ECLI:NL:RBMNE:2025:3345

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
UTR 25/3992
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd aan verzoekster voor brandveiligheid van leegstaand kantoorpand

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een B.V. uit [plaats 1], had bezwaar gemaakt tegen een last onder dwangsom die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht op 25 juni 2025 had opgelegd. Deze last was opgelegd vanwege diverse overtredingen met betrekking tot een leegstaand kantoorpand aan de [adres] in [plaats 2]. Het college had verzoekster gelast om binnen één week na de verzenddatum van de last, maatregelen te treffen om brandgevaarlijke situaties te beëindigen en vluchtroutes te realiseren. Indien verzoekster hier niet aan voldeed, zou zij een dwangsom van € 10.000,- per week verbeuren, met een maximum van € 20.000,-.

Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening was dat de termijn van één week te kort was om de nodige maatregelen te treffen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de situatie niet zo acuut was dat een opschorting van de last onder dwangsom noodzakelijk was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening uiteindelijk toegewezen en de last onder dwangsom geschorst, met de noodzaak dat het verzoek spoedig op zitting behandeld zou worden. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 juli 2025, en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/3992

uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 juli 2025 in de zaak tussen

[verzoekster] B.V., uit [plaats 1] , verzoekster

(gemachtigde: mr. C. Bast),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, verweerder (het college)
(gemachtigde: mr. S. Ralovic).

Inleiding

1. Deze zaak gaat over de last onder dwangsom die het college op 25 juni 2025 aan verzoekster heeft opgelegde vanwege diverse overtredingen die zien op het leegstaande kantoorpand aan de [adres] in [plaats 2] in de gemeente Stichtse Vecht (het bouwwerk). Het college heeft verzoekster gelast om binnen één week na verzenddatum van de last het handelen in strijd met diverse bepalingen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) gericht op het beperken van brandgevaarlijke situaties bij het bouwwerk, het realiseren van vluchtroutes bij het bouwwerk en de zorgplicht voor brandveilig gebruik van het bouwwerk te beëindigen door diverse werkzaamheden bij het bouwwerk te laten uit te voeren.
2. Indien na afloop van één week na verzending van de last geconstateerd wordt dat niet aan de onderzoeksplicht (artikel 3.6 van het Bbl) wordt voldaan verbeurt verzoekster een dwangsom van € 10.000,- per week, met een maximum van € 20.000,-. Verzoekster verbeurt nog een dwangsom van € 10.000,- per week met een maximum van € 20.000,- indien binnen de begunstigingstermijn van één week niet aan de specifieke zorgplicht voor brandveilig gebruik van bouwwerken (artikel 6.4 Bbl) wordt voldaan.
3. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de last onder dwangsom en heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

4. De begunstigingstermijn van de last onder dwangsom is één week na verzenddatum van de last en loopt dus tot en met 2 juli 2025. Het college is niet bereid om die termijn te verlengen. De voorzieningenrechter is niet in staat om het verzoek om een voorlopige voorziening voor het einde van de begunstigingstermijn inhoudelijk te behandelen, onder meer omdat het verzoek pas op 2 juli 2025 is ingediend.
5. Verzoekster stelt dat zij al meerdere maatregelen heeft genomen om (brand)gevaarlijke situaties bij het bouwwerk te voorkomen. Bovendien is zij ook op dit moment nog bezig om maatregelen te treffen zoals het verwijderen van het afval en het afdichten van het pand, maar is de termijn van één week te kort om alle maatregelen goed uit te voeren. Gelet op het verstrijken van de begunstigingstermijn op 2 juli 2025 heeft verzoekster een spoedeisend belang.
6. De voorzieningenrechter is niet gebleken dat de situatie op dit moment dusdanig zwaarwegend of acuut spoedeisend is, dat een korte opschorting van de last onder dwangsom totdat het verzoek om een voorlopige voorziening door de voorzieningenrechter op zitting kan worden behandeld, onacceptabel zou zijn dan wel tot onomkeerbare gevolgen zou leiden. Het college heeft kennelijk geen aanleiding gezien om direct of op korte termijn bestuursdwang toe te passen of de last anders te formuleren. Alles afwegend is er daarom een spoedeisend belang om de last onder dwangsom per direct als ordemaatregel te schorsen tot de behandeling van deze zaak door de voorzieningenrechter.
8. De aard van deze beslissing als ordemaatregel, maakt dat die niet voor langere tijd kan voortduren. De voorzieningenrechter vindt het noodzakelijk dat het verzoek om een voorlopige voorziening spoedig op een zitting wordt behandeld. De zitting zal plaatsvinden op
woensdag 9 juli 2025 om 14:15 uurin het gerechtsgebouw in Utrecht (Vrouwe Justitiaplein 1). Naar aanleiding daarvan zal worden beoordeeld of er aanleiding bestaat om de nu getroffen voorziening op te heffen of te wijzigen. In die procedure zal ook beslist worden over de proceskosten en het griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst de op 25 juni 2025 opgelegde last onder dwangsom.
Deze uitspraak is gedaan door mr. mr. S.C.A. van Kuijeren, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.