Op 4 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Dienst Toeslagen. Eiseres had zich gemeld als gedupeerde van de toeslagenaffaire en vroeg om herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag op basis van de Wet herstel toeslagen (Wht). De Dienst Toeslagen voerde een 'lichte toets' uit en concludeerde dat eiseres niet als gedupeerde kon worden aangemerkt, wat resulteerde in een afwijzing van haar verzoek om compensatie van € 30.000,-. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de Dienst Toeslagen verklaarde het bezwaar ongegrond na een integrale herbeoordeling op 15 augustus 2024. Eiseres stelde hiertegen beroep in, maar de rechtbank oordeelde dat zij geen procesbelang had bij dit beroep, aangezien de integrale beoordeling de lichte toets had ingehaald. De rechtbank concludeerde dat eiseres met haar beroep niet meer kon bereiken dat zij als gedupeerde werd aangemerkt, omdat de integrale beoordeling al had plaatsgevonden. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees erop dat eiseres geen griffierecht terugkreeg en ook geen proceskosten vergoed kreeg. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter I. Helmich, in aanwezigheid van griffier M.L. Bressers.