Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 september 2024, met (sub)producties 1 – 28;
- de conclusie van antwoord, met productie 1;
- de akte overlegging productie van [eiseres] , met productie 29.
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
4.De beoordeling
De betrokkene [werknemer, de rechtbank] is niet geschikt voor eigen werk endit is blijvend. De betrokkene is wel geschikt voor aangepast werk over een aantal weken waarbij er rekening gehouden wordt met haar beperkingen. Zij wordt nog behandeld in het reguliere circuit.Deze beperkingen zijn blijvend.De prognose voor eigen werk is ongunstig en kan zij niet meer aan.De prognose voor een aangepaste functie waarbij er rekening gehouden wordt met haar beperkingen is gunstig en zij heeft over een aantal weken al weer wat mogelijkheden is de verwachting.
Specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid
Conclusie onderzoek
- De bedrijfsarts het verzuim te laten monitoren (…)
- Een twee sporenbeleid te volgen. Dat wil zeggen, naast de activiteiten in spoor 1 tevens te starten met activiteiten gericht op het vinden van ander passend werk bij een andere werkgever (2e spoor). Dit omdat het nog niet duidelijk is of er duurzaam re-integratieresultaat bij de eigen werkgever zal worden behaald (spoor 1). (…)
- Schoonmaakwerkzaakheden in een kantoorcomplex (…)
- Keukenhulp (…).”
Ik begrijp u verwarring. De betrokkene maakt het onverwacht weer heel goed. Dit is een fijne bijkomstigheid. De behandelingen lijken eindelijk te doen wat ze moeten doen en dat heb ik ingezet met eigen werk. Een AD onderzoek is een moment opname waarin op dat moment gekeken wordt naar de situatie. Deze is daarna vaak nog heel veranderlijk. Aangezien spoor 1 als mogelijkheid altijd benut moet worden als dit gaat heb ik gekozen voor deze re-integratie mogelijkheid.”
[f]unctie: deels eigen werk/ verder aangepaste tijden.” Volgens [E] was de werknemer geschikt voor aangepast werk in minder uren. Er was nog sprake van beperkingen. [E] adviseerde om spoor 2 stop te zetten, omdat de werknemer bij [eiseres] aangepaste werkzaamheden kon verrichten en deze werkzaamheden kon opbouwen tot 15 uur per week.
De betrokkene gaat goed en werkt al weer 15 uur in de week.
ander werk” verricht, namelijk “
deels eigen werk/verder aangepaste tijden”. In het consultverslag van 26 september 2018 wordt gesproken over een opbouw naar 19 uur in “
aangepast/deels eigen werk”. Dit strookt ook met de FML en het AD rapport waarin expliciet is geconcludeerd dat de werknemer blijvend ongeschikt is voor haar eigen werk als [functie] .
De betrokkene was in oktober geschikt voor aangepast werk waarbij er rekening gehouden werd met de beperkingen voor minder uren. Ik heb vernomen destijds van de werkneemster dat u akkoord ging met minder uren in aangepast werk, om dat te zien als een aangepaste functie. Daarmee heb ik gesteld dat zij terug was met u goed bevinden in een aangepast functie in minder uren. Volgens het eerdere AD onderzoek zou er op dat moment sprake zijn van een geslaagde re-integratie in aangepast werk, waarop de hersteld melding volgde.Zij was hersteld voor de aangepaste functie in minder uren. Niet voor eigen werk. U bent daarmee akkoord gegaan destijds. Er is dan ook geen WIA aangevraagd vernam ik. Het ging toen (oktober 2018) heel goed met haar, waardoor ik genoodzaakt was mee te gaan met haar herstel en haar dus met uw goedkeuren hersteld te melden voor het aangepast werk waarbij er rekening gehouden wordt met haar beperkingen in minder uren. Dit kan ik nu niet meer terug draaien. Ik ging er van uit dat zij alleen maar sterker zou worden en geen terugval zou krijgen. Dat dit toch gebeurt is lag toen niet in de verwachtingen en is heel vervelend te noemen, achteraf. Ik kan de hersteld melding niet meer terug draaien.”
eigen werk. De rechtbank is van oordeel dat [eiseres] er op heeft mogen vertrouwen dat dit advies daadwerkelijk gold voor het eigen werk. Hij heeft hier in augustus 2018 nog navraag naar gedaan. Toen heeft [E] aan [eiseres] bevestigd dat het hersteltraject zag op hervatting van het eigen werk. Verder is niet gesteld of gebleken dat [eiseres] en de werknemer zijn overeengekomen dat de aangepaste werkzaamheden de nieuwe ‘bedongen arbeid’ is geworden. Bij gebrek aan een dergelijke afspraak, geldt dat herstel alleen mogelijk is voor het eigen werk; de oorspronkelijk bedongen arbeid. De vraag of een werknemer hersteld is, wordt namelijk beoordeeld ten opzichte van de bedongen arbeid. [6]
eigen werk. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Voor dat oordeel is het volgende van belang.
In dit gevalhad het op de weg van [E] gelegen om in de periode na 26 september 2018 en voor 15 oktober 2018 bij [eiseres] te verifiëren of de werknemer alweer vol haar eigen werk verrichtte, door de bedongen (avond)uren te werken en de bedongen (leidinggevende) taken uit te voeren. De rechtbank onderstreept dat zij niet een voor de bedrijfsarts algemene verplichting in het leven roept dit tussentijds te verifiëren, maar dit had in deze specifieke omstandigheden wel moeten gebeuren. Dat [E] zich er in dit geval van had moeten vergewissen, wordt onderstreept door [G] , bedrijfsarts die een korte expertise heeft verricht namens DAS Rechtsbijstand (de voormalig gemachtigde van [eiseres] ). [7] Door geen navraag te doen, heeft [E] gemist dat de werknemer op 15 oktober 2018, de datum waarop zij conform het advies weer 19 uur zou moeten werken in eigen werk, nog niet in de avonduren werkte en nog geen leidinggevende taken verrichtte, terwijl dit belangrijke aspecten waren van de bedongen arbeid. Er was dus nog geen sprake van volledig herstel in het eigen werk.