ECLI:NL:RBMNE:2025:3865
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de definitieve berekening van huurtoeslag en terugvordering door Dienst Toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juli 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de definitieve berekening van haar huurtoeslag 2023 beoordeeld. Eiseres, die in Utrecht woont, is het niet eens met de beslissing van Dienst Toeslagen om het volledige jaarinkomen van haar dochter mee te nemen in de berekening van de huurtoeslag. De dochter is op 12 mei 2023 bij eiseres komen wonen, en eiseres vindt het onredelijk dat haar inkomen, dat na de verhuizing is gedaald, ook wordt meegerekend. Dienst Toeslagen had eerder vastgesteld dat eiseres recht heeft op huurtoeslag van € 1.399,-, maar omdat zij eerder een voorschot van € 3.116,- heeft ontvangen, moet zij nu € 1.720,- terugbetalen.
De rechtbank oordeelt dat Dienst Toeslagen de huurtoeslag correct heeft berekend en dat het meenemen van het jaarinkomen van de dochter in de berekening rechtmatig is. De rechtbank wijst erop dat de wet vereist dat het gehele jaarinkomen van medebewoners wordt meegenomen, ongeacht wanneer zij in de woning komen wonen. Eiseres kan niet verzoeken om toetsing van de wet aan algemene rechtsbeginselen, zoals het evenredigheidsbeginsel, omdat dit in strijd is met het toetsingsverbod van artikel 120 van de Grondwet. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de regels rechtvaardigen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Dienst Toeslagen heeft de huurtoeslag 2023 juist berekend en eiseres moet het ten onrechte ontvangen bedrag terugbetalen. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.