ECLI:NL:RBMNE:2025:3313
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag herbeoordeling kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres op 16 juni 2025 beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De Dienst Toeslagen heeft op 26 juni 2025 een verweerschrift ingediend, waarin zij stelt dat eiseres geen procesbelang heeft, aangezien er al op 4 april 2022 een besluit is genomen over haar aanvraag. Dit besluit zou betekenen dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. De rechtbank legt uit dat een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingesteld, maar dat dit pas kan als het bestuursorgaan in gebreke is en er twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling.
De rechtbank overweegt dat procesbelang het belang is dat bestaat bij de uitkomst van de procedure. In dit geval heeft de rechtbank vastgesteld dat de Dienst Toeslagen al vóór het indienen van het beroep op 4 april 2022 had beslist op de aanvraag van eiseres. Dit betekent dat eiseres haar doel al had bereikt voordat zij het beroep indiende, en zij dus geen belang heeft bij de procedure. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, en is openbaar uitgesproken op 8 juli 2025. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.