Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 10,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.A. Mukuchian, vorderde schadevergoeding van gedaagde B.V., vertegenwoordigd door mr. H. de Groen, omdat hij meende dat gedaagde tekort was geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden, met name het plaatsen van twee overkappingen in zijn tuin. Eiser stelde dat de overkappingen ernstige gebreken vertoonden en dat gedaagde verschillende afspraken niet was nagekomen. Gedaagde beroept zich echter op opschorting van de werkzaamheden, omdat eiser had aangegeven de overeengekomen prijs niet te willen betalen. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde zich terecht op opschorting heeft beroepen, omdat eiser zijn betalingsverplichtingen niet nakwam. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 5.601,00. Eiser moet deze kosten binnen veertien dagen na aanschrijving betalen, anders is hij ook wettelijke rente verschuldigd. De rechtbank heeft partijen aangespoord om samen tot een oplossing te komen voor de klachten over de werkzaamheden van gedaagde.