ECLI:NL:RBMNE:2025:3472

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
541870
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over begroting voorschot deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 23 juli 2025 een tussenvonnis uitgesproken met betrekking tot de begroting van het voorschot voor de deskundige ir. J.P. van der Stoel. De rechtbank had eerder, op 4 juni 2025, Van der Stoel benoemd tot deskundige en gevraagd om een kostenopgave voor zijn werkzaamheden. Van der Stoel heeft de kosten voor zijn onderzoek begroot op € 11.970,00 exclusief BTW, met een inschatting van 84 uren. De gedaagde partij, [gedaagde] B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen deze begroting, stellende dat de werkzaamheden minder tijd zouden vergen en dat de begroting van de andere deskundige, O.R. de Vries, aanzienlijk lager was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de begroting van Van der Stoel voldoende onderbouwd is en dat het aantal uren dat hij heeft begroot gerechtvaardigd is, gezien de complexiteit van de zaak en de instructies van de rechtbank. De rechtbank heeft het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 14.483,70 inclusief BTW en heeft verdere beslissingen aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.A.T. van Rens.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/541870 / HA ZA 22-394
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. H. de Groen,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. D. Coskun LLM..

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 juni 2025
- het bericht van deskundige ir. J.P. van der Stoel met zijn offerte van 13 juni 2025
- de e-mail van [gedaagde] van 23 juni 2025
- de e-mail van deskundige ir. J.P. van der Stoel met zijn offerte van 23 juni 2025
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het vonnis van 4 juni 2025 heeft de rechtbank de heer ir. J.P. van der Stoel (hierna: Van der Stoel) benoemd tot deskundige. Naar aanleiding hiervan heeft Van der Stoel een kostenopgave voor zijn werkzaamheden ingediend bij de rechtbank en aan partijen gestuurd. Van der Stoel heeft de kosten voor het onderzoek begroot op € 11.970,00 exclusief BTW. Het aantal uren daarbij is ingeschat op 84 uren.
2.2.
De rechtbank heeft partijen vervolgens in de gelegenheid gesteld om op deze kostenopgave te reageren. [gedaagde] heeft op 23 juni 2025 bezwaar gemaakt tegen de kostenopgave. Van [eiseres] heeft de rechtbank geen reactie ontvangen.
2.3.
[gedaagde] merkt op dat de begroting van de kosten van Van der Stoel aanzienlijk hoger is dan de door de andere deskundige, de heer O.R. de Vries (hierna: De Vries), begrote kosten en dat Van der Stoel in zijn begroting uit lijkt te gaan van de maximale te besteden uren. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat het aannemelijker is dat de deskundige 40 uur in plaats van de door de deskundige begrote 84 uur nodig heeft voor deze opdracht. De opdracht voor de deskundige is immers beperkt gelet op het feit dat de opdracht alleen ziet op de schokvriesinstallatie en gelet op de instructies van de rechtbank in het tussenvonnis van 4 juni 2025. [gedaagde] stelt daarom voor om voor nu een voorschot te betalen passend bij 40 uur en eventueel een aanvullend bedrag te betalen als achteraf blijkt dat meer uren noodzakelijk zijn, mits een duidelijke urenverantwoording wordt overgelegd.
2.4.
De rechtbank gaat voorbij aan het bezwaar van [gedaagde] . Van der Stoel heeft zijn begroting voldoende onderbouwd. Met de toelichting dat hij het maximale aantal uren heeft begroot, het aantal uren dat hij werkt in de zaak zal bijhouden en uiteindelijk op basis daarvan zal declareren, is deze begroting voldoende onderbouwd. De declaratie zal immers in beginsel lager zijn dan het voorschot. Daar komt bij dat het niet eenvoudig was om een deskundige te vinden die past bij dit geschil en de voorliggende vraag. Dat De Vries minder uren heeft begroot doet hier onvoldoende aan af. De Vries heeft immers een andere opdracht binnen een andere discipline. De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige daarom vaststellen op € 14.483,70 inclusief BTW.
2.5.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 14.483,70 inclusief BTW,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.
LMT 5629