verstrekking van de loonstroken vanaf 1 januari 2018, maar de kantonrechter begrijpt
dat [verzoeker] daarmee 10 oktober 2018 bedoelt.
4.15.
[verweerders c.s] . is gehouden tot het verstrekken van loonstroken. [verweerders c.s] . zal daartoe dan ook worden veroordeeld. De dwangsom tot afgifte van loonstroken wordt gematigd en gemaximeerd zoals in de beslissing vermeld.
4.16.
[verweerders c.s] . is ook gehouden om de cao toe te passen. De verklaring voor recht dat het salaris van [verzoeker] vanaf 1 januari 2019 verhoogd en geïndexeerd moet worden volgens de toepasselijke cao is dan ook toewijsbaar. Dat geldt ook voor de verklaring voor recht dat [verweerders c.s] . hoofdelijk aansprakelijk is voor het achterstallige salaris wanneer blijkt dat [verweerders c.s] . niet het volledige salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering heeft voldaan. [verweerders c.s] . zal tot betaling daarvan ook worden veroordeeld, vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging.
vergoeding niet-genoten vakantie uren
4.17.
[verzoeker] maakt verder aanspraak op een bedrag van € 7.341,01 bruto wegens niet-genoten verlofuren, te vermeerderen met wettelijke rente en wettelijke verhoging. Bij gebreke van een voldoende gemotiveerde betwisting is ook dit verzoek van [verzoeker] toewijsbaar.
Proceskosten
4.18.
De proceskosten komen voor rekening van [verweerders c.s] ., omdat [verweerders c.s] . overwegend ongelijk krijgt en er sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerders c.s] . De proceskosten aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 768,00 (€ 90,00 aan griffierecht, € 543,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten).
4.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
hoofdelijkheid
4.20.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de een (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.21.
Deze uitspraak wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per vandaag;
5.2.
kent aan [verzoeker] een transitievergoeding toe van € 5.516,00 bruto en veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk om aan [verzoeker] de transitievergoeding van € 5.516,00 bruto te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 augustus 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
5.3.
veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 36.309,80 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf veertien dagen na vandaag, tot aan de dag van de gehele betaling,
5.4.
verplicht [verweerders c.s] . hoofdelijk om de toepasselijke cao na te komen,
5.5.
verklaart voor recht dat het salaris van [verzoeker] vanaf 1 januari 2019 verhoogd en geïndexeerd dient te worden volgens de toepasselijke cao,
5.6.
veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk om aan [verzoeker] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de loonstroken in lijn met de bepalingen uit de cao vanaf 10 oktober 2018 tot heden toe te zenden, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat [verweerders c.s] . niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 2.500,00;
5.7.
verklaart voor recht dat [verweerders c.s] . hoofdelijk aansprakelijk is voor het achterstallige salaris wanneer na ontvangst van de loonstroken blijkt dat [verweerders c.s] . niet het volledige salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering heeft voldaan.
5.8.
veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk tot betaling van het achterstallig salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering binnen dertig dagen na betekening van deze beschikking,
5.9.
veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk tot betaling van de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over het achterstallige salaris, vakantiegeld en eindejaarsuitkering binnen veertien dagen vanaf de datum van verzuim tot aan de dag van de gehele betaling,
5.10.
veroordeelt [verweerders c.s] . hoofdelijk om aan [verzoeker] te betalen € 7.341,01 bruto voor opgebouwde maar niet opgenomen vakantie-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging te rekenen vanaf veertien dagen na vandaag, tot aan de dag van de gehele betaling
5.11.
veroordeelt [verweerders c.s] . in de proceskosten van € 768,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.12.
veroordeelt [verweerders c.s] . tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.13.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [2] ,
5.14.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2025.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
2.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.