ECLI:NL:RBMNE:2025:3761
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Kort geding over achterstallig loon en vakantiebijslag tussen werknemer en werkgever
Op 22 juli 2025 vond er een mondelinge uitspraak plaats in een kort geding bij de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, onder zaaknummer 11770961. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.H. Hoogewoning, vorderde betaling van achterstallig loon en vakantiebijslag van de gedaagde, een eenmanszaak vertegenwoordigd door mr. J.M. Geerdes. De voorzieningenrechter, mr. D.C.P.M. Straver, oordeelde dat de arbeidsovereenkomst van de eiser nog niet was geëindigd, maar dat dit naar verwachting op korte termijn zou gebeuren. De gedaagde had erkend dat hij een deel van de gevorderde bedragen verschuldigd was, maar betwistte een klein gedeelte. De voorzieningenrechter wees de vorderingen toe, met uitzondering van een bedrag aan achterstallig loon voor februari 2025, dat werd afgewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 9.856,36 aan achterstallig loon, € 2.377,43 aan vakantiebijslag, en € 897,33 aan buitengerechtelijke incassokosten, evenals de wettelijke verhoging en rente. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 1.558,23. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.