ECLI:NL:RBMNE:2025:3422

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
C/16/595687 / KG ZA 25-297
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Selectie van boksers voor het wereldkampioenschap boksen en de rechtsgeldigheid van de selectiecriteria

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], een professioneel bokser, en de Boksbond, de nationale boksbond van Nederland. [eiseres] vorderde dat de Boksbond haar zou selecteren voor het wereldkampioenschap boksen in de gewichtsklasse tot 57 kg, maar de Boksbond had gekozen voor een andere bokser, [D]. De Boksbond motiveerde haar keuze door te stellen dat [D] voldeed aan de selectiecriteria, terwijl [eiseres] dat niet deed. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de Boksbond zich aan haar eigen criteria heeft gehouden en dat [eiseres] niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de beslissing van de Boksbond onredelijk was. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Boksbond in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [D] te selecteren en dat de vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen. Tevens is [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de Boksbond.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/595687 / KG ZA 25-297
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding van 8 juli 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. N. Poggenklaas te Alkmaar,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
BOKSBOND,
gevestigd te Nieuwegein,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de Boksbond,
advocaat: mr. B.A.M. Dubois-van Kleef te Amsterdam.
Het kort geding wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Utrecht.
De zaak wordt behandeld door mr. A.A.T. van Rens, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.J. Overbosch als griffier.
Aanwezig zijn:
- [eiseres]
- mr. Poggenklaas
- de heer [A] , aan de Boksbond verbonden als [functie 1]
- de heer [B] , [functie 2]
- de heer [C] , aan de Boksbond verbonden als [functie 3] en tevens coach van [D] .
- mr. B.A.M. Dubois-van Kleef.
De voorzieningenrechter beschikt over de volgende stukken:
- de dagvaarding van 30 juni 2025 met producties 1 tot en met 19
- de door de Boksbond op 4 juli 2025 ingediende producties 20 tot en met 24
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 11.

1.Inleiding

1.1.
Van 4 tot 14 september 2025 zal in Liverpool het wereldkampioenschap boksen plaatsvinden (hierna: het WK). In de verschillende gewichtsklassen kan slechts één bokser per land uitkomen. Welke bokser dat is wordt bepaald door de nationale boksbonden van de deelnemende landen. De Boksbond is de nationale boksbond van Nederland. [eiseres] is professioneel bokser en wil in het WK uitkomen voor Nederland in de gewichtsklasse vrouwen tot 57 kg (hierna: de categorie tot 57 kg). De Boksbond heeft echter een andere bokser, [D] (hierna: [D] ), geselecteerd voor die categorie. Voor de categorie tot 60 kg is [eiseres] wel geselecteerd, maar die categorie is voor haar moeilijker om in te boksen.
1.2.
De Boksbond heeft haar beslissing om niet [eiseres] maar [D] te selecteren voor het WK tot 57 kg toegelicht in haar brief aan [eiseres] van 24 juni 2025. Die motivering komt erop neer dat [D] aan de selectiecriteria voldoet en [eiseres] niet, en dat het selectiedocument bepaalt dat de selectieplaats in dat geval naar aan [D] moet gaan. Vervolgens vermeldt de brief dat in het hypothetische geval dat [eiseres] wel aan de criteria zou hebben voldaan (zodat de Boksbond had moeten kiezen tussen [D] en [eiseres] ) zij nog steeds [D] had geselecteerd voor de gewichtsklasse tot 57 kg en niet voor [eiseres] . De Boksbond heeft [eiseres] geselecteerd voor de categorie tot 60 kg.
1.3.
Daarnaast staat de Boksbond [eiseres] niet toe om zich op het WK laat begeleiden door haar persoonlijke coach, ( [..] [functie 4] [E] , hierna: [E] ). In deze kort gedingprocedure vordert [eiseres] dat de Boksbond op straffe van dwangsommen wordt veroordeeld om de selectieplaats voor de categorie tot 57 kg alsnog aan haar toe te kennen en om eraan mee te werken dat [eiseres] zich op het WK laat begeleiden door een persoonlijke coach van haar keuze.
1.4.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de voorzieningenrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af, kort gezegd omdat de drempel voor toewijzing – die in dit geval zeer hoog is – niet is gehaald. Voor toewijzing is het niet voldoende dat de rechter in kort geding oordeelt dat een ander besluit beter was geweest; [eiseres] moet voldoende aannemelijk maken dat de Boksbond dit besluit in redelijkheid niet had kunnen nemen. Dit oordeel wordt hierna verder toegelicht.
Het gaat om een spoedeisende zaak
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de individuele inschrijvingen voor het WK op 24 juli 2025 moeten zijn ingediend. [eiseres] heeft dan ook een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen.
De selectiecriteria
2.3.
De criteria voor selectie voor het WK staan in de door de Boksbond opgestelde “Kwalificatie en Selectie WK Boksen 2025” (hierna: het selectiedocument). Die criteria gelden voor alle gewichtsklassen en voor zowel mannen als vrouwen. De Boksbond moet zich bij selectiebeslissingen aan die criteria houden.
Voor zover hier relevant gaat het om:
- formele criteria, zoals de eis dat de bokser een Topsportovereenkomst heeft gesloten
met de Boksbond en deel uitmaken van de Nationale selectie, [1]
- sportieve criteria, namelijk de eis dat de bokser in eerste helft van 2025 [2] ten minste
één finaleplaats heeft behaald in een A toernooi in de Elite A klasse, waarin de
bokser minimaal drie 3 partijen heeft gebokst en in de gewichtscategorie van de
bokser deelnemers uit minimaal 6 landen actief zijn geweest.
Als er meerdere boksers kwalificeren voor dezelfde selectieplaats, bepaalt het selectiedocument dat de [functie 1] kiest wie wordt geselecteerd, aan de hand van:
- de prestaties in eerste helft 2025;
- de resultaten op eventuele Olympische spelen, WK’s en EK’s in 2023 en 2024; en
- de vorm van de boksers begin juli op basis van onder andere fysieke testen,
getoonde progressie en motivatie.
Het selectiedocument biedt daarnaast ruimte voor het selecteren van boksers die niet aan de formele en sportieve eisen voldoen.
De Boksbond mocht het selectiebeleid toepassen
2.4.
[eiseres] heeft aangevoerd dat de Boksbond deze criteria te laat heeft vastgesteld. Het selectiedocument is namelijk pas vastgesteld op 24 april 2025. Dat is niet voldoende om te oordelen dat de Boksbond de criteria niet mocht toepassen. Het gaat om criteria specifiek voor het WK in september en [eiseres] heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom de Boksbond dat veel eerder had moeten doen. Bovendien heeft de Boksbond al eerder gelijksoortige, maar strengere criteria genoemd, namelijk op een presentatie voor de sporters op 4 februari 2025. De eis die toen werd gesteld was een medaille op een A toernooi waaraan minimaal 13 landen hebben deelgenomen en de bokser drie wedstrijden op dat toernooi moest hebben gewonnen. In het selectiedocument is de eis dus op twee punten afgezwakt: zes landen in plaats van dertien en drie wedstrijden gebokst in plaats van drie wedstrijden gewonnen.
2.5.
[eiseres] heeft daarnaast aangevoerd dat er in de eerste helft van 2025 te weinig toernooien zijn geweest voor vrouwen in gewichtsklasse tot 57 kg waarbij aan die sportieve criteria kon worden voldaan. Het selectiedocument bepaalt dat als dat er minder dan drie zijn geweest, de Boksbond het recht heeft om de kwalificatie-eisen bij te stellen. Het betoog van [eiseres] dat de Boksbond heeft verzuimd om dat te doen, wordt verworpen omdat niet is gebleken dat in de eerste helft van 2025 maar twee toernooien zijn geweest voor vrouwen in gewichtsklasse tot 57 kg waarbij aan die voorwaarden kon worden voldaan.
[D] voldoet aan de criteria voor directe selectie
2.6.
Het is niet in geschil dat [D] voldoet aan zowel de formele als de sportieve criteria om geselecteerd te worden in voor het WK voor de gewichtsklasse tot 57 kg. Nu er maar één bokser per gewichtsklasse kan worden afgevaardigd, is de vraag of de Boksbond had moeten besluiten om [eiseres] te selecteren voor de gewichtsklasse tot 57 kg en [D] niet.
[eiseres] voldoet niet aan de criteria voor directe selectie
2.7.
De Boksbond heeft kunnen vaststellen dat [eiseres] niet voldoet aan sportieve criteria. Zij heeft immers in 2025 geen medaille gehaald in een toernooi met minimaal 6 deelnemende landen in de gewichtsklasse waarin zij bokste en drie door haar gebokste partijen. [eiseres] heeft aangevoerd dat zij op het [toernooi] in [land 1] heeft gebokst met deelnemers uit 6 landen en niet 5, zoals volgt uit het overzicht van de uitslagen van dit toernooi. De winnares van het toernooi, [F] , heeft kennelijk (ook) de nationaliteit van [land 2] , terwijl zij uitkwam voor [land 1] . De Boksbond is uitgegaan van het land waarvoor zij in dat toernooi is uitgekomen en dat is [land 1] en niet [land 2] . [F] is op dit moment ook nationaal kampioen is van [land 1] . Dit standpunt is niet onredelijk. In het selectiedocument wordt ook gesproken van ’landen’ en niet van ‘nationaliteiten’. De Boksbond mocht dan ook bepalen dat [eiseres] niet voldoet aan de sportieve criteria.
De Boksbond moest kiezen voor [D]
2.8.
Nu er geen twee sporters waren die zich voor de gewichtsklasse tot 57 kg direct kwalificeerden door aan alle eisen te voldoen en de Boksbond per gewichtsklasse maar één sporten kan selecteren, moest de Boksbond wel kiezen voor [D] . Zij voldeed als enige. De Boksbond had geen ruimte om [D] te passeren ten gunste van [eiseres] . De Boksbond moet immers ook rekening houden met de belangen van [D] . Als zij alsnog [eiseres] zou selecteren, zou [D] haar selectieplaats verliezen. [D] mag van de Boksbond verwachten dat de Boksbond zich houdt aan haar eigen selectiebeleid.
2.9.
Daar komt nog bij dat de Boksbond [eiseres] heeft geselecteerd voor het WK in de gewichtsklasse tot 60 kg, ook al voldoet zij niet aan de criteria voor directe plaatsing. [D] komt voornamelijk uit in categorie tot 57 kg. [eiseres] bokst ook in die categorie tot 57 kg, maar vooral in de categorie tot 60 kg. In die laatstgenoemde categorie is [eiseres] in [.] wereldkampioen junioren geworden en in twee van de drie A-toernooien in de eerste helft van 2025 is zij ook in die categorie uitgekomen. Ten slotte heeft [eiseres] in februari 2025 in haar intakeformulier aangegeven zowel in de gewichtsklasse tot 57 kg als in de gewichtsklasse tot 60 kg te boksen.
Het is onvoldoende gebleken dat de Boksbond al veel eerder heeft gekozen voor [D]
2.10.
[eiseres] heeft aangevoerd dat de Boksbond al voorafgaand aan het schriftelijke besluit van 24 juni 2025 al feitelijk had gekozen voor [D] . Volgens [eiseres] maakt dat het besluit van 24 juni 2025 kennelijk onredelijk, omdat zij geen echte kans zou hebben gekregen. Dat laatste is onvoldoende gebleken. De Boksbond heeft diverse malen met [eiseres] gesproken en heeft haar verschillende keren per e-mail uitgenodigd om eens mee te doen aan de centrale trainingen en om te overleggen hoe haar daarin maatwerk kan worden geboden. [eiseres] is daar niet op ingegaan.
2.11.
Daarbij is ook onvoldoende gebleken dat al voor 24 juni 2025 aan [D] is toegezegd dat zij zou worden geselecteerd in de gewichtscategorie tot 57 kg. De Boksbond heeft wel op 12 mei 2025 besloten om [eiseres] niet meer in de nationale selectie te handhaven omdat zij de Topsportovereenkomst niet wilde tekenen. Volgens de formele selectiecriteria kon [eiseres] niet meer worden geselecteerd, wat zou betekenen dat [D] als enige nog in aanmerking kwam voor de selectieplaats in de categorie tot 57 kg. Het is goed mogelijk dat [D] daar conclusies uit heeft getrokken.
2.12.
De Boksbond mocht kortom in redelijkheid op basis van de sportieve criteria in het selectiedocument beslissen om [D] te selecteren voor de gewichtscategorie tot 57 kg en [eiseres] voor de gewichtscategorie tot 60 kg.
2.13.
Daarmee behoeven de andere onderdelen van de motivering van het selectiebesluit geen verdere bespreking meer. Het gaat dan om de argumenten dat [eiseres] niet kwalificeert omdat zij geen topsportovereenkomst heeft getekend en dat zij geen onderdeel is van de nationale selectie omdat zij niet traint onder regie van de [functie 4] . Dat zij niet voldoet aan de sportieve criteria en [D] wel is al voldoende reden om [D] te selecteren en het besluit van de Boksbond is op dat punt voldoende gemotiveerd.
2.14.
Over de vraag of de eis dat de bokser een topsportovereenkomst met de Boksbond moet hebben gesloten in strijd is met de Mededingingswet, wordt ten overvloede nog opgemerkt dit niet is gebleken. Daarbij weegt mee dat NOC*NSF probeert te bevorderen dat in de topsport een topsportovereenkomst wordt gesloten tussen de sporter en de bond. Het NOC*NSF heeft daarvoor een modelovereenkomst opgesteld. De topsportovereenkomst van de Boksbond is met die modelovereenkomst in overeenstemming.
De Boksbond hoeft niet toe te staan dat [E] [eiseres] begeleidt op het WK
2.15.
Er is onvoldoende om de Boksbond te verplichten om eraan mee te werken dat [eiseres] [E] (of een andere persoonlijke coach) meeneemt naar het WK. De Boksbond heeft tijdens de mondelinge behandeling haar bezwaren op dit punt toegelicht door aan te voeren dat zij er enerzijds begrip voor heeft dat een persoonlijke coach net het nodige extra kan voor de individuele atleet die een topprestatie moet leveren. Anderzijds heeft zij gewezen op het grote belang van teamspirit binnen een selectie, ook in een individuele sport als boksen. Volgens de Boksbond heeft zij in de aanloop naar dit WK juist op het aspect van die teamspirit vol ingezet. Zij wil dan ook in dit geval prioriteit geven aan de teamspirit. Zij vreest dat verhoudingen met [E] zodanig zijn verstoord dat dat onrust zal geven op het WK. Dat wil de Boksbond voorkomen. Dit is aan de Boksbond.
[eiseres] moet een proceskostenveroordeling betalen aan de Boksbond
2.16.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de Boksbond worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
3.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de veroordeling onder 3.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Op pagina 1 van het selectiedocument staat onder meer: “
2.Om precies te zijn: in de periode van 1 januari 2025 tot en met 7 juli 2025.