ECLI:NL:RBMNE:2025:3765

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
16-174901-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J. Edgar
  • L.L. Veendrick
  • G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en opzetheling van laptops in Veenendaal

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal en opzetheling. De zaak betreft een incident op 13 juli 2023 in Veenendaal, waar de verdachte samen met anderen betrokken was bij de diefstal van meerdere laptops uit auto's. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het samen met anderen door braak stelen van goederen, waaronder vier laptops, en opzetheling van deze goederen. Tijdens de zitting op 3 juli 2025 heeft de officier van justitie bewijs gepresenteerd, maar de verdediging heeft verzocht om vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal uit de auto's, maar heeft wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 90 uur. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn strafblad, waaruit blijkt dat hij eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/174901-23 en 16/041464-23 (vord. tul) (P)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 17 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres
[adres 1] , [postcode] te [plaats 1] .

1.Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van 3 juli 2025.
Op de zitting waren aanwezig:
- de officier van justitie: mr. M. Mahmoudi;
- de advocaat van de verdachte: mr. S. Schilder.

2.Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat hij op 13 juli 2023 in Veenendaal, samengevat:
feit 1: primair:samen met anderen door braak goederen (waaronder 4 laptops) van [aangever 1] , [aangever 2] , [aangever 3] en/of [aangever 4] uit auto’s heeft gestolen;
subsidiair:zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze goederen;
feit 2: primair:samen met anderen door braak een rugtas met daarin een laptop van [aangever 5] uit een auto heeft gestolen;
subsidiair:zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een deze goederen;
De volledige tekst van de beschuldiging staat in de bijlage bij dit vonnis.

3.Bewijs en de bewezenverklaring

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair ten laste gelegde kan worden bewezen. Zij heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het onder feit 1 primair ten laste gelegde.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. Op de standpunten van de advocaat zal hierna in 3.3 worden ingegaan.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Conclusie
De verdachte zal worden vrijgesproken van feit 1 primair. Wel is bewezen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 subsidiair en feit 2 primair. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
Vrijspraak van feit 1 primair (medeplegen diefstal uit twee auto’s)
Onder feit 1 primair wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij samen met zijn medeverdachten de laptops (met toebehoren) van vier personen uit twee auto’s in een parkeergarage in Veenendaal heeft gestolen. Het gaat om een laptop van [aangever 1] die in zijn eigen auto lag, en om de laptops van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] die eveneens in de auto van [aangever 2] lagen. Rond 20:47 uur, een paar uur na de diefstallen, is de verdachte samen met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] in een Audi Q2 (hierna: ‘
de Audi’) aangehouden. In die Audi zijn de vier gestolen laptops van de aangevers gevonden. Hoewel dit een sterke verdenking van betrokkenheid bij de diefstal rechtvaardigt, is het enkele voorhanden hebben van deze gestolen laptops kort na de diefstal hiervan niet zonder meer voldoende om tot een bewezenverklaring van de diefstal te kunnen komen. Daarvoor is meer nodig, en de rechtbank komt tot het oordeel dat daarvoor onvoldoende bewijs aanwezig is. Daarbij zijn de volgende omstandigheden meegewogen.
Er zijn geen getuigen van de diefstal en de diefstal is ook niet op camerabeelden te zien. De toedracht rondom de diefstal is daardoor onbekend. De aangiftes van [aangever 2] , [aangever 3] en [aangever 4] geven daarnaast geen uitsluitsel over de garage waarin de auto van [aangever 2] is geparkeerd (in de Q-Park [locatie 1] of in Q-Park [locatie 2] ) en op welk tijdstip deze auto in één van die garages is geparkeerd. Zo verklaart [aangever 2] dat hij zijn auto heeft geparkeerd in Q-Park Passage [locatie 2] terwijl [aangever 3] en [aangever 4] – wiens laptops dus in de auto van [aangever 2] lagen – het over Q-Park Passage hebben. Volgens [aangever 2] en [aangever 3] is er om 17.30 uur geparkeerd terwijl [aangever 4] het heeft over 18.40 uur. Daar komt bij dat op de camerabeelden alleen te zien is dat de Audi om 18:06 uur parkeergarage [locatie 1] inrijdt en om 18:38 uur met twee inzittenden deze garage weer uitrijdt. Om 18.40 rijdt de Audi parkeergarage [locatie 2] in en zitten er minimaal twee personen in de auto. Op basis van de camerabeelden kan geen herkenning worden gemaakt en kan dus ook niet worden vastgesteld dat de verdachte op voornoemd(e) tijdstip(pen) al in de Audi zat. Die twijfel wordt versterkt door de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , waaruit blijkt dat er die avond meermalen van inzittenden of plek in de Audi is gewisseld. Gelet op deze omstandigheden tezamen kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten degenen zijn geweest die de laptops hebben gestolen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken van de diefstal uit de auto’s (feit 1 primair).
Veroordeling voor feit 1 subsidiair (medeplegen opzetheling)
De rechtbank komt wel tot een bewezenverklaring van het medeplegen van opzetheling. Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op de avond van 13 juli 2023 allemaal op enig moment in de Audi hebben gezeten waarin de gestolen laptops zijn gevonden. De drie verdachten hebben daarom op enig moment allemaal kunnen beschikken over de gestolen laptops. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte om 19:57 uur in de Audi is gestapt. Het dossier bevat geen aanknopingspunten waaruit blijkt dat hij tussen dit tijdstip en zijn aanhouding rond 20:47 uur uit de auto is gestapt. De Audi is met hoge snelheid weggereden toen een politieagent de Audi benaderde. De diefstallen hebben maar enkele uren voor de aanhouding plaatsgevonden en de politie heeft vanaf het moment dat de Audi die avond voor de tweede maal Q park [locatie 2] uitrijdt (20.28 uur) bijna continue zicht op de Audi.. Daar komt bij dat de verdachten geen aannemelijke verklaring hebben gegeven voor het voorhanden hebben van de gestolen laptops. Al deze omstandigheden samen maken dat de rechtbank tot het oordeel komt dat het niet anders kan dan dat de verdachte en zijn medeverdachten hebben geweten dat de laptops in de Audi van diefstal afkomstig waren. Dat betekent dat de verdachten zich samen schuldig hebben gemaakt aan opzetheling.
Veroordeling voor feit 2 primair (medeplegen diefstal uit een auto)
[aangever 5] heeft zijn auto op 13 juli 2023 om 20:10 uur geparkeerd in de garage [locatie 2] in Veenendaal. Om 21:15 uur diezelfde avond komt hij er achter dat zijn tas met laptop is gestolen. Op de camerabeelden is te zien dat de Audi op 13 juli 2023 tussen 20:13 uur en 20:28 uur in [locatie 2] is geweest. Om 20:13 uur is verdachte [medeverdachte 2] als bestuurder herkend. Kort nadat de Audi de garage weer verliet (om 20.28 uur), is medeverdachte [medeverdachte 1] als bestuurder herkend (om 20.31 uur). Slechts een paar minuten later wordt [medeverdachte 2] naast de Audi aangetroffen met een gebruikte ruitentikker. Daarna is de politie een achtervolging gestart, waarbij [medeverdachte 1] heeft geprobeerd de achtervolgende agenten af te schudden. Na de aanhouding van [medeverdachte 1] en [verdachte] in de Audi, bleek dat de gestolen laptop van [aangever 5] in de Audi lag. De verdachten hebben geen (aannemelijke) verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van die laptop.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij zich samen met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van deze diefstal met braak. Bij de beoordeling of sprake is geweest van medeplegen, ligt het accent op de samenwerking en minder op de vraag wie de feitelijke handelingen van de inbraak in de auto en het wegnemen van de laptop heeft gepleegd. In deze zaak kan met betrekking tot de toedracht van de diefstal niet direct worden vastgesteld dat deze door de drie verdachten is begaan. Tegelijkertijd is sprake van een kort tijdsbestek tussen deze diefstal en het aantreffen van de goederen in de auto waarin [medeverdachte 1] en [verdachte] zich bevonden, is [medeverdachte 2] bij deze auto aangetroffen met een ruitentikker en is de auto vanaf dat moment achtervolgd en derhalve niet meer uit het zicht geweest van de politie. Een aannemelijke verklaring hierover van de verdachten is uitgebleven. Er zijn dus geen contra-indicaties met betrekking tot het medeplegen door de verdachten. Daarom komt de rechtbank tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van de diefstal uit de auto van [aangever 5] .
Het gebruik van de bewijsmiddelen
Er zijn meerdere feiten bewezen verklaard. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen [1]
De aangifte door [aangever 1]
Op 13 juli 2023 omstreeks 17:00 uur parkeerde ik mijn auto in de parkeergarage van de Q-Park in Veenendaal. Toen ik rond 19:15 uur terug kwam bij de auto zag ik dat mijn linkerachterraam was ingeslagen. Uit mijn auto zijn gestolen: laptop Apple iMac. [2]
De aangifte door [aangever 3] op 14 juli 2023
Gisteravond is mijn werklaptop gestolen uit de auto van een collega. De auto stond geparkeerd in een Q-Park in Veenendaal tussen 17:30 en 19:15. De achterruit was ingeslagen. [3]
De aangifte door [aangever 4]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik ging met collega’s met een auto naar Veenendaal, wij hebben rond 18:40 in de parkeergarage geparkeerd en toen wij rond 19:20 terug liepen naar de auto, was de achterruit van de auto van mijn collega helemaal kapot geslagen. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen: laptop. [4]
De aangifte door [aangever 2]
Pleegdatum: 13 juli 2023
Ik heb de auto geparkeerd in een Q-Parkgarage in Veenendaal, aankomsttijd rond 17.30 uur - terugkomst rond 19.15 uur. Bij de hele achterkant van de auto lagen glasstukjes. Hieronder de lijst van door mij ingevoerde goederen: [5] werklaptop. [6]
De aangifte door [aangever 5]
Hierbij doe ik aangifte van diefstal uit mijn voertuig voorzien van kenteken [kenteken 1] . Op 13 juli omstreeks 20:10 uur had ik mijn voertuig geparkeerd in de parkeergarage van Q-Park aan de [adres 2] te [plaats 2] bij [locatie 2] . Diezelfde dag omstreeks 21:15 uur liep ik naar mijn voertuig en zag dat het linkerachterraam kapot op de grond lag. Ik had op de achterbank aan de bestuurderszijde een blauwe rugtas neergelegd, waar een laptop in zat. Ik zag dat de rugtas was verdwenen. [7]
De camerabeelden van parkeergarage Q-Park in Ede
13-07-2023
19:41: ik zie dat er een Audi Q2 met kenteken [kenteken 2] aan komt rijden bij de slagboom. [8]
Ik zie dat er 1 manspersoon voor in het voertuig zit.
19:57: Ik zie dat er een getinte man met zwart kort haar, een zwart T-shirt, zwarte joggingbroek met witte streep richting de auto loopt. Ik zag dat het signalement van de man overeenkomt met het signalement van de verdachte die is aangehouden (
de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ).
Ik zie dat hij linksachter in de auto stapt. [9] ik zie dat de slagboom opengaat en dat de Audi wegrijdt. [10]
De camerabeelden van parkeergarage [locatie 2] , [adres 2]
De beelden zijn opgenomen op 13 juli 2023. Het gaat om een Audi, kenteken [kenteken 2] . [11]
Ik zie om 20:13 uur het voertuig weer de parkeergarage inrijden.
Ik zie dat de bestuurder een zonnebril draagt,een wit shirt aan heeft en daaroverheen een zwart jasje aan heeft.
Ik zie dat diezelfde dag het voertuig om 20:28 uur de parkeergarage verlaat. [12]
De aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 2]
Op 13 juli 2023 meldden collega's dat zij bezig waren met een onderzoek naar de inbraken in de Q-Parks en dat zij een voertuig op het oog hadden wat daarbij betrokken zou zijn. Het kenteken van het betrokken voertuig was de [kenteken 2] , het betrof een Audi. [13] Nabij het station van Veenendaal hoorden wij dat de Audi rechtsaf sloeg en vervolgens direct linksaf sloeg richting de parkeerplaats van het station. We zagen de Audi in de bocht stil staan. Aan de bijrijderszijde, bij het achterportier welke open stond, zagen we een manspersoon staan. De verdachte betrof [medeverdachte 2] . Ik zag dat hij een ruitentikker op de grond legde. Ik zag dat de ruitentikker beschadigd was. [14]
De aanhouding van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1]
Op 13 juli 2023 was ik bezig met het verzamelen van informatie omtrent een Audi Q2. Omstreeks 20:32 uur stond ik voor de verkeerslichten te Veenendaal. Ik zag dat er drie mannen in de Audi zaten. Ik zag dat er twee mannen voor in de Audi zaten en één man achterin zat, achter de bijrijder. Ik zag dat de bestuurder een groene jas droeg. Ik zag dat de andere twee mannen in de auto zwarte bovenkleding droegen. [15]
Ik zag dat de Audi zijn snelheid verhoogde. Ik zag dat de Audi een stuurbeweging maakte naar links en op de andere weghelft kwam en collega [verbalisant 2] de weg versperde. Ik zag dat de Audi meerdere keren deze actie maakte en bewust bezig was om te voorkomen dat collega [verbalisant 2] voor hem kon komen. Ik zag dat het raam van de bijrijdersportier open stond. Ik kon toen goed de Audi in kijken. Ik zag dat er op dat moment niemand achterin de Audi zat. [16]
Ik zag dat collega's het linkerachterportier openden en daar een man uit de auto haalden. Ik zag dat deze man een groene jas droeg. [17] Ik herkende deze jas als de jas die de bestuurder van de Audi droeg toen hij eerder 2 keer voor mij langs kwam rijden in Veenendaal. Ik zag dat er geen persoon meer op de bestuurdersstoel zat. Ik zag dat er een tweede man in de Audi lag. Ik zag dat deze man in het zwart gekleed was. Ik zag op de achterbank een tas liggen. Ik opende deze tas en zag dat er laptops in lagen.
Tijdens het gesprek in de Audi met de man op de bijrijdersstoel heb ik van hem een foto gemaakt. Dit betreft afbeelding 13 en 14. De bestuurder die uiteindelijk van de achterbank van de Audi is gehaald is door collega's gefotografeerd. Dit betreft afbeelding 3.
Verdachte: [medeverdachte 1] , [voornaam 1]
Verdachte: [verdachte] , [voornaam 2] [18]
Het fotoblad als bijlage bij het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 3]
Opmerking rechtbank: op afbeelding 17 en 18 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 2] bij zijn aanhouding een wit shirt aan had. Ook is een zwart jasje te zien. [19]
Op afbeelding 14 is te zien dat verdachte [verdachte] een zwart shirt en een zwarte joggingbroek met witte streep aan had. [20]
Op afbeelding 3 is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 1] een groene jas aan had. [21]
Onderzoek naar het signalement van de verdachten
Uit de opgevraagde beelden van Q-park is te zien dat de zwarte Audi Q2 voorzien van het kenteken [kenteken 2] op 13-07-2023 omstreeks 20:13 uur de parkeergarage van Q-Park [locatie 2] , aan de [adres 2] te [plaats 2] , in rijdt. De bestuurder draagt een wit shirt en zwart jasje met lichte streep. Verdachte [medeverdachte 2] draagt een wit shirt. Een kledingfoto is gemaakt in de ophoudruimte. Hij droeg over het witte shirt een zwart jasje met lichte bies. [22]
Onderzoek aan de Audi Q2
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de Audi Q2 waarin verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] werden aangehouden. Er lag een (laptop)tas van het merk Samsonite. De Samsonite tas heb ik doorzocht, daarin trof ik een vijftal laptops aan. [23]
Onderzoek aan de aangetroffen laptops
Op 14 juli 2023 deed ik onderzoek naar de vijf in beslaggenomen laptops afkomstig uit een Samsonite rugzak uit de Audi Q2. Ik zag op het startscherm van de Apple laptops direct een persoon vermeld staan zijnde de gebruiker dan wel eigenaar, te weten: [aangever 1] en [aangever 5] . Op de Dell laptops zag ik dat deze allen hetzelfde startscherm hadden, te weten: Christelijk Onderwijs Groep. Het inlogscherm toonde de eigenaar/gebruiker ervan, te weten: [aangever 2] , [aangever 4] en [aangever 3] . [24]
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
1. subsidiair)
op 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met anderen, meerdere laptops voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2 ( primair)
op 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met anderen, uit een voertuig, kenteken [kenteken 1] , een rugtas met inhoud, te weten een laptop, toebehorende aan [aangever 5] die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
Het overige wat in de beschuldiging staat kan niet bewezen worden. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De taal- en/of schrijffouten die in de tekst van de beschuldiging voorkomen zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Dit benadeelt de verdachte niet.

4.Kwalificatie en strafbaarheid

4.1.
KwalificatieDe bewezen feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair: medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
4.2.
Strafbaarheid feiten en verdachteDe feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5.De straf

5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie eist dat de verdachte wordt veroordeeld tot:
- een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- een taakstraf van 90 uur, met aftrek van het voorarrest, te vervangen door 45 dagen hechtenis als de verdachte deze taakstraf niet of niet goed uitvoert.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft verzocht om bij de oplegging van de straf rekening te houden met de gevolgen van het auto-ongeluk voor de verdachte. Ook is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. De advocaat heeft verzocht een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een taakstraf op te leggen.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Ook heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop uit een auto door een autoraam in te slaan. Ook hebben zij zich schuldig gemaakt aan opzetheling van vier laptops. Dit soort feiten zorgt voor overlast en schade. Door zo te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen. Hij was alleen uit op eigen financieel gewin. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van de verdachte van 11 juni 2025. Daaruit blijkt dat hij in de afgelopen vijf jaar al vaker is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Bij een van deze zaken liep hij nog in een proeftijd toen hij de twee huidige feiten pleegde.
Ook heeft de rechtbank gekeken naar het reclasseringsadvies van 24 oktober 2024, opgesteld door C.P.M. Cruijen, reclasseringswerker. Daarin staat dat het risico op herhaling als hoog wordt ingeschat.
De op te leggen straf
Om in vergelijkbare zaken zoveel mogelijk gelijk te straffen, werken strafrechters met landelijke oriëntatiepunten. Deze zijn gebaseerd op opgelegde straffen in andere, vergelijkbare zaken. Het oriëntatiepunt voor meerderjarigen voor diefstal uit een auto, waarbij sprake is van recidive, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken. Voor opzetheling bestaan geen landelijke oriëntatiepunten.
In het voordeel van de verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Dat betekent dat de verdachte tussen de pleegdatum en dit vonnis voor een ander feit is veroordeeld, waarbij de feiten die in onderhavige zaak aan de orde zijn hadden kunnen worden meegenomen. Ook houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop. Sinds het plegen van de feiten is bijna twee jaar verstreken.
Alles afwegende en mede gelet op de recidive van verdachte, zal de rechtbank afwijken van de eis van de officier van justitie. De rechtbank komt tot het oordeel dat het passend en geboden is om aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen van 66 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk. De tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, wordt van deze straf afgetrokken.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf van 90 uur opleggen. Als de verdachte deze taakstraf niet (goed) uitvoert, wordt de straf vervangen door 45 dagen hechtenis.
6 Vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf
6.1.
De eerdere veroordeling
De politierechter van deze rechtbank heeft de verdachte in de zaak met parketnummer 16/041464-23 op 24 april 2023 veroordeeld voor een diefstal door middel van braak in vereniging. Aan de verdachte is een gevangenisstraf van 14 dagen, waarvan 12 dagen voorwaardelijk opgelegd.
6.2.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde straf ten uitvoer gelegd moet worden. Volgens de officier van justitie heeft de verdachte zich niet gehouden aan de algemene voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit.
6.3.
Het standpunt van de verdediging
De advocaat van de verdachte heeft verzocht de gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf, omdat de proeftijd er al op zit. Tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf is volgens de advocaat daarom niet opportuun.
6.4.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan twee soortgelijke feiten. Om die reden beslist de rechtbank dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 12 dagen alsnog ten uitvoer zal worden gelegd.

7.Toegepaste wetsartikelen

De opgelegde straf en beslissing op het beslag zijn gebaseerd op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 63, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in paragraaf 3.4 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 subsidiair en feit 2 primair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in paragraaf 4.1 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging gevangenisstraf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 66 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 60 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Oplegging taakstraf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 90 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 45 dagen hechtenis;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/041464-23
-
wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland bij vonnis van 24 april 2023 opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstraf voor de duur van 12 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Edgar, voorzitter, mrs. L.L. Veendrick en G.K.L. de Wijkerslooth de Weerdesteijn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 juli 2025.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 3] , een laptoptas met inhoud, te weten een laptop, toetsenbord, muis, airpods, beveiligingsdruppel en een laptopstandaard, althans enig goed, toebehorende aan [aangever 1] en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 4] :
een laptop, een voedingskabel en een toegangspas, toebehorende aan [aangever 2] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of een laptoptas met inhoud, te weten een laptop en een keycard, toebehorende aan [aangever 3] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of een laptop en een Samsung telefoon, toebehorende aan [aangever 4] en/of Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere laptop(s) met daarbij behorende tas(sen), telefoon, toetsenbord, muis, beveiligingsdruppel, airpods, laptopstandaard, voedingskabel van een laptop en/of een of meerdere toegangspas(sen), althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een voertuig, kenteken [kenteken 1] , een rugtas met inhoud, te weten een laptop, toebehorende aan [aangever 5] en/of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juli 2023 te Veenendaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een laptoptas en/of een laptop, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

2.De aangifte door [aangever 1] op 13 juli 2023, pagina 18.
3.De aangifte door [aangever 3] op 14 juli 2023, pagina 25.
4.De aangifte door [aangever 4] op 14 juli 2023, pagina 28.
5.De aangifte door [aangever 2] op 14 juli 2023, pagina 35.
6.Idem, pagina 36.
7.De aangifte door [aangever 5] op 14 juli 2023, pagina 31.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , pagina 164.
9.Idem, pagina 167.
10.Idem, pagina 168.
11.Een proces-verbaal uitkijken camerabeelden van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , pagina 179.
12.Idem, pagina 181.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] , pagina 78.
14.Idem, pagina 79.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina 43.
16.Idem, pagina 44.
17.Idem, pagina 45.
18.Idem, pagina 46.
19.Afbeelding 17 en 18, bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , pagina’s 65 en 66.
20.Idem, pagina 62.
21.Idem, pagina 51.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , pagina 188.
23.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , pagina 104.
24.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juli 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , pagina 140.