ECLI:NL:RBMNE:2025:3505

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
11633292
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling cursusgeld door gedaagde na aanmelding via website

In deze zaak vordert de eiser, Huidexpert Club, dat de gedaagde het cursusgeld betaalt voor een cursus waarvoor zij zich heeft aangemeld via de website van de eiser. De gedaagde betwist de betalingsverplichting en stelt dat het niet haar bedoeling was om zich definitief aan te melden. De kantonrechter oordeelt dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de aanmelding via het formulier op de website als aanvaarding van het aanbod kan worden beschouwd. De kantonrechter wijst erop dat de gedaagde zich als ondernemer heeft aangemeld en dat de consumentenrechtelijke bepalingen niet van toepassing zijn. De gedaagde kan zich niet beroepen op dwaling, omdat zij verantwoordelijk is voor haar eigen keuzes. De kantonrechter veroordeelt de gedaagde tot betaling van het cursusgeld, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast moet de gedaagde de proceskosten van de eiser vergoeden. Het vonnis is uitgesproken op 23 juli 2025.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11633292 \ UC EXPL 25-2986 WMB/61313
Vonnis van 23 juli 2025
in de zaak van
STICHTING HUIDEXPERT CLUB,
te Soest,
eisende partij,
hierna te noemen: Huidexpert Club,
gemachtigde: ABC Incasso BV,
tegen
[gedaagde] ,h.o.d.n. [bedrijfsnaam] ,
wonendn in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: J.P.H. van Leeuwen.

1.De procedure

1.1.
Huidexpert Club heeft [gedaagde] op 18 maart 2025 gedagvaard. Vervolgens heeft [gedaagde] een conclusie van antwoord ingediend en daarna een brief gestuurd met daarbij een USB-stick. Op 9 juli 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens Huidexpert Club is haar bestuurder, de heer [A] , verschenen. [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door mevrouw J.P.H. van Leeuwen. Aan het eind van de zitting heeft de kantonrechter bepaald dat er een vonnis zal worden gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
Huidexpert Club wil dat [gedaagde] het cursusgeld betaald voor een cursus Shiatsu Oosterse massage, waar [gedaagde] zich via haar website voor heeft aangemeld. [gedaagde] vindt dat zij niet hoeft te betalen, omdat het niet haar bedoeling was om zich via het aanmeldformulier definitief voor de cursus aan te melden. De vorderingen van Huidexpert Club zullen worden toegewezen.

3.De beoordeling

Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen partijen
3.1.
Deze zaak draait in de eerste plaats over de vraag of er een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat dat het geval is.
3.2.
Een overeenkomst komt tot stand als een aanbod van de ene partij door de andere partij wordt aanvaard. [1] Dat kan in elke vorm gebeuren, waaronder dus via een aanmeldformulier op een website. Of van een aanbod en een aanvaarding sprake is, hangt af van wat partijen hebben gezegd en/of gedaan en wat de ander daar redelijkerwijs uit mocht afleiden. [2]
3.3.
In dit geval biedt Huidexpert Club via haar website aan om tegen betaling de cursussen te verzorgen die zij op haar website heeft opgesomd. Uit de cursuspagina’s blijkt dan tegen welke prijs, onder welke voorwaarden en wanneer welke cursussen gevolgd kunnen worden. Volgens Huidexpert Club heeft [gedaagde] haar aanbod tot het verzorgen van een Shiatsu Oosterse massage aanvaard door zich daarvoor aan te melden via het formulier op haar website en moet zij het cursusgeld aan haar betalen. [gedaagde] zegt dat het niet haar bedoeling was om zich definitief aan te melden voor de cursus en dat zij dacht dat haar aanmelding ‘vrijblijvend’ was.
3.4.
De kantonrechter oordeelt dat Huidexpert Club de aanmelding van [gedaagde] als een aanvaarding mocht begrijpen, [3] omdat uit het aanmeldproces voldoende duidelijk wordt dat het aanmeldformulier is bedoeld om de cursus daadwerkelijk te gaan volgen. Op de homepage van de website staat weliswaar dat je je ‘vrijblijvend’ aan kan melden om kennis te maken met de Huidexpert Club, maar die tekst slaat duidelijk op het (veel kortere) contactformulier dat daaraan gekoppeld is. Daaruit kan dus niet zonder meer worden afgeleid dat de aanmelding voor een concrete cursus ook vrijblijvend is. Uit het aanmeldformulier volgt bovendien eerder het tegenovergestelde. Voordat het aanmeldproces voor een specifiek cursus is afgerond moet namelijk op een knop met de tekst ‘aanmelden’ worden gedrukt, moeten de gewenste cursus en cursusdatum worden geselecteerd, moet worden aangegeven voor hoeveel deelnemers de aanmelding wordt gedaan, en moet tenslotte op een knop met ‘verstuur mijn aanmelding’ worden gedrukt. Dat betekent dat er een overeenkomst tot stand is gekomen doordat [gedaagde] dat formulier heeft ingevuld en dat Huidexpert Club [gedaagde] daaraan kan houden.
3.5.
Het maakt daarbij niet uit dat Huidexpert Club heeft gezegd dat zij alleen aan gediplomeerde schoonheidsspecialisten cursus geeft, terwijl [gedaagde] geen diploma heeft. Uit de cursuspagina voor de Shiatsu Oosterse massage en het aanmeldformulier blijkt niet dat je voor deelname per se een diploma nodig hebt en tijdens de zitting heeft Huidexpert Club ook aangegeven dat [gedaagde] de cursus nog steeds zou kunnen volgen. Kennelijk is het hebben van een diploma dus geen harde eis.
3.6.
Voor zover [gedaagde] gedwaald heeft over wat zij dacht te bereiken met het indienen van haar aanmeldformulier, moet die dwaling voor haar rekening blijven. het was namelijk aan haar als ondernemer om zich beter te oriënteren op wat ze deed.
In principe moet [gedaagde] het cursusgeld daarom betalen.
[gedaagde] kon niet meer van de overeenkomst afkomen
3.7.
De vervolgvraag is of [gedaagde] na haar aanmelding nog van de overeenkomst af kon komen. De kantonrechter oordeelt van niet.
3.8.
[gedaagde] beroept zich op verschillende consumentenrechtelijke bepalingen die volgens haar maken dat zij van de overeenkomst af kon komen en (alsnog) niet hoeft te betalen. Geen van die bepalingen is hier van toepassing, omdat [gedaagde] niet als consument heeft gehandeld richting Huidexpert Club. [gedaagde] heeft haar bedrijfsnaam in het aanmeldformulier ingevuld en daarnaast sluit de cursusinhoud aan bij de kernwerkzaamheden (het geven van massages) van haar onderneming. Voor zover [gedaagde] dus ‘eigenlijk’ als consument handelde, zoals zij heeft gezegd, kon Huidexpert Club dat niet weten. Ook haar beroep op de reflexwerking van wettelijke consumentenbescherming voor kleine ondernemers helpt haar niet. Die reflexwerking gaat namelijk niet zo ver dat de consumentenrechtelijke bepalingen rechtstreeks van toepassing zijn alsof zij wel een consument is.
3.9.
[gedaagde] kan wel met succes de algemene voorwaarden van Huidexpert Club vernietigen, omdat zij die niet voor het sluiten van de overeenkomst heeft kunnen inzien, [4] maar dat maakt niet dat zij haar aanmelding daardoor kon annuleren. Met of zonder algemene voorwaarden kan [gedaagde] namelijk alleen van de overeenkomst af als zij daarvoor een geldige grondslag heeft en die grondslag heeft zij niet. Het maakt daarom ook niet uit of [gedaagde] op 7 januari 2025 tijdens een telefoongesprek met Huidexpert Club heeft gezegd dat zij haar aanmelding wilde annuleren, want zelfs als zij dat heeft gedaan hoefde Huidexpert Club dat dus niet te accepteren.
Conclusie: [gedaagde] moet het cursusgeld en de bijkomende kosten betalen
3.10.
De conclusie is dat [gedaagde] het cursusgeld van € 562,65 aan Huidexpert Club moet betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente, [5] waarvan € 13,13 al is verschenen. Bij de mondelinge behandeling is veel aandacht besteed aan de mogelijkheid de zaak te schikken omdat de kantonrechter een beeld heeft bij de opstelling van beide partijen. Enerzijds is begrijpelijk dat [gedaagde] een meer klantvriendelijke houding van Huidexpert Club had verwacht, gezien de door haar geschetste privé omstandigheden. Anderzijds is begrijpelijk dat Huidexpert Club daarvoor niets voelde vanwege het gemak waarmee [gedaagde] zich als ondernemer meende aan deze overeenkomst te kunnen onttrekken en de toon die zij daarbij gekozen heeft. Het is helaas niet gelukt partijen tot elkaar te brengen omdat beiden weigerden tijdens de onderhandelingen een verschil van € 150,00 te overbruggen. Daardoor is dit een principekwestie gebleven die waarschijnlijk vooral verliezers op gaat leveren. Dat is spijtig maar dat maakt nog niet dat sprake is van misbruik van recht, zoals [gedaagde] heeft betoogd.
3.11.
Huidexpert Club vordert verder vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
Huidexpert Club heeft voldoende gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en het gevorderde bedrag sluit aan bij het tarief uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, waardoor dat bedrag van € 84,40 kan worden toegewezen.
3.12.
De kantonrechter zal [gedaagde] daarom veroordelen tot betaling van in totaal € 660,18, vermeerderd met de wettelijke handelsrente zoals vermeld in de beslissing.
[gedaagde] moet de proceskosten van Huidexpert Club betalen
3.13.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat de gemachtigde van Huidexpert Club niet op de zitting aanwezig was, wordt bij de begroting van de proceskosten van Huidexpert Club maar één salarispunt toegekend. De proceskosten van Huidexpert Club worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
123,73
- griffierecht
340,00
- salaris gemachtigde
135,00
(1 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
666,23

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Huidexpert Club te betalen een bedrag van € 660,18, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente [6] over een bedrag van € 562,65, met ingang van 18 maart 2025, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 666,23, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2025.

Voetnoten

1.Artikel 6:217 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
2.HR 16 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2213.
3.Artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek.
4.Zoals is vereist op grond van artikel 6:233 sub b van het Burgerlijk Wetboek.
5.Als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek.
6.Als bedoeld in artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek.