ECLI:NL:RBMNE:2025:3808

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
UTR 24/3704
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kinderopvangtoeslag na besluitvorming

In deze zaak heeft eiseres op 21 mei 2024 beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 13 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De Dienst Toeslagen heeft op 6 december 2023 een beslissing genomen, maar eiseres stelt dat zij dit besluit nooit heeft ontvangen. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit niet nodig werd geacht. De rechtbank overweegt dat een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingesteld zodra het bestuursorgaan in gebreke is en er een schriftelijke ingebrekestelling is ontvangen. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is, omdat er inmiddels een besluit is genomen door de Dienst Toeslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzending van het besluit op de juiste wijze heeft plaatsgevonden en dat er geen onjuiste adressering of tenaamstelling is aangetoond. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter mr. I. Helmich en is openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/3704

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juni 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. R. Jethoe),
en

Dienst Toeslagen, verweerder

(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ).

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld op 21 mei 2024, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag van 13 april 2021 om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag.
Op 3 juni 2024 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft op 10 juni 2024 een reactie gegeven op het verweerschrift.
Verweerder heeft desgevraagd antwoord gegeven op de vraag van de rechtbank.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
3. Op 6 december 2023 heeft verweerder een beslissing genomen op de aanvraag van eiseres. Eiseres heeft bij brief van 21 mei 2024 beroep ingesteld, omdat zij stelt dat verweerder niet tijdig een beslissing op aanvraag heeft genomen.
4. Verweerder stelt in het verweerschrift dat eiseres geen procesbelang heeft, omdat eiseres het beroep tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar aanvraag heeft ingesteld nadat verweerder een besluit heeft genomen. Eiseres stelt dat zij het besluit van 6 december 2023 niet heeft ontvangen. Volgens verweerder is het besluit van 6 december 2023 per gewone post verzonden naar het adres waarop eiseres destijds stond ingeschreven en gewoonlijk haar post ontving. De rechtbank leidt hieruit af dat het besluit van 6 december 2023 niet-aangetekend is verzonden. Dat betekent dat verweerder aannemelijk moet maken dat dit besluit is voorzien van de juiste adressering, een verzenddatum en dat sprake is van een deugdelijke verzendadministratie.
5. Bij brief van 13 mei 2025 heeft de rechtbank verweerder verzocht de verzending van het bestreden besluit aannemelijk te maken. In dit verband heeft verweerder een uitdraai van de verzendadministratie overgelegd en een kopie van het besluit opgenomen. Het besluit met dagtekening 6 december 2023 is op 29 november 2023 aangeboden aan de afdeling Massaal Printen en verzonden op 4 december 2023. Dit is terug te vinden in het verzendrapportage van verweerder. Van een onjuiste tenaamstelling of adressering van het besluit is niet gebleken. Verweerder heeft met hetgeen hij heeft gesteld en met de overgelegde verzendadministratie aannemelijk gemaakt dat de beschikking op een juiste wijze is bekendgemaakt.
6. Daargelaten of het besluit juist is verzonden, staat vast dat verweerder een besluit heeft genomen op het moment van indienen van het beroep niet tijdig. Dit betekent dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk is. De rechtbank kan het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet inhoudelijk beoordelen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 juni 2025.
de griffier is verhinderd deze uitspraak
te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.