ECLI:NL:RBMNE:2025:3879

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2025
Publicatiedatum
28 juli 2025
Zaaknummer
11511539
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een koopovereenkomst en schadevergoeding wegens gebreken aan een Volvo XC90 T8

In deze zaak heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde 1, [handelsnaam], en gedaagde 2, [gedaagde sub 2], naar aanleiding van een koopovereenkomst voor een Volvo XC90 T8. Eiser vordert een verklaring van recht dat gedaagde 1 en gedaagde 2 onrechtmatig jegens hem hebben gehandeld, alsook nakoming van de koopovereenkomst door herstel van gebreken aan de auto. Daarnaast vordert eiser een schadevergoeding van € 5.000,00 voor toekomstige gebreken en € 4.000,00 voor schade aan wieldoppen, alsook vergoeding van proceskosten en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de vorderingen tegen gedaagde 2 volledig afgewezen en de vorderingen tegen gedaagde 1 grotendeels afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat gedaagde 1 onrechtmatig heeft gehandeld. Wel is vastgesteld dat er enkele gebreken aan de auto zijn, waaronder een gedraaide autogordel, een niet werkende zwarte autosleutel en een storing in het klimaatsysteem, die gedaagde 1 moet herstellen. Eiser is echter ook veroordeeld in de proceskosten, omdat hij grotendeels in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Amersfoort
Zaaknummer: 11511539 \ AC EXPL 25-260
Vonnis van 30 juli 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. G. van Zetten,
tegen

1.[gedaagde sub 1] B.V. mede h.o.d.n. [handelsnaam] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
2.
[gedaagde sub 2] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partijen,
gemachtigde: mr. J.W. van der Linde.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 12 juni 2025. [eiser] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens [handelsnaam] is verschenen [A] . [handelsnaam] en [gedaagde sub 2] zijn bijgestaan door de gemachtigde. Door of namens partijen zijn de standpunten toegelicht en is antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. Daarvan heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Na sluiting van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter beslist dat vonnis zal worden gewezen.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eiser] en [handelsnaam] hebben een koopovereenkomst gesloten voor een Volvo XC90 T8 (hierna: de auto). In deze procedure vordert [eiser] volgens zijn vermindering van eis en toelichting op de mondelinge behandeling een verklaring van recht dat [handelsnaam] en [gedaagde sub 2] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld. Daarnaast vordert [eiser] primair nakoming van de koopovereenkomst (herstel van gebreken) en subsidiair de betaling van een schadevergoeding van € 5.000,00 om de (toekomstige) gebreken aan de auto te (laten) herstellen. Verder vordert [eiser] € 4.000,00 aan schadevergoeding uit onrechtmatige daad wegens toegebrachte schade aan wieldoppen van de auto, de volledige proceskosten en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter zal alle vorderingen tegen [gedaagde sub 2] afwijzen. De vorderingen tegen [handelsnaam] zullen grotendeels worden afgewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom.

3.De beoordeling

De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] zullen geheel worden afgewezen
3.1.
[eiser] heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat [gedaagde sub 2] in deze procedure enkel als partij is gedagvaard als pressiemiddel en er geen (serieuze) bedoeling is om de vordering ook tegen [gedaagde sub 2] te richten. Van enige grondslag voor de vordering is hierdoor niet gebleken. De vorderingen tegen [gedaagde sub 2] zullen daarom worden afgewezen.
De vorderingen tegen [handelsnaam] zullen grotendeels worden afgewezen
De verklaring van recht wordt afgewezen
3.2.
Aan de vordering voor een verklaring van recht heeft [eiser] ten grondslag gelegd dat [handelsnaam] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld, inhoudende dat [handelsnaam] niet heeft gereageerd op de in de dagvaarding door [eiser] opgenomen vragen en [handelsnaam] zonder rechtsgrond kosten in rekening probeerde te brengen vanwege schade aan een door [eiser] gebruikte leenauto.
3.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] zijn vordering onvoldoende gemotiveerd en daarmee te weinig gesteld, om de verweten gedragingen aan te kunnen merken als een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 lid 2 BW. Het niet beantwoorden van vragen kan naar het oordeel van de rechter in de beschreven situatie niet als onrechtmatig handelen worden aangemerkt. Welke kosten [handelsnaam] ten onrechte bij [eiser] in rekening heeft proberen te brengen, is de kantonrechter niet duidelijk geworden. De gevorderde verklaring van recht zal daarom worden afgewezen.
[handelsnaam] moet een aantal gebreken aan de auto herstellen
3.4.
Uit de dagvaarding volgt dat de auto meerdere gebreken heeft die [handelsnaam] volgens [eiser] dient te herstellen. Verwezen wordt naar de door [eiser] gestelde gebreken in:
  • productie 2A, specifiek (sub)productie 5: brief van 2 september 2024;
  • productie 2A, specifiek (sub)productie 9: brief van 17 oktober 2024;
  • productie 2A, specifiek (sub)productie 11: ongedateerde brief verzonden per e-mail.
3.5.
[eiser] vordert in deze procedure primair het herstel van deze gebreken en subsidiair de betaling van een schadevergoeding van € 5.000,00 om de (toekomstige) gebreken aan de auto te (laten) herstellen. Op de mondelinge behandeling zijn alle gebreken die [eiser] in deze procedure naar voren heeft gebracht besproken en is gebleken dat het overgrote deel hiervan inmiddels door [handelsnaam] is verholpen. Aangezien deze klachten niet kunnen leiden tot toewijzing van een van de ingestelde vorderingen, hoeven deze naar het oordeel van de kantonrechter geen bespreking. Het bestaan van een aantal gebreken houdt partijen echter nog verdeeld. Die zullen hierna worden besproken.
I. Het in- en exterieur is slecht gereinigd: geen gebrek
3.6.
Volgens [eiser] was de auto bij aankoop slecht gereinigd. Op de mondelinge behandeling heeft [handelsnaam] toegelicht dat de auto na aankoop daarom nog vier keer is gereinigd, wat [eiser] ook heeft erkend. [eiser] stelt echter dat de auto nog steeds niet goed gereinigd is. De kantonrechter is van oordeel dat dit onvoldoende vast is komen te staan. [eiser] heeft (zwart/wit) foto’s overgelegd waaruit de slechte reiniging van de auto zou moeten blijken. Niet is duidelijk op welk moment die foto’s zijn genomen en waar de waargenomen vuiligheid precies uit bestaat. Daarbij komt dat niet is gebleken dat partijen bij de koopovereenkomst expliciet een (grondige) reiniging van de auto zijn overeengekomen. Van een gebrek is daarom geen sprake.
II. Schade aan de nieuwe banden, velgen en aan de wieldoppen: geen gebrek
3.7.
Volgens [eiser] zaten er scheuren in het rubber van een tweetal banden van de auto. Die twee banden heeft [handelsnaam] vervolgens vervangen. Volgens [eiser] was eenzelfde soort schade na ruim twee weken wederom zichtbaar bij twee banden. [handelsnaam] heeft aangevoerd dat deze schade het gevolg moet zijn van de rijstijl van [eiser] . Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat sprake is van een gebrek. Onduidelijk is of de scheuren zich voordoen bij de nieuwe banden of bij de banden waarmee de auto aan [eiser] is geleverd. Ook is onduidelijk op welk moment de scheuren zouden zijn ontstaan, waardoor ze zijn ontstaan en of de scheuren maken dat de veiligheid van de auto in het geding komt. Hierdoor is niet duidelijk of de banden op het moment van levering (en nadien) in een staat verkeerden die [eiser] niet hoefde te verwachten. Dit leidt ertoe dat er geen gebrek aan de banden wordt vastgesteld.
III. De autogordel op de achterste rij aan de kant van de bijrijder is gedraaid: herstel
3.8.
Na levering van de auto was sprake van een gedraaide autogordel. Dat heeft [handelsnaam] vervolgens verholpen. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] voor het eerst aangevoerd dat ook een autogordel op de achterste rij aan de kant van de bijrijder is gedraaid. Dit heeft hij recent ontdekt en heeft hij daarom nog niet aan [handelsnaam] gemeld. [handelsnaam] heeft aangegeven daar inderdaad geen weet van te hebben, maar het bestaan van de gedraaide autogordel ook niet weersproken. Volgens [handelsnaam] kan dit op grond van de geldende garantie worden verholpen. Naar het oordeel van de kantonrechter moet de gedraaide autogordel op de achterste rij aan de kant van de bijrijder als een gebrek worden aangemerkt en dient [handelsnaam] dat gebrek (onder de garantie) te herstellen.
VI. De zwarte autosleutel werkt niet: herstel
3.9.
Volgens [eiser] vertoont de zwarte autosleutel een storing, waardoor deze niet valt te gebruiken. [eiser] vermoedt dat sprake is van een software probleem. [handelsnaam] heeft dat niet weersproken. Volgens [handelsnaam] kan ook dit op grond van de geldende garantie worden verholpen. Naar het oordeel van de kantonrechter moet de niet werkende zwarte autosleutel ook als een gebrek worden aangemerkt en dient [handelsnaam] dat gebrek (onder de garantie) te herstellen.
V. Storing in het klimaatsystee: herstel
3.10.
[eiser] heeft aangegeven dat sprake is van een storing in het klimaatsysteem. Het gaat hierbij specifiek om de airco en de standkachel. [handelsnaam] heeft dit niet weersproken en ook hierbij aangegeven dat dit op grond van de geldende garantie kan worden verholpen. Naar het oordeel van de kantonrechter moet de storing in het klimaatsysteem ook als een gebrek worden aangemerkt en dient [handelsnaam] dat gebrek (onder de garantie) te herstellen.
3.11.
Gelet op het voorgaande, is [handelsnaam] gehouden de voornoemde gebreken te herstellen. Met die uitkomst wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van de subsidiair gevorderde schadevergoeding van € 5.000,00 om de (toekomstige) gebreken aan de auto te (laten) herstellen.
[handelsnaam] hoeft geen schadevergoeding aan [eiser] te betalen
3.12.
[eiser] heeft verder van [handelsnaam] een schadevergoeding van € 4.000,- gevorderd, bestaande uit materiële schade. [eiser] stelt dat [handelsnaam] bij het uitvoeren van herstelwerkzaamheden schade heeft veroorzaakt aan de velgen en de wieldoppen van de auto. [handelsnaam] heeft dat gemotiveerd betwist. Het is aan [eiser] om zijn stelling, in het geval van een gemotiveerde betwisting, te onderbouwen. Dat heeft [eiser] niet gedaan. Daardoor is de schade aan de velgen en de wieldoppen niet komen vast te staan. De gevorderde materiële schade zal daarom worden afgewezen.
[handelsnaam] hoeft geen buitengerechtelijke incassokosten te betalen
3.13.
[eiser] vordert ook – als onderdeel van de volledige proceskosten – de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten (€ 3.260,95 voor uren van [eiser] en ruim € 10.000,- voor werkzaamheden van de gemachigde). De kantonrechter zal deze vordering afzonderlijk bespreken, omdat de wet voor de toekenning van een dergelijke vergoeding een zelfstandige grondslag kent. [1] De kantonrechter zal de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afwijzen, omdat niet is gebleken dat [handelsnaam] in verzuim is, terwijl dat een voorwaarde voor toewijzing is.
[eiser] moet de proceskosten betalen
3.14.
[eiser] heeft gevorderd om [handelsnaam] te veroordelen tot het betalen van de volledige proceskosten, waaronder begrepen een bedrag voor gemiste werkuren en de gemaakte en toekomstig te maken uren van zijn gemachtigde (€ 3.260,95 + 5.636,25 + € 5.000,00). De kantonrechter zal die vordering afwijzen en juist [eiser] veroordelen in de proceskosten van [handelsnaam] . Ondanks dat [handelsnaam] wordt veroordeeld tot het herstel van een drietal gebreken (autogordel, zwarte autosleutel en klimaatsysteem), wordt [eiser] grotendeels in het ongelijk gesteld. In dit verband wordt overwogen dat [eiser] ten aanzien van alle drie gebreken die [handelsnaam] moet herstellen geen hersteltermijn aan [handelsnaam] heeft geboden, terwijl niet is gebleken dat [handelsnaam] niet bereid zou zijn de gebreken te herstellen. Ook is [handelsnaam] pas voor het eerst op de mondelinge behandeling geïnformeerd over het gebrek aan de autogordel. Daar komt bij dat alle vorderingen tegen [gedaagde sub 2] zullen worden afgewezen, omdat niet is gebleken van enige grondslag voor de vordering jegens haar. [eiser] moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [handelsnaam] en [gedaagde sub 2] zich door dezelfde gemachtigde hebben laten vertegenwoordigen, de vorderingen betrekking hadden op dezelfde gebreken aan dezelfde auto en het betrekken van [gedaagde sub 2] niet tot substantieel meer werkzaamheden heeft geleid, worden de proceskosten gezamenlijk begroot. De proceskosten worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.221,00
Het vonnis zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard
3.15.
De kantonrechter zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als een van de partijen hoger beroep instelt tegen deze beslising. De beslissing geldt in dat geval tot het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vorderingen van [eiser] jegens [gedaagde sub 2] af;
4.2.
veroordeelt [handelsnaam] tot nakoming van de koopovereenkomst tussen haar en [eiser] door de onder 3.8, 3.9 en 3.10 genoemde gebreken aan de auto (de gedraaide autogordel, de storing in de zwarte autosleutel en de storing in het klimaatsysteem) te herstellen;
4.3.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 1.221,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.4.
verklaart dit vonnis voor zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. Werner en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2025.
LHJ/63796

Voetnoten

1.Zie artikel 6:96 lid 2, onder c, van het BW.