Op 4 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden. De eiser had op 25 oktober 2024 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Verweerder had op 12 november 2024 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank constateert dat de beslistermijn van vier weken, waarbinnen verweerder op het Woo-verzoek moest beslissen, is overschreden. Eiser had op 11 juli 2024 een verzoek ingediend, en verweerder had dit verzoek bevestigd en verdaagd. De rechtbank stelt vast dat eiser verweerder op 13 september 2024 in gebreke heeft gesteld, maar dat verweerder nog geen volledig besluit had genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit bekend te maken en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat het griffierecht aan eiser moet worden vergoed. Eiser heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was verhinderd om deze te ondertekenen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.